Film / Films

Jazzmop

recensie: The Aristocrats

Eens in de zoveel tijd komt er een film langs die totaal anders is dan wat er tot dan toe geproduceerd werd. En het loont de moeite dergelijke projecten altijd het voordeel van de twijfel te geven.

Eddie Izzard
Eddie Izzard

De opzet van The Aristocrats is gemakkelijk te omschrijven: honderd komieken (waaronder Gilbert Gottfried, Drew Carey, Billy Connoly en Robin Williams) vertellen hun versie van een mop die stamt uit de hoogtijdagen van de Amerikaanse vaudeville. Zo gezegd lijkt het een concept dat onmogelijk kan werken, het tegendeel is echter waar. De crux is namelijk dat de mop, getiteld ‘Aristocrats’, een inside joke is die de stand-up comedians aan elkaar vertellen en niet hun publiek. De mop zelf is even flauw als ingenieus. Hij bestaat uit een paar vaste ingrediënten die altijd terugkeren; voor de rest is het variëren op een thema. Dit geschiedt op dezelfde wijze als jazzmuzikanten die een jazz-standard vertolken. Het gaat dan niet meer om een specifiek nummer maar om de muzikant. Juist hierdoor krijgt de kijker een unieke kans om allerlei komieken met elkaar te vergelijken.

Al snel wordt trouwens duidelijk waarom ze deze mop voor hun publiek verborgen houden. Elke denkbare (en ondenkbare) vorm van seksuele perversiteit wordt op groteske wijze verwoord. De Sade zelf zou nog een puntje kunnen zuigen aan de manier waarop sodomie, necrofilie, incest, bestialiteit en sado-masochisme aaneengeregen worden door komieken die elkaar proberen te overtreffen.

Niet eenvoudig

Dit soort humor werkt polariserend: je lacht erom of niet (en als je erom lacht, lach je hard). Het is dan ook niet verwonderlijk dat AMC Theaters, de op één na grootste bioscoopketen in Amerika, heeft geweigerd de film te vertonen. Als je echter over de perverse drempel stapt, blijkt dat de film niet alleen ontzettend grappig is maar dat er tegelijkertijd een analyse van humor gegeven wordt. Een proces dat doorgaans de dood van de mop betekent – op het moment dat je de clou uitlegt vermoord je immers de grap. De oplettende kijker zal daarom al snel doorhebben dat het geen eenvoudige opsomming is van allerlei ranzigheden, maar een humoristisch kijkje in de keuken van de clown.

Regisseur Paul Provenza & Penn Jillette
Regisseur Paul Provenza & Penn Jillette

Een clown die in zijn element is, want de komieken zijn hier op hun best. We zien ze achter de coulissen, in het café of in een hotelkamer, waar ze – niet gehinderd door ook maar enige vorm van censuur – hun beste ten gehore geven. Dat levert verrassende momenten op. Vooral Bob Saget (jawel, die helemaal niet grappige presentator van America’s Funniest Home Video’s) verbaast doordat hij niet alleen wel degelijk grappig kan zijn, maar ook nog eens de meest extreme van alle variaties weet te vertellen. De vrouwen komen er een beetje bekaaid af maar dat komt mede doordat ze een minderheid uitmaken van de stand-up comedians. Dat neemt niet weg dat hun bijdrage zeker niet onderdoet voor de heren. Met name Whoopy Goldberg blinkt uit met haar variaties op een voorhuidje. Toegegeven, niet al het materiaal is even grappig en Eric Idle had beter thuis kunnen blijven. Anderhalf uur is ook iets te lang, hoewel er komieken genoemd worden die in staat waren de mop tot tweeëneenhalf uur te rekken.