Champagnemarxisten en Hollywood-fascisten
De optelsom van twee grote acteurs (Depardieu en De Niro), een waslijst aan gastoptredens (Burt Lancaster, Sterling Hayden, Alida Valli) en een stuk Italiaanse geschiedenis gezien vanuit een marxistisch perspectief zouden op zijn minst een interessante film op moeten leveren. Bernardo Bertolucci’s Novecento is helaas een film met grote gebaren die te veel in zijn eigen grootsheid gelooft.
Melodramatische dialectiek
Bertolucci idealiseert de simpele boeren en hun strijd op een manier die vol is van stereotyperingen en ongegeneerde sentimentaliteit. Het is opmerkelijk dat een filmer die zich verbonden voelt met het lot van de vechtende boeren ze op zo’n eenzijdige manier romantiseert dat het haast denigrerend is. Het probleem ligt bij Bertolucci’s geloof in een mate van ambachtelijke heldhaftigheid die zeer archaïsch en feodaal is, terwijl hijzelf een regisseur is die leeft in de moderne, complexere tijd.
Tegenover de nobele boeren staan de gitzwarte fascisten die door het personage van Atilla (Donald Sutherland) gelden als het gepersonifieerde kwaad. Sutherlands rol heeft alle overtuiging van een b-filmschurk. Zijn sadisme is karikaturaal en pathologisch en Sutherlands nagesynchroniseerde stem helpt daar verder niet bij. Samen met zijn even sadistische echtgenote (een mollige en nare Laura Betti) vormen ze een diabolisch duo die door hun pact met de fascisten vrij zijn om zich decadent uit te leven. Gedeeltelijk moet Bertolucci hier naar Dirk Bogarde en Ingrid Thulin hebben gekeken in Visconti’s La Caduta degli dei (The Damned)(1969), maar in zijn uitwerking is hij minder schatplichtig aan Shakespeares Macbeth.De Niro en Depardieu spelen allebei op de automatische piloot. Depardieu wordt soms even woedend op het onrecht wat hij ziet, maar het vormen voornamelijk korte erupties tegenover weinig anders. Daarnaast is er ook nog eens de opzwellende muziek van Ennio Morricone die door zijn dominantie en bombast geen ruimte meer overlaat voor andere emoties.
De discrete charme van de bourgeoisie
Het meest interessante personage is Ada, gespeeld door een beeldschone Dominique Sanda. Ze is fascinerend, omdat ze vanuit haar bourgeoise decadentie geen plaats lijkt te hebben in het marxistische model dat Bertolucci hanteert. Ze lijkt ook het meest op de regisseur zelf door haar artistiekerige middenklasse achtergrond. Eigenlijk is zij de modernste persoon in het verhaal. Ze is het resultaat van een wereld waar de klassenstrijd er niet toe lijkt te doen, maar ze is tegelijk verveeld en verwend in haar doelloosheid. Het is misschien niet verwonderlijk dat ze op een gegeven moment simpelweg vertrekt uit het verhaal alsof ze niet past in Bertolucci’s prekerige marxistische conclusie.Novecento is vanaf vandaag te zien in het Filmmuseum Amsterdam en in Lantaren/Venster in Rotterdam; daarna elders in het land.