De molentjes ver voorbij
Wie aan keramiek denkt, heeft het al gauw over kopjes en schoteltjes, borden of vazen. Kenners weten dat die niet per sé van de Blokker afkomstig hoeven te zijn en dat het lang niet altijd gaat om truttige motiefjes. Voor sculpturale keramiek, dus keramiek die alleen een esthetische functie heeft, is bij het grote publiek helaas weinig interesse. Onterecht, zeker gezien het feit dat met name grote keramische beelden een flinke opmars maken in de hedendaagse beeldhouwkunst.
Adriaan Rees, Zanger uit de serie Golden Voices, 2004 |
Dat keramiek niet louter gebruiksvoorwerp is, maar evenzeer een decoratief kunstvoorwerp, is een oud gegeven. Toch lijkt dit in de Nederlandse hedendaagse kunst pas eind jaren zestig te zijn doorgedrongen. In deze periode begint keramiste Etty van Rees met het maken van kleine beeldjes van fantasiedieren. Hiermee zet ze een trend. In de jaren zeventig is Hans de Jong één van de toppers. Begin jaren tachtig keerde de potvorm in de hedendaagse keramiek terug. Op het werk van een enkeling na, zoals bijvoorbeeld Nicolaas van Os die grote beelden maakte van fantasie-operafiguren, verdween de figuratieve keramiek naar het domein van de ‘creativiteitscentrumkeramist’.
Vele mogelijkheden
De afgelopen vijf jaar zijn steeds meer keramisten zich in het figuratieve gaan verdiepen, waarbij vaak uitermate interessant werk ontstaat. Veelal gaat het om min of meer humoristische, soms zelfs barokke beelden. Keramiek is vanwege de grote hoeveelheid glazuur in vrijwel elke kleur mogelijk, wat bij klassieke beeldhouwmaterialen als brons en steen niet het geval is. Door de grote flexibiliteit kan keramiek – het is tenslotte klei – bijna elke denkbare vorm aannemen. De grootte is soms het struikelblok, omdat de oven waarin gebakken moet worden maar een beperkte capaciteit heeft. De oplossing: delen van een beeld afzonderlijk bakken en later aan elkaar bevestigen.
Leger van de keizer
Nick Renshaw, Native Procreation in Eboracum, Galerie De Witte Voet Amsterdam, 2004. Foto: Tsjalling Venema |
Het werk van de van oorsprong Engelse Nick Renshaw bestaat uit geabstraheerde figuren. soms geïnspireerd door bestaande voorwerpen, zoals een teddybeer. Zijn laatste serie – uit 2004 – bestond uit een grote groep beelden van 70 centimeter hoge mannetjes zonder gezicht. Renshaw experimenteert hier vooral met glazuur. De groep verwijst volgens de kunstenaar naar de legers van beelden die Chinese keizers meekregen in hun graf. Vrij intimiderend. Individueel zijn de mannetjes echter zo vertederend dat je ze een aai over hun bol wilt geven.
Erotiek en felle kleuren
Hele andere koek zijn de beelden van schilder/keramist Rob Birza. Het gaat in dit geval om fel gekleurde en expressieve beelden waar vaak een zekere agressie van uit gaat. Het formaat is vrij bescheiden. Opvallend aspect van Birza’s beelden is de ‘beweging’ die van het werk uitgaat. Zijn beelden zijn vaak humoristisch (zoals bijvoorbeeld mannetjes met lange zwierige beelden) en met een erotisch tintje. Vergelijkbaar met het werk van Birza is dat van Hans van Bentem. Van Bentem maakt naast keramische beelden ook beelden van glas. De vormentaal doet bij beide vaak cartoonesk aan. Van Bentems samenwerking met striptekenaar Luuk Bode wekt daarom weinig verbazing. Net als bij Birza is Van Bentems kleurige werk erotisch getint, zoals het grote beeld E.V.E.: een soort R&B-zangeres op laklaarzen die zo uit een MTV-clip lijkt te zijn weggelopen. Van Bentems sculpturen kunnen door hun heftigheid zowel worden opgevat als kritiek op de huidige mediamaatschappij en als een soort aanval op de klassieke beeldhouwkunst.
Expressie en soaps
Carolein Smit, Vanitas, 2004 |
Van Adriaan Rees (1957) is momenteel een expositie te zien in Museum Het Princessehof in Leeuwarden. Prominent aanwezig op deze tentoonstelling is een installatie van groteske koppen. Deze installatie wordt begeleid wordt door klassieke muziek. Rees verwijst met zijn werk naar de verhouding tussen de mens en zijn omgeving en naar de uitersten binnen de menselijke beschaving. Van de groteske koppen verwijzen er een aantal naar een klassiek koor, terwijl andere – met grote gouden tanden – rappers moeten verbeelden. Het werk van Rees is vrij grof van aard. Het proces van de schepping blijft zichtbaar. Veel gladder is de installatie Dromen over Carlo Montana van Ingrid Mol. Met een combinatie van meer dan levensgrote keramische beelden, decorschilderingen en computers met e-mails probeert Mol een verhaal te vertellen. De kijker staat als het ware midden in de soap. Het totaal is helaas te statisch en te vergezocht om lang te boeien.
Humor maakt het punt
Het werk van Carolein Smit (1960) is niet statisch. Deze keramiste werkt in verschillend formaat. In haar werk is de textuur het meest belangrijk. Zo heeft een erg lelijke baby een gerimpelde huid gekregen en is een geglazuurd Mariabeeld helemaal overdekt met scherpe punten. Erg komisch en totaal niet morbide is bijvoorbeeld het skelet van een middeleeuwse ridder.
De tentoonstelling van Adriaan Rees is nog tot zondag 14 augustus 2005 te zien in het Princessehof in Leeuwarden.