Muziek / Achtergrond
special: Sharp guitars und ooohs & aaaahs

London Calling lente 2006 en het vergelijkend journaille onderzoek

.

~

Hysterische toestanden waren er ook in Paradiso afgelopen weekend, want wat was het een bijenkorf. Bij dit festival is de verdeling van de mensen over de zalen normaal gesproken al een probleem, maar dit keer is het wel heel erg. Mocht je de (veel te) kleine zaal toch binnen zijn gekomen door ruim van te voren aanwezig te zijn, dan moet je geen bezwaar hebben tegen totale verdrukking. De hordes tieners hier in ieder geval niet. Wat zijn het er veel dit jaar! Adverteert London Calling tegenwoordig in de Fancy? Leuk, nieuw bloed houdt de muziek jong en fris, toch? Maar minder leuk, omdat zoveel tieners bij elkaar zich gemakkelijk massaal in een te klein zaaltje weten te proppen en zichzelf en hun omstanders te pletter te pogoën op zo’n beetje iedere hint van een ritmeversnelling in de muziek. Maar voor de bands zelf moet dit massale enthousiasme geweldig zijn om te zien. Deze kids zien er trouwens allemaal bijzonder goed uit: hippe haartjes en kleertjes met bewust gekozen strepen- of stippenpatronen. Waar komen ze toch vandaan, deze gestreepte mini-hipstertjes? Zijn dit misschien de nieuwe early adapters? Zouden zij alle previews en My Space pagina’s van de bands op dit festival al ruim van te voren hebben onderzocht? Zoals gebruikelijk werd er door de muziekmedia en op weblogs al dagen voor aanvang gespeculeerd wie het helemaal gaat worden deze keer. Wat is ons en al die tieners eigenlijk beloofd en wat is daar op London Calling lente 2006 van terecht gekomen? Een vergelijkend journaille onderzoek schept duidelijkheid.

Vergelijkend warenonderzoek

Net zoals het festival begint dit vergelijkend warenonderzoek met de grootste, meest gehoorde naam van allemaal: Dirty Pretty Things. Dit nieuwe project van ex-Libertine Carl Barat werd twee weken geleden aangehaald door Popmatters.com. De redacteur komt tot de conclusie dat ze weliswaar betere indierock maken dan de meeste bands, maar dat ze slechts een goed lijkende schaduw zijn van die groep die destijds je leven veranderde. Dit blijkt ook in Paradiso. De Dirty Pretty Things zijn hier gestoord populair. Elke omfloerste blik van Barat richting publiek levert hem hysterisch gegil op van de tieners. Bij de eerste noten is het meteen duidelijk: Libertines. Maar ze spelen werktuiglijk en zo ongeïnspireerd dat ze het niet redden met hun reputatie en de grote muzikale kwaliteit waarover ze beschikken.

~

Mystery Jets en The Kooks hebben de buzz rond hun naam vooral te danken aan succesvolle optredens op Eurosonic in Groningen eerder dit jaar. File Under schreef over The Mystery Jets: “Oké, dit is ook retro, maar dan wel van de hippe soort: hoekig, rammelend, very British en onweerstaanbaar!” Daarmee doet File Under de band uit Londen tekort. Bijkans iedere band op dit festival is hoekig, rammelend en vooral very British. Wat deze groep voor heeft op de rest is het aanstekelijke enthousiasme en een vleugje progrock. Zelden kwam een vader/zoon combinatie muzikaal zo goed uit de verf. Je zou willen dat Henry Harrisson je eigen vader was… Over The Kooks kon 8WEEKLY je eerder melden: “Daar [London Calling] zouden The Kooks trouwens ook wel eens hun opwachting kunnen maken, aangezien ze gewoon lekkere vlotte popmuziek produceren, maar dan met een tropisch tintje in de vorm van reggae en ska. Niks mis mee, dit bandje.” Ja, ook in Paradiso was het weer genieten van deze Kooks en hun zanger met zijn charmante hoge stem.

The Futureheads, ook zo’n veelgehoorde naam. Rockbeast beschrijft een concert van drie jaar geleden in Exeter (UK): `Een vriendelijk viertal die felle nummers van korter dan drie minuten eruit knallen’. Niks aan toe te voegen.

Over het Australische Howling Bells schreef London Calling.nl: `De onheilspellende drum- en baspartijen en de zwevende gitaren leggen een perfecte basis voor zangeres Juanita. Haar zanglijnen zijn wispelturig, soms bezwerend als een sirene, dan weer huilerig en bezeten, zoals PJ Harvey in haar beste tijd’. Nou, vooral PJ Harvey is in Paradiso nadrukkelijk aanwezig. Erg mooi.

