Wat er overblijft
Als je een boek niet goed vindt, kan dat twee verschillende oorzaken hebben. Of je hebt er zelf niks van gesnapt, of de schrijver heeft prutswerk geleverd. Je moet altijd uitgaan van het eerste, een positieve benadering van de schrijver: deze heeft immers zijn best gedaan om zowel technisch, stilistisch als inhoudelijk een goed werk af te leveren. De schrijver kan haast niet de bedoeling hebben gehad een mislukt boek af te leveren. Het ligt voor de hand dat je dan als lezer ergens iets over het hoofd ziet. Maar bij de nieuwe roman van Arnon Grunberg, De joodse messias, vraag ik me af wat ik dan precies niet begrijp.
Bijna vijfhonderd bladzijden telt De joodse messias, maar het verhaal is gemakkelijk samen te vatten. De Zwitser Xavier Radek, kleinzoon van een SS-officier, is gefascineerd door het lijden en besluit dat hij zal gaan troosten. Als onderwerp van zijn troostende activiteiten kiest hij het joodse volk.
Hij moest de joden gaan troosten.
Geen halfslachtig werk, niet een pleistertje hier, een beetje jodium daar. Goed troosten, dat om te beginnen, dan kwam de rest vanzelf. Xavier voelde een diep en ontzagwekkend medeleven met ze.
Xavier sluit vriendschap met de jonge orthodoxe jood Awromele en samen besluiten ze Mein Kampf in het Jiddisch te vertalen. Xavier leert Jiddisch, wordt besneden (een catastrofe, met absurde taferelen tot gevolg), wordt kunstschilder, verhuist naar Amsterdam en bereikt uiteindelijk het beloofde land, waar hij president wordt. Al die tijd zint hij op manieren om het joodse volk te troosten, te verlossen uit het lijden. Met de titel als steun in de rug is het niet moeilijk om Xavier als joodse messias te zien.
Verlosser
Xavier als messias, er zijn genoeg aanwijzingen. Mensen om hem heen hebben zelf geen naam maar heten ‘de moeder’ en ‘de architect’ (de vader van Xavier is architect) en als zij het over Xavier hebben noemen zij hem ‘het kind’. Het zijn aanduidingen die doen denken aan een allegorische voorstelling, waarin mensen symbool staan voor iets groters, iets algemeners. De teelbal van Xavier, die na zijn rampzalige besnijdenis van hem wordt gescheiden, wordt in een potje bewaard en draagt de naam Koning David. Zijn Koning David en Xavier allebei de messias, zijn ze het samen of is slechts een van beiden de redder van de joden? Wanneer Xavier aan het einde van het verhaal president is van Israël, geloven zijn onderdanen dat Koning David de joodse verlosser is. Maar de teelbal legt het uiteindelijk af tegen Xavier zelf, die het joodse volk in de laatste bladzijden van De joodse messias werkelijk van het lijden verlost.
Grunbergs droogkomische, maar soms alleen droge stijl en het perspectief van de cynische, alwetende verteller maken van deze roman een vlot leesbare, maar ook wat oppervlakkige vertelling. De verteller somt op wat er toen gebeurde en hoe het vervolgens verder ging. Vooral wanneer Xavier en Awromele naar Israël gaan, scheert de verteller in vogelvlucht over allerlei gebeurtenissen heen en zakt de spanningsboog in. De joodse messias kent een aantal goede, gruwelijke scènes waarin pijn en lijden een grote rol speelt, maar is over het algemeen nauwelijks spannend te noemen. Totdat de ontknoping zich aandient.Sensatie
Wie de recensies in de grote dagbladen links laat liggen, kan zich door de ontknoping van deze roman laten verrassen. In de laatste hoofdstukken wordt duidelijk wat voor een verlosser Xavier is. Die ontdekking roept een vreemd soort sensatie bij je op: wanneer het laatste puzzelstukje op zijn plaats valt zie je plotseling het grotere geheel, dat inhoudelijk verontrustend, maar technisch aangenaam verrassend is. Hoewel, verrassend? Het is net als met de film The Usual Suspects. Een tijdlang voel je je magistraal voor de gek gehouden, maar wanneer je terugkijkt zie je dat je het al veel eerder had kunnen weten. Ben je dan teleurgesteld? Kwaad op jezelf dat je het niet eerder hebt gezien? De joodse messias neemt je goed beet. Een verdienste, want veel mensen willen laten zich niet voor de gek houden, of willen dat in ieder geval niet.
Maar dan. Je hebt De joodse messias uit en je denkt er nog wat over na. Is dit een antisemitisch boek? Een gevaarlijk boek? Als je zou willen, zou je in het boek allerlei passages kunnen vinden die in meer of mindere mate beledigend zijn voor joden, vrouwen, homo’s, arabieren. Maar veel meer vroeg ik me af: hoe heeft dit boek mij voor de gek gehouden? Achteraf blijkt dat grote dagbladen de clou al in hun bespreking verraden hadden en tijdens het lezen kwam ik genoeg aanwijzingen tegen die ik, gek genoeg, allemaal naast me neer heb gelegd. Ik kan mezelf nu voor het hoofd slaan en zeggen dat ik slecht gelezen heb en dat ik het best had kunnen zien, maar ik gun Grunberg zijn complimenten: een ontknoping die inslaat als een bom. Maar eigenlijk ook niet meer dan dat. Toen het laatste puzzelstukje op zijn plaats viel, zag je meteen het hele plaatje. Een sensatie, maar wel een van relatief korte duur. Want als je eenmaal weet ‘hoe het zit’, wat blijft er dan nog over?
Puzzel
Er zijn boeken waarbij je na de laatste punt blijft zitten met een half afgemaakte puzzel voor je en een stuk of wat losse stukjes in je hand. Dat soort boeken moet je zelf invullen en afmaken. De joodse messias is een roman die langzaam maar zeker zelf de puzzel in elkaar legt. Het ontbrekende stukje, dat op het allerlaatst wordt neergelegd, is het stukje dat alle andere stukjes in perspectief plaatst en daarmee zicht geeft op de totale constructie. Er valt niets meer te raden over: in één oogopslag overzie je het hele verhaal. En daarin stelt De joodse messias licht teleur.
Want er lijkt zo veel in te zitten. De symboliek van lijden en verlossen. De parallellen tussen joden- en christendom. De vertaling van Mein Kampf, een boek dat in De joodse messias als een soort bijbel fungeert. Bijna alles blijkt in dienst te staan van die ontknoping, alsof het vlees is dat de ware vorm van het skelet een tijdje moet verhullen. Maar het kan toch haast niet zo zijn dat deze ‘Grote Joodse Roman’ niet meer is dan een skelet? Ik moet ergens iets over het hoofd zien. Maar wat? De joodse messias is geen mislukt boek, maar ik vraag me oprecht af of er nog iets inzit wat ik niet gezien heb.