Kunst / Expo binnenland

Een cursus kijken door Hans Aarsman

recensie: De Aarsman collectie

Onder museumbezoekers heb je ‘kijkers’ en ‘lezers’. In een tentoonstelling zie je de lezers eerst op zoek gaan naar een tekstbord met uitleg, om vervolgens het tentoongestelde te gaan bekijken. Ze schuifelen van tekstbord naar kunstwerk naar volgend tekstbord en volgend kunstwerk. De kijkers beginnen echter meteen bij de kunst. Als ze behoefte krijgen aan uitleg dan werpen ze een blik op het tekstbordje. De lezers kijken heel gericht en daardoor zien ze misschien dingen die de kijkers missen. Soms kunnen lezers door zo’n uitleg echter ook wat minder onbevangen tegenover het kunstwerk staan, waardoor ze bepaalde dingen over het hoofd zien. Bovendien worden ze minder snel geraakt door het beeld omdat het tekstbordje steeds tussen hen zelf en het kunstwerk in staat.

In Nederlandse musea zie je veel ‘lezers’. Misschien heeft dit te maken met ons calvinistische verleden en met het onderwijssysteem dat daar uit voortvloeide. Daarin staat het woord centraal en niet het beeld. Op school leren kinderen lezen en schrijven, maar kijken vond men tot voor kort zo vanzelfsprekend dat daar weinig aandacht aan werd besteed.

Praatjes bij plaatjes

Fotograaf, verzamelaar en schrijver Hans Aarsman behoort onmiskenbaar tot de groep ‘kijkers’. Een plaatje of een foto zegt hem meer dan duizend woorden op een tekstbordje. Met enerzijds een grote onbevangenheid, en anderzijds een scherpe blik, een flinke dosis psychologisch inzicht en een gedegen kennis van het medium fotografie weet hij aan de hand van een (kranten)foto de meest prachtige humoristische of dramatische verhalen te vertellen. In zijn wekelijkse column De Aarsman Collectie in het kunstkatern van de Volkskrant, en in de Bakens op zijn website kunnen we meegenieten van deze ‘praatjes bij plaatjes’ en krijgen we onderwijl een cursus kijken. Lang keek ik al uit naar het boek waarin deze juweeltjes zouden worden gebundeld.

Verzameling

Foto van de tentoonstelling De Aarsman collectie in het Nederlands fotomuseum 2005. Foto: Hans Aarsman
Foto van de tentoonstelling De Aarsman collectie in het Nederlands fotomuseum 2005. Foto: Hans Aarsman

Half september verscheen bij NAI Uitgevers de publicatie De Aarsman Collectie, met daarin een selectie van de Volkskrant columns van afgelopen jaar. Ter gelegenheid hiervan organiseerde het Nederlands fotomuseum in Rotterdam een kleine presentatie van De Aarsman Collectie. Al snel wordt duidelijk dat Aarsman niet zozeer van ‘officiële’ fotografie houdt; alles wat een plaatje is telt. De expositie bestaat uit uitgeknipte foto’s uit binnen- en buitenlandse kranten, tijdschriften, reclamefolders van de Makro en de Jacques Hermans, ansichtkaarten en van internet geprinte foto’s.

Afgezien van een korte inleidende tentoonstellingstekst bevat de expositie geen tekstbordjes. Daardoor wordt de museumbezoeker gedwongen om elk plaatje nauwkeurig te bekijken en zodoende om verbanden te leggen tussen de opgeprikte foto’s. En dat is ook waar de zaaltekst toe oproept: toets je eerste indruk aan datgene wat er daadwerkelijk is te zien. Al kijkend ontdek je bijvoorbeeld dat de foto’s typologisch geordend zijn. Mensen die iemand in hun armen mee dragen, de beroepsfotograaf afgebeeld in advertenties, de oorlogsfotograaf, de soldaat in oorlog, portretten van leiders, mannen en auto’s, onthoofde koppen, vlees advertenties, doden, de Oranje familie, opmerkelijke foto’s van dieren, mensenmassa’s, ruzies et cetera.

