Victoriaans Londen in geuren
De debuutroman van Clare Clark bewijst dat vochtige, ondergrondse plaatsen zeker niet alleen ratten aantrekken. Het riolenstelsel van het Victoriaans Londen is het toneel van De geur van de rivier. Een interessante, maar bovenal smerige en stinkende plek voor een roman.
Hij balde zijn vuisten en dreef zijn knokkels in het vlees van zijn dijen terwijl het zwart hem begon te overstelpen, eerst langzaam, dwarrelend als roet, en toen in een onstuitbare vloed die zo heftig was dat die de organen in zijn borst verpletterde en het merg in zijn botten vergiftigde. Het drong zijn ogen binnen tot hij niets dan zwart kon zien; het vulde zijn hoofd met een soort onophoudelijk gegil.
William May is niet de enige bewoner van Londen die zich graag in de riolen van de stad begeeft. Ook de arme rioolstruiner Tom houdt zich geregeld op onder de grond. Hij vangt ratten om ze vervolgens door te verkopen aan een louche kroegeigenaar, die ze inzet bij illegale hondengevechten. De levens van Tom en William raken op een vreemde manier met elkaar verstrengeld na de moord op een Londense steenhandelaar.
Onevenwichtig
Driekwart van roman wordt in beslag genomen door uitgebreide beschrijvingen. Clark neemt veel tijd om in te gaan op de riolen en geur van de stad, en op de zwarte geesten en demonen die William uitdagen zichzelf te snijden en die hem tot waanzin drijven. Herhaling speelt daarbij een grote rol. Op het moment dat William verdacht wordt van de moord op steenhandelaar England, verandert de roman echter in een ware pageturner. De beschrijvingen nemen af en de nadruk komt juist op de actie te liggen, zoals op de pogingen die de advocaat Rose onderneemt om de moord te onderzoeken met als doel William vrij te krijgen. Hoewel dit mysterie natuurlijk opgelost moet worden, lijkt de verdeling tussen actie en beschrijving onevenwichtig en komt het detective-element een beetje uit de lucht vallen.Chaotisch?
De Publishers Weekly heeft gelijk als ze schrijft dat De geur van de rivier doet denken aan Das parfum van Patrick Süskind, aangezien Clark even “indrukwekkend in geuren en kleuren een sfeer weet op te roepen”. De sfeer in de rioolgangen is voelbaar, en de stank van de stad gaat haast in je neus zitten. Clark weet een treffend beeld op te wekken van Londen als een groot, duister en stinkend hol. “De stank die vanonder hem opsteeg, was nu al ondraaglijk. Die stroomde zijn neus binnen toe Rose zich in de schacht liet zakken, zo overweldigend dat zijn maaginhoud omhoogkwam en zijn mond volliep met zuur speeksel.”
Maar soms lijken deze beschrijvingen hun eigen leven te gaan leiden en zelfs het onderwerp van de roman te worden – zeker in het begin van het verhaal. Wat dat betreft is Clark iets te ijverig geweest. De uitgebreide sfeerbeschrijvingen, het schetsen van een compleet beeld van een man die waanzinnig wordt, het vertellen van het dagelijks leven van een rioolstruiner – en dat alles in het teken van een onopgeloste moord: het maakt dat ruimte, onderwerp en thematiek uit balans raken. De geur van de rivier is een ambitieuze, maar onevenwichtige roman.