“Nala zit in mijn systeem”
Vorig jaar speelde ze nog de rol van slavin Aïda (als alternate) en nu is ze in de huid gekropen van leeuwin Nala, het vriendinnetje van hoofdrolspeler Simba. Voor deze Disney-fan is een droom uitgekomen nu ze in The Lion King mag spelen. Carolina Dijkhuizen (24 jaar) voelt zich helemaal thuis in het Circustheater in Scheveningen. Ze is trots dat ze in deze productie mag spelen en is van mening dat zo’n grote show met gemak hier in Nederland kan staan gezien de goedlopende kaartverkoop. In Engeland heeft ze The Lion King ook een paar keer bekeken, maar die kan toch niet op tegen de Nederlandse versie. Tussen Aïda en The Lion King zat een half jaar, maar dat is voor haar gevoel echt voorbij gevlogen. Carolina was veel bezig met repeteren.
Flink doorzetten zeker?
“Het was echt zwaar, vooral in fysiek opzicht. Ik ben geen geboren danseres. En ik moet dansen, zingen spelen, springen en vechten. Aan die combinatie moest ik wel wennen. In Aïda zong ik dertien nummers en dat was ook uitputtend. Maar als ik me nu niet lekker voel, is het moeilijker om me daarover heen te zetten.”
Hoe vind je het om als dier op het toneel te staan?
“In het begin was het raar, omdat je dierlijke aspecten in je rol moet verwerken. Nu gaat het eigenlijk vanzelf, want het is een mix tussen menselijkheid en dierlijkheid. En als je dat elke dag herhaalt, dan gaat het heel erg in je systeem zitten. Als ik van het podium afloop, loop ik gewoon af. Op het moment dat ik oploop, dan schakel ik naar Nala.”
Heb je veel van jezelf in je rol kunnen leggen?
Je bent zelfs naar Zuid-Afrika gereisd!
“Ja, ik heb daar Afrika een beetje leren kennen. En ik vond het vooral leuk om te zien hoe Afrika is verwerkt in deze productie. Alle stoffen, kleuren en planten zijn geïnspireerd op dingen in Afrika en dat is heel goed gedaan. Wat mensen bijvoorbeeld niet zien van een afstand is dat mijn korset bestaat uit duizenden echte kralen en schelpjes die er met de hand zijn opgezet. Het zijn allemaal kleine details die de voorstelling zo speciaal maken. Het valt je misschien niet op in de zaal, maar er is wel aan gedacht. En daaruit blijkt dat mensen dit met liefde hebben gemaakt.”
Speciaal zijn ook de maskers die jullie op hebben. Is het niet lastig om daarmee te spelen?
“In het begin vond ik het echt een lastig ding op m’n hoofd, maar op een gegeven moment vergat ik gewoon dat ik het op had. Ik merk en voel het nu niet eens meer, want het is zo licht. Ik heb geen mechanisch masker, zoals Mufasa of Scar. Dit masker hoort bij mijn karakter. Zonder dat masker is Nala geen Nala, ook al zit ik erin. Het masker is mijn hoofd, mijn uitstraling. Veel aspecten zijn ook qua licht gericht op het masker. Dat vond ik best moeilijk om dat samen te krijgen met mijn spel, maar het is gewoon één geheel. Het masker is wat Nala maakt.”
Je mag pas in de tweede akte – na de pauze – op. Vind je dat niet moeilijk?
“Ik zit niet al die tijd te wachten hoor! Ik zit een uur in de make-up, dus als de voorstelling een kwartier begonnen is, ga ik naar de make-up en als we pauze hebben, ben ik pas klaar. Het is wel moeilijk in de zin dat iedereen z’n stempel al heeft gezet. Ik kom echt pas als laatste van de principal cast op, dat vind ik soms wel moeilijk. Maar ik merk wel dat mensen denken ‘Hee, dat is Nala’ en dat is leuk, dat mensen weten dat ik nog moet komen. Ik ben er nu wel aan gewend, maar in het begin vond ik het heel eng. Dan stond ik achter en dacht “O god, daar gaan we weer”. Dan was ik heel zenuwachtig, maar ik vind het nu juist wel leuk.”
