Onduidelijk verhaal
DUBBELRECENSIE (Klik hier voor de recensie van het Rijksmuseum Twenthe)
Zowel Museum De Fundatie als Rijksmuseum Twenthe kregen vijfentwintig Turners. Hoe bouw je daar een tentoonstelling omheen? De musea hebben elk een heel ander antwoord op die vraag, zo toont de huidige dubbeltentoonstelling.
De bruiklenen werden verdeeld volgens de inventieve gedachte om de elementen als leidraad te nemen. Zwolle kreeg ‘water en vuur’, Enschede kreeg ‘aarde en lucht’. In Zwolle begint de tentoonstelling met een rijtje namen van kunstenaars met Turners naam bovenaan. De glazen deur die je de tentoonstelling doet betreden verraadt al het eerste thema: naast de titel staat in grote, rode plakletters WATER in het gangetje tussen de zalen.
De logische keuze is linksaf: een eerste, klein zaaltje in. Daar getuigt een poster die op de muur is geplakt van Turner als een jonge man. Op de muur ernaast hangt een rij levensfeiten achter jaartallen opgesomd. De openingszaaltekst, die de tentoonstelling algemeen inleidt, hangt ook in deze zaal en is een mooie beschrijving van Het Sublieme, al is de taal ietwat dramatisch en grammaticaal niet overal correct.
Fragmentarische opzet
Een volgende zaal doet iets heel anders: die laat een aantal Nederlandse schilderijen zien die rond de tijd geschilderd werden dat Turner zijn schetsboekjes vol tekende. Die boekjes liggen er, in een vitrine, maar toch geven de schilderijen de indruk erbij gesleept te zijn. De vraag is überhaupt of Turner zelf door deze kunstenaars geïnspireerd is geweest. Vervolgens komt de bezoeker als eerste in een van de twee grote ‘elementzalen’ terecht: WATER, staat er groot op de muur geplakt. Meteen ziet hij een Turner uit zijn late periode, met een vette gouden lijst eromheen en glas ervoor: Stormy Sea with a blazing wreck uit circa 1835 hangt er. Maar de compleet lukrake werken eromheen – andere kunstenaars, andere tijdsperiodes, andere media – irriteren en doorbreken de grootse, meeslepende sfeer die men kan verwachten bij deze kunstenaar. Specifiek voor het werk gaan staan helpt ook niet: de belichting zorgt ervoor dat vooral de schaduw van de bezoeker in het glas te zien is. Het is moeilijk Turner in zulke lichte zalen te presenteren (plafondramen, witte muren) en het is een museum met weinig ruimte, maar een oplossing had kunnen zijn de overdaad in dit geval te staken en alleen een aantal Turners bij elkaar in een zo verduisterd mogelijke zaal te tonen.
Pronken of laten zien?
Seascape with distant coast is de Turner die centraal staat in het volgende kleine zaaltje, dat het thema “Indistinctiveness” lijkt te hebben gekregen. Er hangt een tweede Turner, Fishermen at sea, waarnaast op het bordje Fisherman at sea te lezen staat – een klein foutje. Het is het eerste tentoongestelde schilderij in de ‘prestigieuze’ Royal Academy, vertelt de lovende zaaltekst. Als het museum zijn bezoekers echt het sublieme wilde laten voelen en maar een handvol Turners in bruikleen kreeg, was het beter af geweest hun eigen Rothko Chapel te bouwen en daar de bezoeker een voor een binnen te laten, dan was de boodschap WEL overgekomen. Want de vraag werpt zich op – voor wie is deze tentoonstelling? Voor een museum dat wil pronken of voor een bezoeker die wil kijken?
Het enige wat Museum De Fundatie lijkt te zeggen is dat het een enorme eer is deze Turners te kunnen zien – waarin het wel degelijk gelijk heeft – maar wat mist is de ruimte voor de bezoeker om, de tentoonstelling door lopend, te gaan begrijpen waarom dat zo is. Voor een Turnerliefhebber is deze tentoonstelling een mislukking te noemen.