Gloed van de jeugd
Jan Brokken gaf zijn nieuwste roman Voel maar als motto een citaat van de Zuidamerikaanse schrijver Borges mee “Er is geen mens die zichzelf niet vindt, als hij terugdenkt.”. Deze gedachte krijgt gestalte in Brokkens hoofdpersoon Lucas Saverijn, een Nederlandse rechter die naar het Aruba van zijn jeugd is getrokken om daar te werken. Bij alles wat hij ziet, hoort, ruikt en voelt komen herinneringen op aan zijn kinderjaren. Deze indrukken beheersen hem zozeer, dat hij stelt: “De waarde die je aan dingen toekent, stel je kennelijk al op jonge leeftijd vast. Alles van later is minder.” Lucas mag dan wel dertig jaar verder zijn, de belangrijke beslissingen in zijn leven zijn consequent terug te voeren op het kleine jongetje dat hij is geweest. Als hij na een hachelijk avontuur in de rechtszaal besluit een bootreis te maken, stapt hij op een schip omdat hij het herkent van de plakplaatjes die hij als klein kind verzamelde. En eenmaal aan boord raakt hij verwikkeld in een relatie met een Argentijnse vrouw die hem doet denken aan een meisje van de basisschool. Deze bootreis en deze liefde lopen er op uit dat Lucas Saverijn zijn leven in de tropen vaarwel zegt en terugkeert naar Nederland.
Uit de klei
Hoe diep de huidige Saverijn in zijn verleden verankerd is, zie je als Brokken een lange passage wijdt aan een centrale jeugdherinnering: de kleine Lucas vat daarin de wereld om hem heen al in dezelfde kernachtige, scherpe formuleringen als de volwassen rechter. Over de kinderen in het Hollandse boerendorp waar hij na tien jaar tropen terechtkomt zegt hij als elfjarige: “Ze moeten de woorden wel uit de klei trekken, maar dan geven ze je ook meteen de hele suikerbiet. Hun blik is open als een veld.”
Het boek zit vol met dergelijke uitspraken, waarin het klimaat, het tijdperk en de omstandigheden waarin iemand opgroeit als verklaringsgrond worden aangedragen voor karakter en gedrag. Brokken heeft een talent voor dergelijke bespiegelingen, en zet daarmee een robuuste, doortastende Lucas Saverijn neer. Een rechter is geen psycholoog: Saverijn zoekt niet naar innerlijke motivaties, maar maakt een zakelijke afweging in hoeverre iemand door omstandigheden ergens toe wordt gedreven.
Freud
Het hoofdpersonage van Voel maar is duidelijk een aanhanger van het naturalisme: eind 19e eeuw was dit een literaire stroming rond de gedachte dat de bron van ieders persoonlijkheid ligt in zijn omgeving, klimaat en plek in de geschiedenis. Saverijn ziet zichzelf als een man uit één stuk, die de dingen doet die hij doet in een vol bewustzijn van het waarom – hij is immers in omstandigheid zus en zo opgegroeid. Bij zijn kijk op andere mensen komen dezelfde inzichten naar voren. Brokken laat geen twijfel toe over het gelijk van deze mensenkennis, hij biedt geen ander personage met een alternatieve kijk aan, er komt geen vertellerscommentaar aan te pas waarin Saverijns denkbeelden genuanceerd zouden kunnen worden. En tja, gezien mijn plaats in de geschiedenis, de generatie na de moderne roman en Freud, mis ik toch af en toe wat fijnziniger en diepgravender analyses.