Nieuwe dvd’s
.
Bang Rajan
(Thanit Jitnukul, 2000 • House of Knowledge)
Bang Rajan van de Thaise regisseur Thanit Jitnukul (eerder verantwoordelijk voor Kunpan) is de verfilming van het op ware feiten gebaseerde verhaal over het dorpje Bang Rajan uit het koninkrijk Siam (het huidige Thailand) dat in 1765 het optrekkende leger van de Birmese bezetter maandenlang wist op te houden,
totdat hun positie uiteindelijk echt onhoudbaar werd. Bang Rajan was voor Thaise begrippen een monsterproductie. Qua cameravoering, belichting en montage zit de film behoorlijk goed in elkaar, de special effects zijn niet altijd even geloofwaardig. De vele hak- en vechtscènes zijn vaak van dichtbij gefilmd – er spat zelfs modder op de lens van de camera – wat een realistische indruk wekt. Er is daarbij geen sprake van een ondubbelzinnige verheerlijking van geweld. De krijgers uit Bang Rajan worden bovendien neergezet als gewone mensen die twijfelen, fouten maken en verliefd worden. Helemaal geslaagd is de film echter niet, soms worden de emoties je wat al te duidelijk opgedrongen. Zo zijn de sterfscènes van een aantal van de hoofdpersonen achter elkaar gemonteerd, waarna ook nog eens een aantal geliefden in elkaars armen sterven. Daarnaast is het contrast dat gemaakt wordt tussen de domme bruutheid van het Birmese legers en de intelligente moed van de strijders uit Bang Rajan niet geheel objectief. Al met al is Bang Rajan een kundig, maar allerminst uitzonderlijk oorlogsepos. (Martijn Boven)Promised Land
(Amos Gitaï, 2004 • Total Film)
Promised Land van de Hebreeuwse regisseur Amos Gitai (bekend van o.a. Kadosh) handelt over het gruwelijk gegeven dat meisjes en vrouwen ontvoerd worden om vervolgens per opbod verkocht te worden aan seksclubs. Deze moderne variant van de slavernij is gruwelijk en wordt in bijvoorbeeld Israël op grote schaal
gepraktiseerd, maar ook in Nederland schijnt het incidenteel voor te komen. Het is daarom in Amos Gitai te prijzen dat hij deze thematiek onder de aandacht wil brengen, helaas is Promised Land niet altijd even geslaagd: de film ontbeert richting en tempo. Op zichzelf zijn de scènes indrukwekkend genoeg, zoals een nachtelijke veiling in de Sinaï woestijn waarbij een aantal vrouwen per opbod verkocht worden. Er is echter geen lijn die deze scènes met elkaar verbindt. Daarnaast zijn veel scènes te lang, waardoor de film op bepaalde punten ergerniswekkend traag wordt. Promised Land is gefilmd in documentairestijl en wordt gekenmerkt door een losse cameravoering en ongepolijste beelden en geluiden. We zien een enkele verbijsterde blik, een korte huilbui en een paar korte onduidelijke flashbacks. Een van de vrouwen wordt hardhandig gedwongen een man oraal te bevredigen, een ander smeekt een vrouwelijke bezoeker van de seksclub om hulp, die echter op haar beurt zelf ontvoerd wordt. De kleuren zijn donker, soms zelfs zo donker dat je moet raden wat er gebeurt. Er zijn weinig totaalshots, de camera zit voortdurend op de huid van de acteurs waardoor er een claustrofobisch effect ontstaat. Gitai streeft er duidelijk naar dat de kijker door eenzelfde soort verwarring wordt overvallen als de ontvoerde vrouwen die opeens de rol van hoer aan moeten nemen. Deels werkt deze strategie, maar ze wordt hier wat al te ver doorgevoerd. Hierdoor kom je van de personages nauwelijks iets anders te weten dan dat ze in een hel beland zijn. (Martijn Boven)Millions
(Danny Boyle, 2004 • A-Film)
Het lijkt erop dat de Engelse regisseurs van tegenwoordig weinig honkvast zijn. Zo heeft Danny Boyle, die in 1996 een culthit scoorde met Trainspotting, evenals zijn landgenoot Michael Winterbottom een grote variëteit aan films op zijn naam staan. Boyle tekende in 2000 bijvoorbeeld voor de ogenschijnlijke pulpfilm The Beach en
