Oorlogsfilm zonder oorlog
Toen ex-marinier Anthony Swofford in 2003 zijn boek Jarhead publiceerde, werd hij overladen met goede kritieken. Niemand had echter verwacht dat de verzameling biografische schetsen, filosofische overpeinzingen en kritiek op vader en zoon Bush stof zou opleveren voor een film.
Dat het toch gelukt is een coherente film te maken van Swoffords boek mag gerust een triomf voor de filmmakers worden genoemd. Aan de andere kant is het ook weer niet zo heel vreemd, getuige de lange lijst van grote namen die aan de film meewerkten: voor de camera de veelbelovende jonge acteurs Jake Gyllenhaal, Peter Sarsgaard en Jamie Foxx, achter de camera Roger Deakins (bekend van zijn werk met de gebroeders Coen), de legendarische editor Walter Murch (Apocalypse Now, The English Patient), en natuurlijk regisseur Sam Mendes, van wie elke nieuwe film na de hit American Beauty en het ondergewaardeerde Road to Perdition per definitie interesse wekt.
Oorlogsfilm zonder één gevecht
Net als in die eerdere twee films legt de van oorsprong Britse regisseur in Jarhead weer een Amerikaanse zenuw bloot: de film gaat over de eerste Golfoorlog, of, correcter: de soldaten die vochten in de eerste Golfoorlog. Of, nóg correcter: de soldaten die trainden, oefenden en vooral erg lang wachtten tot ze mochten vechten, en toen naar huis werden gestuurd.Het lijkt vreemd, een oorlogsfilm waarin niet gevochten wordt; toch kan Jarhead zich prima meten met de grote oorlogsfilms van de afgelopen decennia, die in Jarhead trouwens vrijwel allemaal worden geciteerd. Het begint al bij de openingsscènes in het trainingskamp, die bijna letterlijk is overgenomen uit Full Metal Jacket. In een ander deel van de film bekijken de mariniers Apocalypse Now en The Deer Hunter. Vietnam werpt zo’n duidelijke schaduw over de gebeurtenissen in Jarhead dat de parallel moeilijk is te missen: net als in die oorlog is er in de twee Golfoorlogen ook weinig kans op een hoopvolle uitkomst.
Perfect aangevoeld
Toen Jarhead een paar maanden geleden lauw werd ontvangen door zowel de Amerikaanse pers als het publiek, had een groot deel van de negatieve kritiek te maken met het gebrek aan emotie die de personages uitstralen, waardoor identificatie moeilijk is. Maar die neutrale toon verbeeldt juist perfect het karakter van die eerste Golfoorlog: voor het eerst leek een oorlog uitgespeeld te kunnen worden door op een paar knoppen te drukken. De zwart-groene nachtbeelden van CNN leken meer op een videogame dan op de realiteit en het was daardoor ook gemakkelijker om je emoties uit te schakelen bij wat er aan het gebeuren was.
Sam Mendes heeft dit karakter van de oorlog haarscherp aangevoeld en verbeeld, misschien juist omdat hij zelf geen Amerikaan is. Zijn personages kijken in de hele film uit naar de gewelddadige confrontatie met de vijand – de confrontatie die hun vaders en ooms twintig jaar eerder in Vietnam wel aangingen, maar die in Jarhead uitblijft. Hoe langer ze nutteloos in de stikhete woestijn blijven wachten tot ze aan de slag mogen, hoe grimmiger de onderlinge sfeer wordt. De strijdlust van de soldaten ontlaadt zich naar binnen in plaats van naar buiten, en dat is een kenmerk van elke oorlog dat nog niet eerder op zo’n schrijnende manier is behandeld in een film.