Neil Young herhaalt zichzelf
Neil Young heeft grofweg gesproken twee vaatjes waaruit hij kan tappen. Ernerzijds is er de gruizige rockmuziek waarmee hij zich de bijnaam ‘Godfather van de Grunge’ wist te verwerven en onder andere bands als Nirvana en Pearl Jam inspireerde. Aan de andere kant geeft hij zich soms over aan het countrysentiment om de ‘old days’ te bezingen. Op zijn beste platen, zoals Harvest, After the gold rush en Zuma zijn beide elementen op vernuftige wijze vermengd. De laatste jaren slaat de balans echter steeds vaker door naar de intieme countrymuziek. Ook zijn nieuwste plaat zet die trend voort: op Prairie wind overheerst het cowboygevoel weer.
Nostalgie
Deze nostalgie lijkt samen te hangen met het besef van sterfelijkheid dat Young getroffen moet hebben toen tijdens het opnameproces van Prairie wind bleek dat hij een hersenaneurisma (een verwijding van een hersenslagader) had. Na een operatie herstelde hij echter voorspoedig en maakte hij de plaat af. Youngs steeds ijler wordende vocalen, die elk moment de suggestie wekken dat voor eeuwig de lucht uit zijn longen zal worden geknepen, passen uitstekend bij dit gevoel van eindigheid. Ook de dood van zijn vader, aan wie het album is opgedragen, speelt een belangrijke rol. Die lijkt symbool te staan voor de vergankelijkheid. Een paar keer weet Young dat treffend te verwoorden, zoals in het titelnummer, waarin de toekomst als een opzichtig glinsterende auto de garage van onze herinnering overheerst:
You can see into the future but it may be a mirage
Like a new car sittin’ there in your old garage
Op herhaling
Op Prairie wind is in ieder een geval een oudere en wat somberder man aan het woord. “A lot of people just live in the present tense”, zei Young in een interview naar aanleiding van het nieuwe album. Met deze plaat wil hij de luisteraar dus terug het verleden in slepen. En dat lukt, maar niet door de af en toe geïnspireerde nummers. Nee, naarmate de cd vordert wordt je je er steeds bewuster van dat Young zichzelf aan het herhalen is. De akkoordenschema’s klinken jammerlijk bekend, hoewel elke keer als je de tekst wil inzetten er dan toch een ander rijmpje op muziek blijkt te zijn gezet.
Hoewel hij in een nummer als It’s a dream toch wel een schitterend nostalgisch beeld weet neer te zetten, zijn veel nummers tamelijk zinloos, omdat ze geen enkele melodieuze uitdaging bevatten noch iets te melden hebben dat niet in drie woorden kan worden samengevat. Neem This old guitar, waarin Young een ode brengt aan zijn oude zessnarige vriend en He was the King, een hommage aan Elvis. Daarnaast gunt Young ons ook nog wat commentaar op de present tense zoals in When God made me, waar hij indirect kritiek geeft op de intolerante christelijke zendingsdrang van de regering-Bush, maar echt overtuigen doet het niet. Volgens mij wordt het tijd om zijn oude rock-kameraden Crazy Horse weer eens te bellen.