Het drijfzand van Nieuw-West
In zijn eerste roman voor uitgeverij Das Mag confronteert Walter van den Berg de lezer met personages die boven hun bedroevende leefmilieu proberen uit te stijgen, maar telkens weer ten prooi vallen aan de zuigkracht van het drijfzand dat Nieuw-West heet.
Net als zijn eerdere werken, waaronder De Hondenkoning (2004) en Van dode mannen win je niet (2013), speelt de roman van Van den Berg zich af in de volksbuurten en achterafwijken van Amsterdam. Zijn personages worstelen met gevoelens en emoties die ze zelf nauwelijks kunnen bevatten of waar ze überhaupt geen ruimte aan durven te geven. Er wordt gedacht in schulden en rechten, in vergeldingen en reddingspogingen.
De stijl van Van den Berg is heel direct. Het hier en daar beperkte taalinzicht van de personages is knap gecombineerd met literair interessante zinnen. De dialogen confronteren de lezer soms met de bekrompenheid van de hoofdpersonen, maar niet op een denigrerende manier. Van den Berg heeft de balans gevonden tussen het literaire en het representatieve.
Perspectieven op ellende
In Schuld staan zes personages centraal, die continu om elkaar heen draaien en in specifieke hoofdstukken hun perspectieven met de lezer delen. De jonge Kevin maakt gestolen laptops schoon voor de heler Witte Mo, die in feite Edwin heet, maar jaren geleden had besloten om te gaan slepen met zijn been en zich een Marokkaans accent aan te meten. Kevin studeert econometrie en lijkt zich via die weg te kunnen ontworstelen aan de ellende van zijn jeugd, maar hij vertoont een antifreudiaanse loyaliteit aan zijn vader Ron door diens schuld af te willen lossen bij dezelfde Mo.
Ron was vroeger een talentvolle voetballer en zanger, maar Nieuw-West heeft hem van zijn talenten en dromen beroofd. Zijn broer, Cor, heeft vwo gedaan en schrijft boeken, maar niet van het soort waar hij van kan leven. Het geheel aan perspectieven wordt gecompleteerd door marinier Marco en de mishandelde huisvrouw Sandra. Allemaal hebben ze financiële of emotionele schulden: ze zijn gevangen in een biotoop en veroordeeld tot elkaar.
Geen oordeel, maar begrip
Van den Berg geeft een inkijkje in de harde wereld van de autochtone onderklasse. Hij schrijft over én vanuit een bevolkingsgroep die normaliter niet aan bod komt in de hedendaagse literatuur. De wanhoop, de ellende, de verkeerde keuzes, de onwetendheid, het spat allemaal van de pagina’s af, maar Van den Berg oordeelt niet, hij creëert eerder begrip. Begrip voor de uitzichtloosheid, de armetierigheid en voor de dappere pogingen om daar aan te ontsnappen.
Ontsnappen moet daarbij niet te letterlijk worden genomen. Kevin is niet van plan om met zijn studie econometrie de wijde wereld in te trekken en Nieuw-West definitief vaarwel te zeggen. Hoe anders hij ook is dan de mensen in zijn buurt, het blijft toch zíjn buurt. En hoe stroef het contact ook loopt met zijn vader, het blijft toch zíjn vader. Geen enkele schuld zal daar wat aan veranderen. Het drijfzand heeft geen vat meer op Kevin, maar zijn omgeving blijft erin wegzakken.