Vuistdik en virtuoos
Als de gedoodverfde Nobelprijswinnaar Javier Marías op deze wijze blijft excelleren, móet die prijs een keer zijn kant op komen. Met het vuistdikke Zo begint het slechte voegt hij weer een nieuw hoogtepunt toe aan zijn inmiddels fabuleuze oeuvre.
“Zo begint het slechte en blijft het ergste achter”, is een quote uit Shakespeares Hamlet waarmee Marías de maatschappelijke verhoudingen in het post-Franco tijdperk in Spanje probeert te vangen. Het is een tijd van achterdocht en besmuikte beschuldigingen, maar vooral ook een tijd van zwijgend wegkijken. De scheidslijn tussen goed en kwaad is door de jaren heen uiterst vaag geworden en uiteindelijk is niemand vrij van smetten. Met een blik op de toekomst moet het verleden worden vergeten, het heden zal dienen als tijdelijke overbrugging.
Ontdekkingsreiziger
De jonge Juan de Vere werkt als assistent voor filmmaker Eduardo Muriel en diens vrouw Beatriz. Hij is de hoofdpersoon en verteller die terugblikt op de gemankeerde relatie van zijn superieuren in de roerige jaren na de dood van Franco. Er is een groot geheim, een dramatische gebeurtenis in het verleden, die Eduardo en Beatriz uit elkaar heeft gedreven. Het echtpaar deelt een huis en de zorg voor de kinderen, maar leeft verder langs elkaar heen.
Marías laat Juan de Vere fungeren als een observator met een minimum aan levenservaring. In zijn onderdanige adoratie voor Eduardo en zijn heimelijke verliefdheid op Beatriz wordt hij een ontdekkingsreiziger in het complexe leven van volwassen mensen. Zijn gedachten vormen een meanderende stroom aan hypotheses, verdenkingen, aannames en vaststellingen. Dat is een grote kracht van de auteur: in een omcirkelend proza lijkt hij te raken aan definitieve gevolgtrekkingen, maar de stem van Juan de Vere blijft aarzelend en zorgt dat het onderliggende mysterie steeds groter wordt.
Waarheidsvinding
Als De Vere voor zijn baas de gangen van een bevriende dokter moet nagaan, brengt hij een aantal vuile details uit diens praktijk gedurende de Franco-tijd aan het licht. De hele kwestie lijkt op een afrekening uit te lopen, maar wordt gevoeglijk onder het tapijt geveegd als de dokter zijn trouw aan Eduardo bewijst door het leven van zijn vrouw te redden na een ternauwernood mislukte zelfmoordpoging. Voor Beatriz is het onmogelijk om nog verder te leven in een huwelijk dat belast is met een leugen die zij ooit zelf in het leven heeft geroepen.
Deze allesomvattende leugen, die hier onvermeld moet blijven, is essentieel in de verdere verhouding tussen Eduardo en Beatriz. In een uitvoerige beschrijving komt Juan de Vere langzaam tot de bron van alle ellende en weet daar in prachtige bespiegelingen zijn licht over te laten schijnen. Marías laat De Vere zich, in zijn zoektocht naar waarheden, ontwikkelen tot een veelzijdig personage dat ook zijn eigen onvolkomenheden met zich meedraagt.
Zo stuwt de schrijver zijn verhaal naar een dramatisch einde dat het moralistisch streven naar waarheidsvinding volledig ondergraaft. Hij knoopt de nasleep van de roerige geschiedenis van Spanje onder Franco virtuoos aan een door bedrog aangevreten huwelijk. In beide gevallen lijkt de mensheid beter af te zijn bij het verbergen van de oneerlijkheid in plaats van het naar boven halen van de waarheid.
Midden in deze sublieme roman laat Javier Marías zijn personage peinzend concluderen: “als je ervan afziet iets te achterhalen wat je niet te weten kunt komen, misschien begint dan het slechte, maar blijft het ergste achter”.