verraste in 2002 met de zombiefilm 28 Days later. Allebei kundige maar geen werkelijk briljante films. Desondanks was Trainspotting geen toevalstreffer. Boyle weet drommelsgoed wat hij doet, al zal niet iedereen zijn keuzes toejuichen. Zijn adaptaties van bekende filmgenres zijn niet altijd even geslaagd, maar bevatten wel altijd een ironische knipoog, waardoor de film net iets anders uitpakt dan de genreconventies voorschrijven. Zo ook Boyle’s laatste project Millions, dat wel heel dicht aanschuurt tegen de moraliserende familiefilm. De 7-jarige Damian praat in zijn zelfgebouwde hut met ingebeelde heiligen, als er opeens een tas met geld uit de lucht komt vallen. Hij denkt dat het een wonder is en wil het gebruiken om de armen te helpen. Zijn gehaaide broertje Anthony heeft echter andere plannen met het geld. Wat volgt is een hoop getouwtrek om het geld, die uiteindelijk uitmondt in het onvermijdelijke inzicht dat geld niet gelukkig maakt. Is het Boyle ernst met deze belegen moraal? Erg waarschijnlijk is dat niet, het ligt meer voor de hand om de film als een goedhartige parodie te beschouwen. De film bevat overduidelijk parodie-elementen. Zo wordt de promotiecampagne voor de Euro op de hak genomen met een hemeltergend slecht reclamefilmpje; we zien een laconieke politieman die de buurt komt uitleggen dat er met Kerst hoogstwaarschijnlijk zal worden ingebroken en daarbij doodleuk vertelt dat ze hem na afloop kunnen bellen; en de harkerige mormonen die spaarzaam zeggen te leven, geven een anonieme gift onmiddellijk uit aan een vaatwasser, een magnetron en andere luxegoederen. Deze parodiërende insteek maakt van Millions nog geen meesterlijke film, maar zorgt er wel voor dat de film het genre weet te overstijgen. Bovendien is het acteerwerk, met name van de beide debuterende kinderen Alex Etel and Lewis McGibbon, ronduit voortreffelijk. (Martijn Boven)The Chronicles of Narnia: The Lion, The Witch and the Wardrobe
(Marilyn Fox, 1998 • Just Entertainment)
Als er een grootschalige productie van een boekverfilming aan komt, weten anderen daar altijd nog een slaatje uit te slaan. The Chronicles of Narnia draait nu in de bioscoop, maar wat bijna niemand zich meer herinnert is dat de BBC in de jaren tachtig het verhaal van C.S. Lewis al eens heeft verfilmd als miniserie. Om geld
in het laatje te krijgen is deze nu op dvd uitgebracht. Destijds was de serie, vooral in Engeland, een groot succes. Er werden voor die tijd (1988) prachtige special effects gebruikt, zoals getekende fantasiewezens die in de film ‘geplakt’ zijn, en een grote, pratende nepleeuw. Tegenwoordig zijn die effecten vooral lachwekkend en niet om aan te zien. Alle pratende dieren, op Aslan de leeuw na, zijn volwassenen in dierenkostuums, wat tegenwoordig te stom voor woorden is, maar destijds niet beter gedaan kon worden. Het verhaal wordt erg goed gevolgd – wat ook wel mag met een speelduur van tweeënhalf uur. De kinderen Peter, Susan, Edmund en Lucy Pevensie vinden het betoverde land Narnia als ze zich verstoppen in een grote kledingkast. Daar moeten ze het land bevrijden van de ijzige koningin. De jonge acteurs zien er braaf uit, en zo spelen ze hun rol ook. De White Witch (Barbara Kellerman) geeft iedereen een lesje in overacteren, en zet zo een meer afstotelijke dan angstaanjagende heks neer. De extra’s vallen behoorlijk tegen. Een kijkje achter de schermen van de special effects stelt niets voor: het zijn losse beelden zonder enig commentaar. Daarachter komt een preview van het volgende deel dat de BBC verfilmde, Prince Caspian. De andere extra is een reünie van de Pevensie-kinderen, die best vermakelijk is, maar erg weinig diepgang heeft. De volwassen kinderen halen alleen wat herinneringen op in ongeveer tien minuten. Snel een bezoekje aan de bioscoop brengen is aan te raden, wil je niet meteen zijn uitgekeken op de wereld van Narnia. (Nora Sinnema)