Muziek / Voorstelling

Regisseur Pierre Audi overrompelt met Händels Tamerlano

recensie: De Nederlandse Opera & Les Talens Lyriques o.l.v. Christophe Rousset - George Frideric Handel - Tamerlano

.

~

Maar zoals wel vaker blijkt een revolutionaire aanpak in een door traditie gedomineerde omgeving uiteindelijk zeer verfrissend. Het boegeroep dat Audi’s regie bij de première in Zweden ten deel viel, heeft plaatsgemaakt voor vrijwel unanieme lofbetuigingen. Audi is inmiddels meerdere malen uitgenodigd een opera te regisseren in het in 1766 gebouwde theater, en in de Amsterdamse Stadsschouwburg is niet alleen te zien waarom, maar krijgt zijn enscenering nog een extra laag mee. Dit laatste komt doordat in de Stadsschouwburg het baroktheater van Drottningholm nauwkeurig is nagebouwd, van achterwand tot vloer. Het spanningsveld tussen traditie en kunstmatigheid wordt zo nog verder uitvergroot: het publiek weet immers dat wat zo authentiek oogt volkomen artificieel is.

Statisch?

Hoewel Händel meer dan veertig opera’s achter zijn naam heeft staan, werd er lange tijd slechts een handjevol opgevoerd. Zijn opera’s zouden te statisch zijn, slechts bestaan uit een schier eindeloze reeks aria’s vol herhalingen waarin steeds één enkele emotie centraal staat, waardoor alle vaart uit een voorstelling verdwijnt. Niet voor niets hergebruikte de componist zelf met grote regelmaat aria’s – de voortgang van de handeling zit immers in de recitatieven.

~

Niet bij Audi. Bij hem zijn de meeste personages voortdurend aanwezig op het podium en maken middels zeer gestileerde bewegingen en symmetrische looplijnen de complexe relaties tussen de verschillende personages kristalhelder. Solisten zetten regelmatig in hun aria’s ook juist niet een stapje vooruit, maar achteruit. Dat ze te allen tijde toch uitstekend verstaanbaar zijn, komt door misschien wel het meest authentieke barokorkest denkbaar: Les Talens Lyriques. In de ouverture klinkt het even wat al te fragiel voor onze eenentwintigste eeuwse oren, maar al gauw blijkt juist hoe ingenieus, ja, welhaast mathematisch, Händels orkestklank in elkaar steekt. Dirigent en vermaard barokspecialist Christophe Rousset verstaat daarbij als weinig anderen de kunst om het drama doorslaggevend te zijn in zijn tempokeuze, waardoor de voorstelling gedurende drieëneenhalf uur geen moment langdradig wordt.

Uitzonderlijke kwaliteit

~

Dankzij Rousset en Audi kunnen ook de solisten indruk maken. De Amerikaanse contratenor Bejun Mehta presteert in de titelrol van de wrede vorst Tamerlano bijkans het onmogelijke: ondanks zijn hoge stem weet hij buitengewoon machismo over te komen en is hij echt het haantje van de opera. En waarom hij verliefd wordt op Asteria, de dochter van de overwonnen sultan Bajazet, is eveneens evident. De Franse sopraan Sandrine Piau is precies op de juiste momenten verleidelijk, hevig verontwaardigd en wraakzuchtig. Maar eigenlijk is alles van uitzonderlijke kwaliteit aan deze Tamerlano, van solisten tot orkest, van belichting tot decor, van kostuums tot regie.

Het is natuurlijk onzin om een winnaar van deze productie aan te wijzen, een opera is immers geen Idols. Maar Pierre Audi bewijst met deze enscenering opnieuw zijn uitzonderlijk talent om modern muziektheater te maken zonder traditie uit het oog te verliezen.