Met de Groningse Noorderzon vertrokken
De liefhebber kan zichzelf er elf dagen lang verliezen in kunst en cultuur – en anders ga je gewoon één dagje. Noorderzon Performing Arts Festival 2015 in Groningen biedt van 20 tot en met 30 augustus een weelde aan artistieke acts, zoals podiumkunsten, muziek, dans, theater, komedie, literatuur en wetenschap. Nieuwsgierig? Je kunt het de komende dagen zelf nog ervaren!
Noorderzon viert dit jaar haar zilveren jubileum. In die vijfentwintig jaar is het uitgegroeid tot een festival van internationaal formaat. Dat is goed te merken: naast Nederlands is de voertaal namelijk Duits, Engels of Spaans. De binnenstad van Groningen is één groot festivalterrein. De kermis op de Grote Markt verbleekt erbij.
De stempel ‘studentenstad’ is Groningen voor eventjes kwijt. In elf dagen tijd komen er namelijk zo’n 135.000 bezoekers langs, zo is de verwachting. Veel voorstellingen zijn gratis bij te wonen, sommigen tegen een kleine vergoeding. Publiek en artiesten van over de hele wereld verzamelen zich op één van de vele locaties, verspreid door de stad, om een optreden mee te maken. 8WEEKLY is er drie dagen bij en verslaat de hoogtepunten.
Abstract theater door kinderen in het Grand Theatre
Het Grand Theatre aan de Grote Markt ging in maart 2015 failliet. In september wordt de boel overgenomen door Poppodium de Oosterpoort en de Stadsschouwburg, maar speciaal voor Noorderzon opent het theater nu alvast haar deuren. Achter die deuren is het Amerikaanse theatergezelschap 600 Highwayman te zien, met hun show Employee of the Year. De arbeidsinspectie is er ook bij op deze avond, omdat vijf meisjes van rond de elf jaar gezamenlijk de hoofdrol spelen. Deze jonge meiden vertellen beurtelings het levensverhaal van het hoofdpersonage Jay. Nadat haar huis is afgebrand, komt ze erachter dat haar moeder niet haar echte moeder is.
Het is knap hoe de jonge meisjes afwisselend dezelfde rol spelen en het verhaal achteloos van elkaar overnemen. Terwijl één iemand vertelt, is de rest onderdeel van het decor. Soms zitten ze, soms rennen ze. De meiden spreken letterlijk uit waar ze zijn en hoe de omgeving er uit ziet, terwijl de rest met hun handen in het luchtledige wijst. Dat maakt het vooral een abstracte show, onze verbeeldingskracht moet hier zelf iets van maken. Voor mij werkt dat erg slecht. Als je geen beelddenker bent, had je net zo goed naar een hoorspel kunnen gaan.
Van de arbeidsinspectie wordt niets meer vernomen. Dat is dus goed verlopen. Zoekend naar een moraal van het verhaal, gaat het om de zoektocht naar je eigen identiteit. Jay zoekt in eerste constant naar haar familie, maar vergeet zichzelf daarbij. Dit blijkt uit de zinsnede die Jay op haar vijfendertigste te horen krijgt: “Don’t spend your whole life chasing your real mother. Live your life!” Op haar tachtigste zal ze zeggen: “There was a lot of blindness in my life”.
Stand-up radioshow; een ode aan de jazz
Een verdieping hoger verklaart acteur/regisseur Frank Boyd zijn liefde aan de Amerikaanse jazz. Met The Holler Sessions zet hij een ‘stand-up radioshow’ neer, waarbij het decor bestaat uit een kleine, viezige radiostudio. Boyd is de DJ. “Goodmorning, Kansas City! The lines are open, call me now”, spreekt hij in de microfoon. Als het publiek inbelt, ontstaat op die manier een live gesprek. Zodoende schudt hij het publiek af en toe wakker met een kleine prijsvraag.
Boyd vertelt gepassioneerd over Charlie ‘Bird’ Parker. De DJ doet een denkbeeldig interview met Miles Davis, waarbij hij de vragen stelt én de antwoorden geeft. En hij vertelt over de jeugdjaren van Louis Armstrong. Ook krijgen we een lesje ‘jazz-recovery: “The first step to recovery is to admit you have a problem”. We leren steeds meer over legendarische jazzmusici en in de tussentijd bespreekt Boyd de kranten.
Gedurende de show praat Boyd allemaal jazzplaatjes aan elkaar. Zodra de plaat aangaat, gaan de podiumlichten uit, waardoor Boyd een verrassingseffect teweeg kan brengen. Aan het eind van de show staat er opeens een lokale jazzband op het podium, voorzien van twee saxofoons, een contrabas en drums. Door zijn spottende, ironische en spitsvondige grappen blijft de show constant onderhoudend, voor zowel muziekliefhebber als grappenmakers. Een vermakelijke show, één van de absolute hoogtepunten voor de muziekliefhebber, met sterk en humorvol spel van Boyd.
Harde monoloog in de Noorderkerk
Even ten noorden van de Grote Markt bevindt zich de Noorderkerk. Eigenlijk zou Joris Luyendijk daar een lezing geven, maar dat werd afgelast. Privéomstandigheden. Jammer. Gelukkig is Robert Fariás er nog, in de voorstelling Acceso van Pablo Larraín. Eerder dit jaar won de internationaal bekende filmregisseur een Zilveren Beer in Berlijn, nu staat hij met deze theatermonoloog voor een zwart doek te schreeuwen.
