Nieuwe dvd’s
.
The Mad Monkey
(Fernando Trueba, 1989 • Paradiso)
Met duistere, schaduwrijke beelden en een grimmige sfeer brengt Fernando Trueba (Belle epoque) het verhaal van Dan, een Amerikaanse scriptschrijver die in Parijs woont. Vlak nadat hij is verlaten door zijn vrouw krijgt hij het aanbod om voor een jonge, onbekende Engelse filmmaker een script te schrijven. Deze Malcolm blijkt al snel een intrigerende persoonlijkheid te zijn, met een onweerstaanbare en raadselachtige invloed op mensen. Wie echter een nog groter mysterie blijkt te zijn is Malcolms zusje Jenny, die een grote seksuele aantrekkingskracht op mannen heeft.
The Mad Monkey was Trueba’s eerste Engelstalige film, maar wist met grote namen als Jeff Goldblum en Miranda Richardson toch geen groot succes te behalen. Voor het Hollywoodpubliek zal deze film ook iets te bizar en onsamenhangend geweest zijn. De scènes zijn warrig gemonteerde, abrupte episodes die de continuïteit van het verhaal niet echt vloeiend houden. Hierdoor kijkt de film meer als losstaande gebeurtenissen dan een verhaal. Ook is het acteerwerk van veel van de personages statisch, vooral in de dialogen, wat een vervreemdend effect heeft. De vertellende voice-over van Jeff Goldblum is vooral afleidend. Wellicht was het de bedoeling van Trueba om deze film hypermediaal te maken, maar een lekker lopend verhaal levert het niet op. Wel veel mooie beelden, een mysterieus en bij tijden spannend plot en een absurdistische film. (Anouk Werensteijn)Untold Scandal (Joseon namnyeo sangyeoljisa)
(Je-jyong E, 2003 • De Filmfreak)
Deze adaptatie van Les liasons dangereuses trok meer dan drie miljoen Zuid-Koreanen naar de bioscoop. Begrijpelijk: de Franse klassieker is met enig succes vertaald naar het achttiende-eeuwse Korea (dat we kennen uit Kwon-taek Ims Chunhyang), en in een oogstrelend sexy vorm gegoten, bovendien bevat de film behoorlijk expliciete seksscènes.
Maar Untold Scandal is voor een kijker die meer wil dan Aziatisch oogsnoep tergend oppervlakkig: regisseur Je-jyong E heeft zoveel aandacht voor zijn kleurenpalet en voor de weelderige soundtrack (die Westerse muziek combineert met Koreaanse) dat enige diepgang en karakterisering ver te zoeken is. De acteerprestaties zijn al even oppervlakkig. (Paul Caspers)Man to Man
(Régis Wargnier, 2005 • Paradiso)
Mannen in lendedoekjes en blanken met tropenhelmen rennen door het donkere hart van Afrika, in het rijkste kleurenpalet sinds The Life Aquatic. De cinematografie en productiedesign van Man to Man (van de regisseur van Indochine) zijn om te watertanden. Ook het verhaal belooft wat: Joseph Fiennes speurt met z’n typische overspannen smoelwerk en doordringende blik naar pygmeeën, die volgens de moderne wetenschap (we schrijven 1870) wel eens de ontbrekende schakel zouden kunnen zijn tussen aap en mens. Zijn overhemd met dubbele boord is eigenlijk te warm voor dit klimaat en hij moet nog… pardon: ‘dubbele boord’?!
Een dubbele boord, in 1870? Toen droeg iedereen toch nog van die harde, stijve dingen om zijn nek? De dubbele boord ontstond toch pas in 1900? Dit lijkt muggenzifterij, maar het zet wel het hele setdesign op losse schroeven – hoe fraai het ook in beeld is gebracht. Met het morele dilemma schiet Wargnier al evenzeer onder zijn eigen duiven: Fiennes gelooft vrijwel direct dat zijn Afrikaanse proefkonijnen gewoon mensen zijn en zijn wereldwijze zakenpartner Elena (Kristin Scott Thomas, van Gosford Park) twijfelde sowieso al niet, net als de kijker. Natuurlijk zijn pygmeeën net mensen. Maar als niemand dat betwijfelt houd je toch geen film over? Het langdradige en theatrale conflict met Fiennes’ collega’s krijgt er iets futiels van. (Paul Boon)Another Time, Another Place
(Michael Radford, 1983 • Paradiso)
Ander werk uit de Green Cow-serie van distributeur Paradiso bespraken we al hier. Van Michael Radford, regisseur van Nineteen Eighty-Four en het onlangs verschenen The Merchant of Venice, brengt Green Cow de eerste langspeelfilm, Another Time, Another Place, uit 1983 uit.
De arthouse-hater vindt in Another Time alles wat hem stoort aan onafhankelijke producties. De titel zuigt je om te beginnen nu niet bepaald de zaal in. Cameraman Roger Deakins snijdt mensen liefst halverwege hun kin of neus af. We zien een half been, een hoekje zee. En verder zien we vooral gewassen op het veld, vrouwen op het veld, mannen op het veld, tractoren op het veld en sneeuw op het veld. Als in elke onafhankelijke film is er nog gratuit tietvertoon, en het verhaal lijkt in eerste instantie nogal mager.Maar blijf toch maar even kijken. Phyllis Logan speelt de Schotse Janie, een wat frêle plattelandsmeid die zich tijdens de oorlog een rolberoerte verveelt. Ze krijgt een oogje op de verlegen Paolo, een krijgsgevangen en te werk gestelde Italiaan die zich verlegen verschuilt achter zijn vierkante, hardblauwe kaken. Zo’n donkere, mysterieuze man, dat willen we allemaal wel; maar uiteindelijk krijgt Janie een passionele affaire met Luigi, de vieze, kleine Napolitaan van het verhaal. Mensenkinderen – zijn wij niet allen vieze kleine Napolitaantjes? Ik bedoel: de liefde kan niet altijd made in the USA zijn, toch? Na de slome start maakt Radford een paar huiveringwekkende scènes en scheurt hij daarna alles aan stukken. (Paul Boon)