Wraak als modder zo besmettelijk
“Ik laat je niet in de steek”, zweert de god Apollo aan Orestes. Maar eigenlijk is het al te laat. De jongeling is gedrenkt in wraak, die zich als een olievlek (of in dit geval: moddervlek) over de ongelukkige familie heeft verspreid. Lang houdt de god zijn gelofte dan ook niet. Uit angst besmet te worden met die menselijke, lelijke oereigenschap neemt Apollo de benen. Glibberend door een poel van bruine klei.
Oresteia is de oudst overgeleverde theatertekst die wij kennen; de Griekse tragedieschrijver Aischylos schreef de trilogie in 458 voor Christus. Maar door de aangesneden thema’s is het stuk opvallend actueel in een maatschappij zoals die van ons vandaag, waar politiek en eerwraak de gemoederen regelmatig bezighouden. Die wraak is de grote stuwende kracht in deze tragedie die de familie bijna helemaal fataal wordt. Alleen de democratie en de rationele, rustige wijsheid van de godin Athena kan hier nog een goed einde aan maken.
Moedermoord
Vader Agamemnon, koning van Argos (Pierre Bokma), schiet zijn broer te hulp in de oorlog tegen Troje. Om snel op weg te kunnen offert hij zijn dochter Iphigeneia, tot woede van zijn achterblijvende vrouw Klytaimestra (Marieke Heebink). Bij de terugkomst van Agamemnon grijpt zij eindelijk haar kans zich te wreken, samen met haar minnaar Aigisthos. Zoon Orestes (Aus Greidanus jr.) begaat uiteindelijk, aangespoord door zijn zus Elektra (Halina Reijn), de ultieme misdaad: moedermoord.
Oresteia is na Opening Night de tweede samenwerking van gezelschappen Toneelgroep Amsterdam en NTGent, het theaterhuis van regisseur Johan Simons. Dit keer is Greidanus jr. naast Simons de belangrijkste inbreng van NTGent, verder is de cast grotendeels Amsterdams. Het resultaat is een fantastische club acteurs op het toneel, die in dit ensemble-stuk uitstekend overweg kunnen met de zware teksten en rondspattende modder.
Kleisculptuur
Door deze klassieke tekst te verbinden aan een oerelement als klei, creërt Simons bijzondere toneelbeelden. Vader Agamemnon is van boven tot onder ingesmeerd met de bruingele klein: twintig minuten zit Bokma bewegingloos, als een kleisculptuur op het toneel, begraven in wraak. Bij iedere aanraking met het graf raken zijn kinderen meer besmet met de wraaklust en de smekende kinderstemmen worden uiteindelijk beloond met een orakel van hun vader.
Dankzij de modder grijpt de wraaklust zichtbaar om zich heen, met een besmettelijke, vernietigende kracht: eenmaal aangeraakt door deze emoties raken de kinderen hun smetteloze onschuld kwijt, met de klei kunnen zij zich vermommen om hun list uit te voeren. Pijlen van klei raken de ongelukkige Klytaimestra en haar minnaar zodat ze dood neervallen. Van top tot teen gedrenkt in bruine kledder zijn de vermoorde moeder en dochter verworden tot wraakgodinnen, niet meer in staat lief te hebben. Zelfs Pierre Bokma, die met simpelweg twee borsten en een zwangere buik van klei verandert van Agamemnon in Orestes’ voedster, als een bemodderd standbeeld met fonkelende ogen, ziet er mooi uit.
Pittig
Vertaler Herman Altena wilde zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke tekst blijven, wat de Oresteia taalkundig erg pittig maakt. De klassieke teksten worden weliswaar vloeiend uitgesproken. Vooral Elsie de Brauw en Halina Reijn weten er voldoende lucht aan te geven. Maar zeker vanwege de lengte van het stuk vergt het een zeer geconcentreerd luisterend oor. De enkele keren dat vertaler Herman Altena zich heeft laten verleiden tot een frivoliteit, zoals Marieke Heebink die de god Apollo met ‘jochie’ aanspreekt, zijn dan ook erg welkom.
Damokles
Johan Simons besloot de koren, die doorgaans een belangrijke plek innemen in Griekse tragedies, te schrappen en hun teksten te verdelen over de bestaande personages. Ook Iphigeneia, die normaal alleen terloops genoemd wordt, krijgt deze beschouwende en beschuldigende teksten toebedeeld en is daarmee een personage van vlees en bloed. Die ingreep werkt prima: als een zwaard van Damokles stapt zij tussen haar familieleden door. Of ze sluimert op de achtergrond, rustig toeziend hoe haar moeder zich wreekt en hoe Orestes wordt opgejut tot nog meer moorden.
“Als je helder water bezoedelt met modder, zul je nooit iets te drinken vinden”, zegt Pallas Athena in de laatste scène, hiermee een halt toeroepend aan het moddergooien. In een vermakelijk slotwoord roept ze de mannen in het publiek op vooral hun vrouwen te eren. Wat zij echter achterlaat is niet iets om warm van te worden, maar roept eerder veel sympathie voor de schoonmaakploeg van de schouwburg op: een slagveld van modder, klei en water – restanten van de stevige voorstelling van Toneelgroep Amsterdam en NTGent.
Oresteia van Toneelgroep Amsterdam en NTGent is te zien tot en met 20 januari 2007. Kijk hier voor informatie en speellijst.