Feminisme bevrijdt ons allemaal
Feminisme is hip en ‘hot’: in september 2014 gaf actrice Emma Watson een veelbekeken en –besproken speech over vrouwenrechten bij de VN, terwijl mannelijke collega’s als Benedict Cumberbatch openlijk de feministische zaak steunen. In Het F-Boek geven zestig feministen een rijkgeschakeerd beeld van het feminisme in Nederland.
Redactrices Anja Meulenbelt, politica, activiste en schrijfster van onder meer het iconische De schaamte voorbij, en Renée Römkens, directrice van Atria, het Amsterdamse kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, hebben een indrukwekkende groep meer of minder bekende persoonlijkheden laten schrijven over hun ervaringen met het feminisme.
Een gevoeligheid voor wat er nog niet is
In Het F-Boek gaat het over cultuur en kunsten, over media en politiek, over recht en psychologie, maar het meest over gender en seksualiteit. Gender, oftewel de vooronderstelde rollen en gedragspatronen die aan mannen en vrouwen toegewezen worden, ‘is een dwangbuis’, citeert wetenschapsjournaliste Asha ten Broeke Laurie Penny. Om vervolgens te concluderen dat het hoogste doel van het feminisme zou moeten zijn zowel mannen als vrouwen van die dwangbuis te ontdoen. Dit even simpele als radicale punt komt telkens terug: feminisme werkt bevrijdend voor iedereen.
De kracht van Het F-Boek is het historisch besef dat van de pagina’s opstijgt. Dit wordt, weinig verrassend, vooral door bijdragen van oudere generaties doorgegeven: herinneringen aan de jaren zestig, zeventig en tachtig toen het feminisme opkwam en vruchten begon af te werpen. Er is, sinds de strijd voor gelijkheid van de grond kwam, veel verbeterd, maar dat we nog niet bij het gewenste eindstation zijn blijkt nog elke dag. De Utrechtse hoogleraar Rosemarie Buikema legt, via een analyse van Virginia Woolfs Three Guineas (1938), de lat hoog: waar het om gaat is niets minder dan ‘het implementeren van een gevoeligheid voor wat er (nog) niet is’.
Veelvoud van perspectieven
Een tweede kracht is gelegen in de aandacht die in deze bundel uitgaat naar waar gender andere factoren, zoals leeftijd en – vooral – etniciteit, raakt. Vroeger was dit binnen het feminisme een splijtsteen: in hoeverre kan een witte vrouw voor een zwarte vrouw en haar ervaringen spreken? Een aantal bijdragen gaat in op de aan deze vraag verwante problematiek, anderen kijken naar waar seksisme en migratiegeschiedenissen samenkomen. Weer andere zoomen in op sekse en seksualiteit, oftewel op queer identiteiten.
Niet alle bijdragen zijn even spannend of meevoerend, sommigen zijn wat braaf, of heel erg vanuit het ‘ik’ geschreven. De ene bijdrage zal meer bekoren of beklijven dan de ander – die openheid past wel bij Het F-Boek. De waarde van dit boek, waarom je hoopt dat zoveel mogelijk mensen het lezen, ligt in het veelvoud van perspectieven, stijlen en persoonlijkheden die naar voren treden.