Muziek / Concert

Dwarsdoorsnede van twintig jaar celtic punk

recensie: Dropkick Murphys @ Oosterpoort, Groningen
Dropkick Murphys

Het is alweer twintig jaar geleden dat bassist en vocalist Ken Casey besloot een band te vormen. Slechts drie weken hadden ze de tijd om te oefenen voor hun eerste optreden. Dat het van zo’n langdurige aard zou zijn, kon destijds niemand bevroeden. In twintig jaar groeide Dropkick Murphys uit tot een van de vaandeldragers van het celtic punk-genre. Ze staan bekend als drinkmaatjes van de arbeidersklasse en vieren dit jubileum dan ook het liefst met hun publiek. Groningen, maak je borst maar nat.

Punkband Discipline uit Eindhoven staat vanavond als amuse op de kaart. Geen zoet liflafje, maar een rauwe, bittere hap. Niets voor de zwakke maag dus. Ze produceren een behoorlijke bak herrie, en dat is precies de bedoeling. Dat niet iedereen hun muzieksmaak deelt, blijkt wel uit het feit dat de zaal nog maar halfvol is en slechts een harde kern vooraan echt in hun geïnteresseerd lijkt. De rest van de zaal laat dit geraas aan zich voorbijgaan. Toch laten deze veteranen, ze bestaan al sinds 1991, zich niet kennen en spelen op karakter hun set uit.

Bierdouches

Tijdens het ombouwen van het podium raakt de zaal steeds voller. ‘‘Let’s go Murphys’’ beginnen een aantal optimisten al na vijf minuten te scanderen. Een vast ritueel aan het begin van elke Dropkick Murphys-show. Dan verschijnt het hoofdgerecht van vanavond. Zodra de mannen uit Boston zich laten zien, is de reactie van het publiek van een heel andere orde dan bij hun voorgangers. Wanneer de Bostonians voor het eerst hun instrumenten beroeren, doet zich een curieus natuurkundig verschijnsel voor waarbij de zwaartekracht haar grip op al het bier in de zaal lijkt te verliezen. Meters bier vliegt voor het podium door de lucht heen niemand droog latend. Maar het moet gezegd worden, doedelzak en banjo hebben in de Oosterpoort nog nooit zo goed geklonken. Er mag geen twijfel over bestaan, ‘the boys are back’.

Groningen krijgt vanavond een dwarsdoorsnede van twintig jaar Dropkick Murphys voorgeschoteld. De trouwe schare fans kan zo de jaarringen aanwijzen. Hun debuutplaat Do or Die, hun laatste schijf Signed and Sealed in Blood en alle albums daar tussenin komen aan bod. Zoals het een punkband betaamt, volgen de nummers elkaar in een ras tempo op. Maar altijd strak en vol overgave gespeeld. Naast bekende nummers als ‘I’m Shipping Up to Boston’ en ‘Rose Tattoo’, wordt het inmiddels crowdsurfende publiek ook op een tweetal nieuwe nummers getrakteerd. Het eerste is een cover van ‘You’ll Never Walk Alone’. De strak raggende gitaren doen eerdere versies van Gerry and the Pacemakers en onze eigen Lee ‘met de gouden microfoon’ Towers al snel vergeten.

Gebroederlijk meedeinen

Met de Boston Red Sox-shirtjes, het scanderen met vuisten in de lucht en andere uit het voetbal geadopteerde rituelen, lijkt de diehard Dropkick Murphy-fan nog het meest op een hooligan. Maar waar het bij voetbalhooligans nog wel eens uit de hand kan lopen, gaat het er bij het concert van de mannen uit Boston een stuk amicaler aan toe. Bij akoestische nummers als ‘Cruel’ en het tweede nieuwe nummer ‘When We Were Young’ veranderen stompende en duwende armen in zwaaiende en omarmende armen. Gebroederlijk meedeinend op de tonen van doedelzak, tin whistle en banjo smaakt het goudblonde Hollandse pils ineens als donkere Guinness. De mannen uit Boston geven een fuif waarop de arbeidersklasse voor een avond letterlijk en figuurlijk op handen wordt gedragen. Als het nieuwe album net zo’n feest wordt als de afgelopen twintig jaar, dan zijn wij van de partij.