Porgy Franssen schittert in ontroerende Cyrano
De Neus is oogverblindend. Hij straalt ons tegemoet, hij schittert en glimt in het theaterlicht. Letterlijk, want de neus van Cyrano is bij theater EA een metalen opzetstuk. Niet groter dan een normale neus, maar des te opvallender. En met een grote impact voor zijn eigenaar Cyrano, de fenomenale dichter en woordkunstenaar die lijdt aan zijn neus. Volgens regisseur Tarkan Köroğlu is Cyrano de Bergerac de ultieme macho, een echte man die zijn zwakheden probeert te overschreeuwen. Köroğlu vond in Porgy Franssen een briljante vertolker.
Dubbelspel
Alleen het hoognodige wordt verteld. Twee mannen, een mooie en een lelijke, zijn verliefd op het beeldschone meisje Roxane. Ze sluiten een deal: de welbespraakte maar lelijke Cyrano leent zijn stem aan de mooie stotteraar Christian, zodat deze het meisje kan veroveren. Zij valt in eerste instantie op het uiterlijk van Christian maar het is het innerlijk van de poëtische Cyrano dat haar hart pas echt in vuur en vlam zet. Als Christian sterft neemt hij het geheim van het dubbelspel mee zijn graf in. Roxane is ontroostbaar en gaat het klooster in. Cyrano bezoekt haar daar veertien jaar lang trouw. Bij zijn laatste bezoek – hij is zwaargewond – komt zij erachter dat ze al die jaren om de verkeerde heeft gerouwd. Maar het is te laat, Cyrano sterft in haar armen.
Stijlbreuken
Köroğlu heeft niet alleen het aantal personages gedecimeerd en de tekst sterk bewerkt, hij heeft het hele stuk gestript van onnodige tierelantijnen. De speelvloer is bijna kaal, op een aantal lange jaloezieën na, die het voortoneel van het achtertoneel scheiden. De jaloezieën kunnen open, dicht, omhoog en naar beneden. Met een wit achterdoek en een paar goedgeplaatste lampen worden in een eenvoudig maar doeltreffend schaduwspel alle nodige locaties weergegeven. De kostumering is al even sober: de mannen zijn in zwart-wit gekleed, Roxane draagt een zwart met witte jurk en een rood rouwkleed.De jonge regisseur Köroğlu heeft een onalledaags gevoel voor theatraliteit. Hij houdt van minimalisme maar schuwt tegelijk het grote gebaar en de vette knipoog niet. Door middel van stijlbreuken – een slowmotionscène, filmische muziek op een romantisch moment – probeert hij het publiek steeds op het verkeerde been te zetten. Hoewel dit niet altijd even goed werkt, geeft het wel een eigenaardige en interessante dynamiek aan de voorstelling. Het is een mooie aanzet tot een geheel eigen regisseurshandschrift.
Dienstbaar
Porgy Franssen is een heerlijke acteur. Hij stelt zich compleet dienstbaar op aan zijn personage, de vormgeving en zijn medespelers. Zijn Cyrano heeft in eerste instantie lekker veel bravoure maar al snel blijkt dat er een schuchtere, kwetsbare man onder al dat stoere gedrag schuilgaat. Franssen speelt Cyrano met een nederigheid zoals je zelden ziet. Hij is bijna doorschijnend van oprechtheid, kan zijn onzekerheid en wanhoop met zijn flair amper bedekken. Roos Drenth en Bob Wind doen hun uiterste best om hem tegenspel te bieden; Drenth is een lekker stevige Roxane, ziedend van woede als de liefde haar voor de tweede maal ontglipt. Maar Porgy Franssen moet zich bij deze jonge, onervaren spelers soms wat te veel inhouden om ze niet omver te blazen met zijn krachtige spel. Laten we hopen op Cyrano de monoloog.
Cyrano is nog te zien tot november 2006. Klik hier voor een speellijst.
Eerder recenseerden we Cyrano van het Nationale Toneel uit het seizoen 2003/2004.