Boeken / Fictie

Unheimliche inspiratiebron voor velen

recensie: E.T.A. Hoffmann - Klaas Vaak en andere verhalen

Een man schenkt zijn spiegelbeeld aan de demonische schoonheid Giuletta; een oude vrouw ziet het goed geconserveerde lijk van haar bruidegom terug nadat het vijftig jaar in een mijn heeft gelegen; in een oud kasteel zorgt een brute moord uit het verleden voor een sinistere atmosfeer die langzaam verandert in een sluimerende waanzin; een alchemistische kinderhater neemt in de verbeelding van een jongeman de duivelse trekken aan van Klaas Vaak. Werkelijkheid en waanzin lopen door elkaar in de fantastische verhalen van E.T.A. Hoffmann. Ze verwekken een aangename huivering in je gemoed en doen je ademloos doorlezen tot in het diepst van de nacht.

Ernst Theodor Amadeus Hoffmann (1776-1822) was naast schrijver ook een hartstochtelijk muziekliefhebber, die als hommage aan Wolgang Amadeus Mozart zijn derde voornaam van Wilhelm in Amadeus veranderde. Hoffmann was zelf een niet onverdienstelijk muzikant die geruime tijd zijn geld met muzieklessen moest verdienen en tevens veel kritieken over de muziek schreef. Pas op latere leeftijd begon hij te schrijven en daarin bleek zijn talent pas werkelijk tot uiting te komen. Met name zijn verhalen vonden veel weerklank, maar ook zijn debuutroman Het duivelselixer (1816) was een enorm succes. Hoffmann oefende met zijn werk veel invloed uit op latere, veel bekendere schrijvers als Washington Irving, Nathaniel Hawthorne en Edgar Alan Poe.

~

Fantastische vertellingen

Hoffmanns Klaas Vaak en andere verhalen bestaat uit zes fantastische vertellingen die op uitstekende wijze in het Nederlands zijn vertaald door Anton Haakman. De bundel bevat naast drie verhalen (De avonturen in de oudejaarsnacht, Klaas Vaak en Raadheer Krespel) die Offenbach gebruikt heeft voor zijn opera Les contes d’Hoffmann, ook nog de huiveringwekkende novelle Het majoraat en de op ware gebeurtenissen gebaseerde De mijnen van Falun. Tevens is het sprookje Notenkraker en muizenkoning dat aan de basis stond van Tsjaikovski’s balletpartituur De notenkraker, opgenomen. Aangezien een verantwoording voor de keuze van deze verhalen ontbreekt, wordt het echter niet duidelijk waarom belangrijke verhalen als Das Fräulein von Scuderi en Der Goldene Topf ontbreken.

De Romantiek

Hoffmann werd met zijn verhalen een van de belangrijkste schrijvers van de (late) Duitse Romantiek. Zoals in de Romantiek heel gebruikelijk is behoren de dubbelganger, het kwaad, en de menselijke waanzin tot de belangrijkste motieven in zijn werk. Terwijl de traditionele fantastische literatuur zich echter veelal afspeelde op begraafplaatsen, in kloosters, en in woeste bossen waar bovennatuurlijke wezens rondspookten, situeert Hoffmann zijn verhalen echter al in een meer alledaagse setting. Vaak blijft het daarbij onduidelijk of de verschrikkingen werkelijk bestaan of zich slechts binnen het zieke bewustzijn van het personage afspelen.

Hoffmann bevindt zich met zijn verhalen dan ook midden in een ontwikkeling waarbij de demonische dreiging van spoken, heksen en andere griezels zich verplaatst van de bovennatuurlijke schemerwereld naar het menselijke innerlijk. De mythologische figuren die het ongrijpbare kwaad representeren worden zo steeds meer binnen de menselijke psyche zelf gesitueerd. Aan het eindpunt van deze ontwikkeling staat de opkomst van de moderne psychologie van Sigmund Freud. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Freud zijn essay Das Unheimliche grotendeels gebaseerd heeft op Hoffmanns verhaal Klaas Vaak.

Het unheimliche

In een interpretatieve tour de force weet Freud dit verhaal in verband te brengen met de enkele hoofdthema’s uit zijn psychoanalyse, zoals het castratiecomplex. Ondanks het feit dat zijn psychoanalytische duiding te geforceerd is om geheel te overtuigen, zijn Freuds ideeën over het unheimliche nog steeds uiterst relevant. Volgens Freud wordt iets unheimlich als de grens tussen werkelijkheid en fantasie vervaagt. Het unheimliche is niet zozeer angstaanjagend omdat het vreemd en onbekend is, maar omdat het juist op vreemdsoortige wijze aan ons verwant is, terwijl we onszelf er niet zomaar van kunnen losmaken. Het is een spiegel waarin we geconfronteerd worden met onze eigen duistere kanten die we veelal zorgvuldig verdrongen hebben.

In Klaas Vaak identificeert hoofdpersoon Nathanael de verschrikkelijke zandman uit het bakersprookje met de oude advocaat Coppelius, die geregeld bij zijn vader op bezoek komt voor geheime experimenten. Jaren later meent hij deze Coppelius te herkennen in de Italiaanse heer Coppola, handelaar in weerglazen, die hem een verrekijker verkoopt. Met deze bijzondere verrekijker bespiedt hij Olimpia die tegenover hem woont en de hele dag aan een tafeltje zit. Nathanael vergeet zijn eigen geliefde vriendin en wordt op slag smoorverliefd op deze Olimpia, die echter wel heel star en mechanisch is en niets meer weet uit te brengen dan “Ach, ach, ach.”

Noodlot

Het verhaal Raadheer Krespel heeft een veel minder unheimlich karakter, alhoewel het ook daarin wel sluimerend aanwezig is. Het verhaal gaat over de excentrieke violenverzamelaar Krespel die in het geheim met een onhandelbare operazangeres is getrouwd en bij haar zijn dochter Antonie heeft verwekt. Antonie blijkt prachtig te kunnen zingen, maar haar vader verbiedt het haar. Wat in eerst instantie op een dictatoriaal schrikbewind lijkt, blijkt later een zeer verstandig noodmaatregel te zijn die noodzakelijk is om Antonie in leven te houden. Desondanks slaat het noodlot toch ongenadig toe.