Tijd op Terschelling
De feestelijkheden rondom de 35ste editie van Oerol, waarin het thema ’tijd’ in vele gedaantes terugkeert, beginnen al op het moment dat de zonnige gele entreekaarten op mijn deurmat vallen. Een verwachtingsvol gevoel tintelt vanuit mijn tenen richting mijn hart, waar dit bijzondere festival vol locatietheater, landschapskunst en muziek een speciaal plekje verworven heeft. Omdat het programma dit jubileumjaar te veel moois beloofde om alleen te kunnen zien, deel ik de feestvreugde met redacteur Tamara de Reus. Haar Oerol-ervaringen zullen later deze week verschijnen. Die van mij beschrijf ik aan de hand van de thema’s Tijd, Trippen en De menselijke natuur in drie delen.
Collectief Walden – WINDSTILLEVEN
In WINDSTILLEVEN van Collectief Walden staat de tijd centraal. Al bij de instructies voorafgaand aan de voorstelling (of is deze nu al bezig?) wordt het publiek gevraagd om hun tijd in te leveren, waarbij alle apparatuur met tijdsindicatie achter slot en grendel gaat. Vervolgens wordt er middels een college in een duinpan door dramaturg en filosoof Thomas Lamers doorgedrongen tot het hart van de tijd, waarin dit veelzijdige begrip aan de hand van Bergson en Einstein belicht wordt. Hierna wordt de tijd even stil gezet als door het collectief een blackbox om het publiek heen gebouwd wordt, waarin teksten van filosoof Hella Godee en diepe geluiden uit de saxofoon van bioloog en muzikant Thijs van Vuure klinken. Eenmaal uit de donkere doos wordt de tijd weer op gang gebracht, waarbij je op een duinpaadje door je eigen leef-tijd loopt. Een menselijke tijdslijn door het verleden, die je laat stilstaan bij het heden en naar de toekomst vooruit doet zien. Het opvolgende verhaal in een zandafgraving over het Proust-effect, wederom door filosoof Hella Godee, brengt je heel dicht bij haar jeugdherinnering. Zo ga je terug in de tijd door herinneringen uit het verleden, die zo sterk zijn dat ze even heel dicht bij het heden komen. Tot slot kijkt het publiek bij het slotapplaus elkaar in de eigen tijd in de ogen.
Schweigman& / Het Houten Huis – Curve
In Curve, dat theatermaker Boukje Schweigman samen met kunstenaar Cocky Eek en geluidsontwerper Martin Franke gecreëerd heeft, staat de tijd in de vorm van het tempo centraal. Al voorafgaand aan het betreden van de installatie, een groot wit opgeblazen ovaal dat in het donker nog buitenaardser lijkt, wordt je vertraagd door het volgen van een bonkend ritme tijdens je route door het weiland en het bos, uitmondend bij de ingang van de curve. Hier begint een onbeschrijfelijke totaalervaring, die ik nu toch zal trachten te beschrijven, maar waarvan ik vooral wil zeggen dat je deze moet ondergaan. In deze installatie worden vele zintuigen geprikkeld: al horend, ziend, ruikend en voelend loop je met de golfstroom mee waarbij je soms je evenwicht moet zien te hervinden. De vertraging van het tempo waarmee je de ervaring doorloopt, brengt verdieping. Even uit de installatie wordt je zelfs helemaal stilgezet: met een bril op worden stimuli verder beperkt waardoor de cadans van het geluid nog intenser gevoeld wordt. Dit werkte bij mij zeer verlichtend, waardoor ik ontspannen de curve verder doorloop. Even ben ik helemaal overgeleverd aan het verdere verloop van de curve, wat mij bij buitenkomst vanbinnen een diepe ontspanning geeft, zoals ik deze ook weleens na een yogales ervaren heb. Dit was net wat ik nodig had na een lekke band.
Nynke Laverman – Wachter
Het idyllische kerkje van Midsland is het ideale decor voor Nynke Lavermans moderne sprookje Wachter. Als Nynke start met het voordragen van Friese abracadabra op het podium, waarop een dierlijk, van takken en bladeren gemaakt kunstwerk centraal staat, wordt de associatie met een heidens ritueel al snel gelegd. Om mij heen hoor ik mensen die het jammer vinden dat ze de Friese taal niet machtig zijn, maar eigenlijk vind ik dit zelf helemaal niet erg. Het magische karakter van haar woorden wordt zo versterkt, waarbij ik Nynke tot bosnimf zie verworden. Na dit pakkende openingsgedicht vertelt zij haar sprookje over de kunst van het wachten en het opgaan in de natuur vanuit een boek. Deze vertelling ondersteunt de afwisselend Friese en Nederlandse liederen die zij samen met Sytze Pruiksma (piano, slagwerk en elektronica) en Geneviève Verhage (cello) ten gehore brengt. Gedrieën laten zij een ontroerende kwetsbare levenskracht klinken die, zoals Nynke het zo mooi verwoord, de ‘partituur van de natuur’ vormt.