Superman, Batman en de soldaat

~

De reeks ‘mensen die iemand in hun armen dragen’ springt het meest in het oog. Vooral de foto’s die op 2 en 3 september 2004 zijn gemaakt tijdens de bloederige ontknoping van het gijzeldrama op de basisschool in Beslan. We zien soldaten en burgers die halfnaakte, bebloede kinderen wegdragen uit de school. De wanhoop en verschrikking is van de gezichten af te lezen. Eén van deze foto’s heeft alles in zich om dè foto van het gijzeldrama te worden. Zoals Aarsman zelf zegt: “Dynamisch, bijbels, schoonheid, Hollywood, dreiging, heroïek, wat heeft een foto nog meer nodig om een icoon te worden?” We zien een soldaat met neergeslagen ogen en een sigaret tussen de lippen een gewond meisje met een in zichzelf gekeerde blik en wapperende haren wegdragen. Aarsman printte de foto uit het digitale fotoaanbod van de persbureau’s. We zien de foto terug op de cover van zijn kersverse publicatie, maar gek genoeg niet in andere kranten en tijdschriften. Door goed te kijken, ontdekt Aarsman waarom niet:

Dat komt door die sigaret. Een bloot meisje in je armen en dan een brandende peuk in je mond, dat gaat niet samen. Moet dat arme kind ook nog een brandwond oplopen? Hoe heeft hij dat ding trouwens aangekregen? Toch niet voordat hij de school in rende? Er is maar een paar millimeter as zichtbaar. Zou hij het kind daarnet even hebben neergezet om op zijn dooie akkertje een sigaret op te steken? Eén onwelgevallig detail en het collectief geheugen smijt de deur al dicht.

Naast de Beslan-foto’s hangen plaatjes van onder meer Superman, Batman en de heilige Christoffel. Ook zij dragen hulpbehoevenden in hun armen. Ook de advertentie om geld in te zamelen voor de slachtoffers van de Tsunamie in Azië – een man die tot zijn middel in het water staat met een kind in zijn armen – ontbreekt niet.

Groene vingers

Een veel minder dramatische foto levert ook een spannend verhaal van Aarsman op. Dit is het geval bij de foto De benedenwoning in Amsterdam-West van fotograaf Chris de Bode, die in de bundel is opgenomen. De foto laat de achterzijde van een benedenwoning in Amsterdam-West zien. In de ramen zijn lage flats, de bomen aan de overzijde en de ondergaande zon weerspiegeld. Rechts aan de muur hangt een gieter. Voor het raam hangt een waslijn met achtergebleven wasknijpers, die het onderwerp van de foto vormen:

Maar wat doen ze daar eigenlijk? In een goed geolied huishouden hangen knijpers nooit zonder wasgoed buiten. En zeker niet als ze van hout zijn. Daar komt het weer in, dat geeft maar vlekken in je kleren. Nu het fotobijschrift ‘De achterkant van de Marianne Philipsstraat 27, de woning van Mohammed B.’ Aan deze knijpers heeft de was van een moordenaar gehangen. Ziet u hem in de bak zitten met knijpervlekken in zijn onderbroek? Zeven wasknijpers liet Mohammed buiten hangen. Niet goed geluisterd toen zijn moeder hem vertelde dat ie met het binnenhalen van de was meteen de knijpers in het wasknijperbakje moest terugleggen. Of heeft zijn was nooit buiten gehangen? Zou hij ooit in zijn tuin zijn geweest? Aan de gieter te zien wel. Wat een ontroerend detail. Mohammed B., een jongen met groene vingers. Mohammed B. op zijn knieën tussen de bloemen, onkruid wiedend. Nee, dat gelooft geen mens. Van de vorige bewoner natuurlijk geweest, die gieter. Net als de wasknijpers. Mohammed heeft ze nooit een blik waardig gekeurd. Hij was niet met plantjes bezig, niet met de was, hij was zogenaamd met grotere zaken in de weer. Domme Mohammed. Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert. Ook dat heeft zijn moeder hem vast verteld.

De columns van Aarsman zijn verfrissend, onderhoudend en recht voor zijn raap. Bovenal zijn ze een ode aan het kijken. Misschien moeten we met z’n allen bij hem op cursus. Het boek en de expositie vormen hiertoe in ieder geval een goed begin.

Hans Aarsman • De Aarsman Collectie • NAi Uitgevers • ISBN 90-5662-470-9