Fariás speelt een jongen die spulletjes verkoopt in de bus. Daarin vertelt of schreeuwt hij over zijn lastige jeugd in Chili. Hij vermoordt de vader van zijn vriendinnetje en komt in een tehuis terecht. Daar wordt hij verkracht door de priesters. Ondanks dat hij erg boos is, blijft hij de priesters verdedigen. Zelfs voor de rechter. De priesters hadden hem namelijk wel lief!
De voorstelling is erg persoonlijk, barstend van de symboliek. Te beginnen met de locatie, ironisch genoeg een kerk. Het decor is erg sober: een zwart doek waar Fariás meerdere malen ferme klodders op spuugt. Fariás zelf marcheert, voorzien van zijn fles wijn, gedurende de gehele show door het publiek. Soms stopt hij ineens, blijft op enkele centimeters stilstaan en kijkt men recht in de ogen aan.
De gedetailleerde beschrijvingen van seksuele handelingen en de verwensingen aan het adres van de priesters gaan ver. Helaas loopt de Nederlandse‘boventiteling’ telkens enkele zinnen achter op de Spaanstalige Fariás. Daardoor is niet direct te begrijpen wat de hoofdpersoon zegt. Het publiek weet niet waar te kijken.
Dat de impact groot is, blijkt als na afloop van de show een enkeling letterlijk de zaal uit rent, applaudisserend en al. Dit rauwe verhaal, gecombineerd met het intieme contact tussen speler en publiek, creëert een ongemakkelijke sfeer. Het is knap theaterwerk. De show lijkt ook weerslag op Fariás zelf te hebben, als hij op de afterparty dansjes in zijn eentje doet en flink aan het bier slaat.
Ethische dilemma’s in de Stadsschouwburg
Vanaf de Noorderkerk gaan we ‘down’, net buiten de stadsgrachten ligt de Stadsschouwburg. Van buiten wordt die volledig gerenoveerd, maar van binnen is het nog volop in bedrijf. Hier speelt De Utvalgte, een Noors theatergezelschap bestaande uit spelers met het syndroom van Down.
De voorstelling maakt veel gebruik van 3D-beelden die op een projectiescherm worden afgebeeld. Met de 3D-bril kunnen we dit bekijken. Een verhaallijn is moeilijk te ontdekken, maar er worden tal van dilemma’s voorgelegd. Het gaat om de vraag of we perfectie moeten nastreven en of je moet beoordelen op het uiterlijk.
De show begint met twee wetenschappers die het universum onderzoeken, het eindigt met de ontdekking “dat het lichaam het universum is. Er is een begin en een einde.” In de tussentijd krijgen de acteurs nog seksuele voorlichting: mogen zij zich wel voortplanten? In een andere scène spelen ze de Ark van Noach na. Daar moeten keuzes worden gemaakt: wie mag er wel mee, en wie niet?
“In onze wereld moet alles perfect zijn, is geen ruimte om fouten te maken”, vertrouwt een theatermaker in het publiek me toe. Bij De Utvalgte wel. Één van de hoofdrolspelers moet constant zuchten. Tijdens een scène vraagt ‘ie ineens aan een medespeler wat hij moet doen. Geen enkel probleem, hier. Gewoon doorgaan. Een kalig meisje komt ineens op het projectiescherm, met een relativerend verhaal over wat er allemaal bestaat. ‘Downers’ bestaan ook! En daar is helemaal niets mis mee.
Altijd wat te doen in het Noorderplantsoen
Tenslotte gaan we naar hét epicentrum van Noorderzon: het Noorderplantsoen. In dit stadspark is het grootste deel van de voorstellingen en concerten bij te wonen, met elke dag een gratis concert op ’t Dok. De hype van duurzaam en biologisch eten en drinken is in het plantsoen ook aangeslagen, getuige de enorme hoeveelheid eet- en drinkstandjes.
In de Ophelia Tent staat Daniel Koren, de Israëlische muzikant en comedian met zijn absurdistische humor. The Most Important Thing is een ont-zet-tend strakke show, waarin hij de kijker steeds weet te verrassen. Hij heeft zichzelf met audio en video opgenomen. Vaak speelt Koren de bandrecorder af en speelt hij een rol in de video op het projectiescherm. Op het podium is hij vooral non-verbaal aanwezig. Hij speelt piano en gitaar. Zijn bewegingen en gelaatsuitdrukkingen zijn ontwapenend. Het is daarin geweldig hoe hij met zichzelf samenspeelt, Koren reageert op zijn virtuele evenknie en vice versa.
Daaruit blijkt ook hoezeer alles is vastgelegd. Wanneer het publiek het idee krijgt dat de denderende trein even in snelheid lijkt te minder, blijkt dat al snel geenszins het geval. Voor improvisatie is hier nul ruimte.
De sketches volgen elkaar zo snel op, dat sommigen het nauwelijks kunnen bijbenen. “Ik ben klassieke shows gewend: dat er een verhaal wordt verteld met een moraal”, aldus een aanwezige. ”Die moraal ontbreekt hier, elke scene staat op zichzelf.” Zo wordt het ‘tomatenlied’ gevolgd door een ode aan Nalaa van The Lion King, gevolgd door een ebola-grap, een lofzang op borsten en een mash-up aan pianoliederen.
Drie dagen Noorderzon is ontzettend vermoeiend. Het is onmogelijk om alles te beschrijven. Je moet het echt zelf meemaken.