Film / Achtergrond
special: Chan-wook Parks wraaktrilogie

Loze wreedheid

Deze maand vertoont Het Filmmuseum de zogenaamde wraaktrilogie van de Koreaanse regisseur Chan-wook Park. Een drietal films die visueel overweldigend zijn, maar na een kritische blik cynische spielerei blijken.

Als vanuit het niets verscheen Park (1963) twee jaar geleden ten tonele. Oldboy (2003) werd getipt door Tarantino, verwierf in de hele wereld een bioscooproulement en werd de meest besproken cultfilm van 2004. De redenen zijn duidelijk: een overdonderend spektakel, duidelijk gemaakt door een begaafde cineast en, niet in de laatste plaats, een stevige portie overdreven geweld.

<i>Sympathy for Lady Vengeance</i>
Sympathy for Lady Vengeance

De film werd unaniem geprezen, en de verwachtingen voor zijn volgende film waren hooggespannen. Sympathy for Lady Vengeance (2005), een officieuze opvolger – en kennelijk de laatste in een soort trilogie met als eerste deel Sympathy for Mr. Vengeance (2002) – zou aanvankelijk bij ons dan ook in première gaan, maar wordt nu uitsluitend als onderdeel van de trilogie vertoond. Het eerste deel was al in cultkringen bekend – opnieuw vanwege de buzz rond de brute geweldsscènes. Aan dit drietal films te beoordelen lijkt de Koreaan zijn niche gevonden te hebben in wraakvertellingen die hij in een steeds meer barokke visuele stijl, met een gevoel voor ironie en een dosis sadistisch geweld verkleedt.

Krachttoer

Parks technische kwaliteiten staan buiten kijf, maar in geen van deze films neemt de regisseur een moment de moeite zijn karakters en situaties geloofwaardig en levensecht te maken. Ook thematisch gezien is de trilogie armoedig. Een rudimentair wraakplot dient in alle films als basis voor een reeks in toenemende mate wrede acties, die verheerlijkt en gestileerd worden.

<i>Oldboy</i>
Oldboy

Sympathy for Mr. Vengeance is een buitenbeentje in de trilogie, omdat het sadisme van de hoofdpersonen nog in contrast staat met Parks vaak verstilde breedbeeldcomposities en kleurencontrasten. In Oldboy staat de barokke visuele stijl juist in dienst van de sensatie van wreed geweld, terwijl Lady Vengeance ieder greintje van geloofwaardigheid overboord gooit ten bate van een mechanische krachttoer. De ironische humor werkt in Mr. Vengeance nog afstotelijk; in Oldboy versterkt het de sensatie en in Lady Vengeance is de balans volledig zoek. Deze film heeft ook de meeste morele pretenties: de rechtvaardiging van wraak komt hier het meest expliciet naar voren. Park bedelft dit thema echter onder platte ironie en een hyperbool van loze stilistische gebaren: splitscreens, willekeurige topshots, extreem weelderige decors, enzovoorts. Je krijgt het idee naar een twee uur lange reclamefilm te kijken.

Stijloefeningen

Ook een tussendoortje als Cut, Parks bijdrage aan de portmonteaufilm Three… Extremes, bevestigt dat de Koreaan niets anders in zijn mars heeft dan hol cynisme, wreedheid en grote gebaren. Hier neemt een figurant wraak op de vrouw van een arrogante regisseur die hem zo vaak genegeerd heeft. Het machtsspel dat zich voltrekt is thematisch puberaal en, afgezien van wat absurde humor, geheel gericht op het loze sadisme waar de filmfanaten die Park op handen dragen wel pap van lusten. Maar opnieuw is dit alles voor het oog virtuoos geregisseerd: weelderige tracking shots en beeldcomposities die van het doek afspatten.

<i>Cut</i>
Cut

Dit is het werk van een filmsadist, een cynische krachtpatser die mikt op een puberpubliek en de kijker graag laat zwelgen. Park is iemand die graag Vivaldi tijdens een vechtscène draait, een regisseur die echt lijkt te geloven dat de meest luxe stijl een suggestie van thematische diepgang kan opwekken. Dit steevaste gebrek aan psychologie maakt van zijn films opgeblazen, hyperbolische stijloefeningen. Deze kleurrijke ballonnen gaan bij sommigen door voor briljante cinema, maar Park is niet meer dan een beeldexpressionist die steevast weigert zijn werk een oprechte kern te geven. Psychologische geloofwaardigheid of inzicht in de sociale problematiek die er de basis van vormt is ver te zoeken, zodat de virtuoze bombast overdonderend werkt, maar levenloos blijft.

Meesterlijk

Vreemd genoeg was het ooit heel anders: Parks doorbraak in thuisland (zijn eerste twee films zijn helaas zelfs in Korea niet beschikbaar, en dus onmogelijk te beoordelen) was filmkunst van een geheel andere orde. JSA (Joint Security Area, 2000) is een uitstekende, geheel geloofwaardige combinatie van politieke thriller en melodrama. Het verhaal van een moord op een militaire basis op het grensgebied van Noord- en Zuid-Korea wordt als een ouderwetse whodunnit voornamelijk in flashbacks getoond. Dit is op zich niet bijzonder, maar Park maakt gebruik van een uiterst geraffineerde structuur, van perfect beheerste opnames, en weet in gelijke mate te onderhouden, ontroeren en imponeren. De film is duidelijk geschoeid op de leest van Hollywood, maar heeft een geheel eigen, subtiele visuele stijl en een subtext van mannelijke vriendschap (liefde?) die nog altijd taboe is bij het grote publiek van Amerika. In de laatste scène toont Park zijn gevoel voor visuele compositie: het is een montage die op magnifieke wijze de thematiek van de film (de scheiding tussen Noord- en Zuid-Korea en de onmogelijkheid van reünie) onderstreept.

<i>Joint Security Area</i>
Joint Security Area

Park toonde zich met JSA een meester van visuele filmtechniek, en hij gebruikte die om zijn film thematisch en emotioneel te ondersteunen. Hij zou die techniek perfectioneren met zijn latere werk, maar verloor daarmee direct het hart voor zijn films, dat hij tot op heden nog niet terug heeft gevonden.

Sympathy for Mr. Vengeance, Oldboy en Sympathy for Lady Vengeance worden tot en met 17 januari in het Filmmuseum vertoond, en daarna in Plaza Futura in Eindhoven. De trilogie verscheen onlangs als box op dvd bij A-Film; Mr. Vengeance heeft een foute beeldverhouding, en de enige interessante extra is een tergend oppervlakkig audiocommentaar bij Oldboy. Three… Extremes verscheen eerder op dvd bij A-Film. JSA is inmiddels in al onze buurlanden op dvd verschenen, maar bij ons niet.