U2 – All That You Can’t Leave Behind
.
Gepassioneerde en getalenteerde rockformatie afkomstig uit de Ierse hoofdstad, in 1978 opgericht als ‘schoolbandje’ door de tieners Bono (Paul Hewson), The Edge (Dave Evans), Adam Clayton en Larry Mullen. Na het verschijnen van het ontroerende, maar krachtige en zeer zelfverzekerde debuutalbum Boy (’80) groeit U2 internationaal al snel uit tot een bühne-act van formaat, zoals het sprankelende en glorieuze optreden op Pinkpop ’81 aantoont. Opvolgers October (’81), War (’83) en Under A Blood Red Sky (’83) liggen muzikaal geheel in de lijn van Boy en zijn van vergelijkbare kwaliteit. De band levert met regelmaat degelijke kwaliteitsplaten af, terwijl de groep gestaag uitgroeit tot een spraakmakende live-act van het niveau Pink Floyd. Deze combinatie maakt U2 tot de grootste popgroep van de jaren tachtig. Een status die de meesterlijke albums The Unforgettable Fire (’84) en The Joshua Tree (’87) meer dan waar maken. Na dit voorlopige hoogtepunt slaat de band een andere richting in, op zoek naar een nieuw geluid. De platen Achtung Baby, Zooropa en Pop zijn het gevolg. Experimenteel; het moet grootser, excentrieker, hipper en dansbaarder. U2 raakt de traditionele aanhang hierdoor uit het oog, en het wordt stil rondom de groep. Er volgt na jaren slechts een verzamelaar voor de ‘op safe spelende’ muziekliefhebber. Het is dus ongeveer tien jaar behelpen geweest voor de doorgewinterde U2-fan, maar…
All That You Can’t Leave Behind trapt af middels de succes-single Beautiful Day, de eerste Nederlandse nummer 1 hitnotering voor de groep. Het is de luisteraar meteen duidelijk: U2 is weer terug op het oude nest en durft weer een rockband te zijn, een tak van sport waarin de groep onnavolgbaar is. Gevolgd door Stuck In A Moment, een rustig, zeer melodieus popliedje met een kop en een staart. Bono is in topvorm en weet in z’n eentje dit nummer een extra dimensie te geven. Zijn gevoelige, lange uithalen in het refrein voeren de luisteraar langs toppen en dalen. Elevation is een stevige rocker; een nummer dat live goed uitvoerbaar is, maar dit tegelijk combineert met de ‘dansbaarheid’ waarnaar de groep lang op zoek is geweest. De meeslepende nummers Walk On en Kite zijn echte juweeltjes. De groep grijpt terug naar het vertrouwde geluid van de jaren tachtig, en weet dit te perfectioneren. Nummers die zo van The Joshua Tree hadden kunnen komen.
Hierna volgen een aantal nummers waarin U2 wederom het experimentele pad betreedt. In A Little While is een goed voorbeeld. Het nummer wordt gedragen door een swingende beat, maar echte ‘dansbaarheid’ blijft uit. Jammer! Wild Honey is daarentegen weer overdreven ‘poppy’. De melodie is luistervriendelijk en aanstekelijk, maar de vocale talenten van de stoere zanger Bono worden niet volledig uitgebuit. Een voorzichtigheid die U2-onwaardig is. Het volgende nummer, het ingetogen Peace on Earth, is weer helemaal U2. De politieke en sociale betrokkenheid (een eigenschap die de populariteit van de groep aanzienlijk deed vergroten middels o.a. Live Aid ’85, het Artists United Against Apartheid-project uit ’86 en activiteiten voor Amnesty International en Greenpeace) van de titel doet het al vermoeden. Ook de nummers When I Look At The World en New York doen sterk denken aan de begin-periode van U2, door het licht dromerige wave-geluid. Nostalgische herhalingsoefeningen blijven echter uit. Deze meesterwerkjes zijn absoluut ‘millennium-proof’ en klinken toch zeer ‘anno 2000’.
All That You Can’t Leave Behind is een topplaat waarop U2 weer helemaal U2 klinkt. Het lange wachten van de luisteraar wordt daarmee ruimschoots beloond. Het album is van begin tot eind boeiend, indrukwekkend en meeslepend. Een ideaal cadeau voor in de schoen of onder de boom.