Jullie spelen de musical al een paar weken voor volle zalen; zit je nu beter in je rol dan in het begin?
Nog geen automatisme?
“Nee absoluut niet, want elke dag is weer anders. Er hoeft maar iets te gebeuren met de techniek en de scène is gelijk anders.”
Je zegt het zelf al: veel techniek. Is dat anders dan bij Aïda?
“Ja, omdat we hier draaischrijven hebben; de rots die omhoog komt. En we zijn met z’n zestigen. Maar moeilijker? Ik ben eraan gewend.”
Een cast van zestig personen, is dat niet heel onpersoonlijk?
“Nee, want op de een of andere manier lijkt het alsof we met z’n twintigen zijn. Je kletst op de gang met die en met die. Wel is het soms lastig om de hele groep bij elkaar te krijgen, maar niet qua contact met mensen. Ik heb met iedereen evenveel contact, dat is gewoon zo gegroeid.”
Hoe is het met de kinderen erbij?
“Ja, heel leuk. We hebben elke dag twee nieuwe kindjes en twee kinderen die stand-by staan. Ze horen er helemaal bij. Het zijn ‘onze’ kids. Het wordt wel raar, want ze gaan nu weg en worden vervangen door een nieuwe groep. Die heb ik al gezien en dat is een vreemd gevoel, want de kinderen die nu spelen horen vanaf het begin al bij ons. Zij zijn dé kleine Simba en Nala. Maar als we straks met de nieuwe kinderen gaan spelen, dan nemen zij hun plaats in en went het vanzelf. Dat gaat allemaal heel snel. Maar ik vind het wel jammer dat deze kinderen gaan!”
Jij als Disney-fan, heb je nu nog wel eens zin om thuis The Lion King op dvd te kijken?
“Natuurlijk heb ik ‘em wel meteen op dvd gekocht toen die uitkwam en ook Hakuna Matata 3. Maar ik kijk er nu minder naar, omdat het toch anders is dan wat wij doen. Wat wij doen is echt de theaterversie. Het is wel gebaseerd op de film en het verhaal blijft hetzelfde, maar er zijn dialogen aangepast of weggelaten en er zijn liedjes bijgekomen. Ook heeft Nala bijvoorbeeld een grotere rol en wordt Rafiki gespeeld door een vrouw in plaats van een man, zoals in de film. In Zuid-Afrika speelt de vrouw een centrale rol in de cultuur en daarom zijn de vrouwen nu op het toneel wat meer aanwezig.”
Wie zou je willen spelen als je geen Nala had kunnen zijn?
“Dat is een moeilijke vraag. Rafiki is wel een hele leuke rol, maar Timon en Pumbaa zijn ook grappig. Dat zijn ook echt mijn favorieten. Of Scar natuurlijk, want ik hou er ook van een slechterik te spelen, maar op de een of andere manier speel ik altijd de goede. Maar Nala past wel perfect bij mij.”
Wat is de mooiste scène?
“Mijn scène, ha ha! Nee, ik denk de scène waar iedereen kippenvel van krijgt: het begin. En wat ik ook heel mooi vind is het hele ritueel als Mufasa overlijdt. Rafiki gaat dan zingen en dat gaat echt door merg en been. Zij stopt al haar ziel en zaligheid erin. Ik krijg er elke avond weer kippenvel van, want dat is zo mooi.”
Er is weer een droom van je uitgekomen: je hebt spelen in een musical kunnen combineren met een grootse Disneyfilm, The Lion King. Heb je nu nog wel een idee waar je in de toekomst nog in zou willen spelen?
“Dat is misschien stom, maar dan kom ik weer uit bij Disney. Ik heb in New York Beauty en the Beast op het toneel gezien en ik vond dat zo grappig! Ik heb alleen maar gelachen. De film vond ik ook al leuk en dit heeft ook iets. Vooral veel stunts, goocheltrucs en magie van David Copperfield. Dus dat vind ik ook erg leuk. Maar voorlopig ben ik nog niet klaar met The Lion King hoor! Ik zit wel goed!”
Lees ook onze recensie van The Lion King!