~

De vrouwen

The Long Blondes, aahhh, The Long Blondes waren ook zo getipt. Bijvoorbeeld door Kindamuzik: “Bubblegumpop, hoekige punk en dansbare discobeats in een mix van fifties, seventies en eighties.” Tsja, om nou bijna alle decennia van popmuziek uit de vorige eeuw erbij te sleuren om dit vijftal uit Sheffield te omschrijven gaat wat ver. Voor nu is het genoeg om te vermelden dat sexy zangeres Kate het exacte negatief van Blondie is. Met zwart haar dus. What’s (not) in a name? Wat ons brengt bij een andere band waar het aantal vrouwelijke leden de mannelijke overtreft. Oor zegt: “Drie meisjes en een jongen uit Darlington die volgens eigen zeggen ‘electro-indie-punk’ brengen.” Klopt. We Start Fires is een eigenwijs en een tikkie kinderachtig riotgirlbandje. Leuk om onbekommerd met je klasgenootjes op uit je dak te gaan in de pub. Van een heel ander kaliber is de frontvrouw van de Noisettes. 3voor12 heeft de kenners ingeschakeld: “Nicole [Blommers] tipt The Noisettes, die ze beschrijft als een mix tussen Skunk Anansie en de Yeah Yeah Yeahs”. Zangeres Shingai Shoniwa is de eyecatcher en net zo vreemd exotisch als haar naam klinkt. Aan het rijtje Skunk Anansie en Yeah Yeah Yeahs kun je dan ook Grace Jones toevoegen, gezien haar excentrieke kleding en kapsel.

Dan nu de meest mannelijke band: Humanzi. Hormonale garagerock gebrouwen uit een explosief mengsel van testosteron en adrenaline. Bakkebaarden en leren jasjes bepalen hun looks en zanger Shaun heeft uiterlijk wel iets weg van Meatloaf. Geen vrouw waagt zich in de voorste helft van de kokende zaal… “This is the Shit so get used to it!” zingen ze. 3voor12 was er als de kippen bij: “Oordoppen in en gaan! The Stranglers! The Clash! Verdomme! The Damned!” En zo is het maar net.

Ook lekker lomp en mannelijk zijn de hooliganeske bandjes Bromheads Jacket en Sunshine Underground. Die laatste is goed gekozen als de late afsluiter van het festival. Ze bouwen een feestje zoals ook The Happy Mondays het misschien ooit deden. Al zijn ze op het podium iets te vadsige jongetjes in poloshirtjes. Veel te volks en veel te jong.

~

Hoogtepunt

Het Hoogtepunt van London Calling lente 2006, rapapaah, rapapaaah… Bromheads Jacket! Dit is je reinste Arctic Brut, maar dan beter. Drie schoffies bespelen overvolle zaal alsof het de normaalste en leukste zaak van de wereld is. De Duitse blogger Popnutten omschrijft hun muziek als volgt: “Bromheads Jacket, selbstverständlich auch aus Sheffield, bietet Sprechgesang, sharp guitars und Uuuhs & Aaahs. Ich bin sehr angetan ob der Einfachheit der Songs. Wunderbar.” Nee, dan live, dat is pas echt wunderbar. Als een opgevoerde en opgepunkte The Streets, geven ze alles wat ze hebben en meer. En menen het ook. De feestvreugde is helemaal niet meer te stuiten als zanger Tim na een snoekduik in het publiek weer boven komt drijven met een bebloed gezicht. Blij wijst hij het publiek op de overeenkomst met zijn held Henri Rollins. Zelfs als zijn gitaar een val op de grond niet overleefd, is hij niet te stoppen. Dan maar een liedje zonder gitaar. Eén conclusie: dit zijn de ware punkhelden!

De mindere helden van het festival traden op onder de namen van My Latest Novel, The Cinematics en The Immediates. Over de eerste vertelt Tijdnet: “Met scherpzinnige melodieën, klaaglijke violen en een delicate mix van percussie, belletjes en snaren wordt een gelaagd parcours afgelegd. Dat wordt af en toe gecounterd door complexe tempoveranderingen, en mondt soms uit in verheffende noisepartijen.” Weinig mensen hebben op dit festival echter het geduld voor een matig aftreksel van The Arcade Fire. Die vergelijking is te snel gemaakt, om dieper in te gaan op hun eigen geluid.

The Cinematics is een duidelijk voorbeeld van een band die we niet meer willen horen of zien de komende vijftien jaar. Britse postpunk met een zeer ernstig gezicht, gebracht door een voorman in het uitgekauwde kledingconcept van strak wit bloesje, smal dasje en de haren nonchalant in het gezicht gekamd. Dat mag niet meer, dat is uit.

Te jong

Het jonge The Immediates zijn met hun harmonieuze samenzang een soort punk-Beatles. Op zich een aardige vervanger voor Black Wire, maar ze hebben niet echt een duidelijk eigen geluid door de instrumentale stoelendans die er na ieder liedje plaatsvindt. Misschien wordt het beter als ze wat ouder zijn? Dat is ook het advies wat opgaat voor de jongetjes van The Good Shoes. Zeer getalenteerd, maar nog lang niet in evenwicht. Ze beheersen de meest ingewikkelde gitaarpartijen en kunnen hun muziek net zo hoekig en onnavolgbaar laten klinken als Clor, één van de hoogtepunten op de vorige editie van LC. Maar de zang is irritant schel en eentonig, waardoor de muziek al snel gaat tegenstaan.

Om nu met deze constatering dit festivalverslag te beëindigen staat ook maar zo negatief. Nou vooruit, nog één keer dan, om alle journalistenneuzen dezelfde kant uit te krijgen: BROMHEADS JACKET!