Traditie versus vrijheid
In zijn nieuwe roman beschrijft Ernest van der Kwast de geschiedenis van het ijsmaken. Een smakelijk verhaal – tijdens het lezen zou je willen dat het al zomer was, zodat je naar de ijssalon kon spurten voor zo’n heerlijk ambachtelijk bereid Italiaans ijsje.
De ijsmakers vertelt de geschiedenis van de familie Talamini, een ijsmakersfamilie uit de Noord-Italiaanse streek Venas di Cadore. Een streek waar velen het ijsmaken geleerd hebben; veel families in het boek beweren zelfs dat zij daar het ijs hebben uitgevonden.
De allereerste hap
Ernest van der Kwast heeft aardig wat informatie verzameld over deze rijke geschiedenis en laat dat graag merken, aan de hand van passages vol jaartallen en namen van uitvinders en ontdekkingsreizigers. Het zijn slechts zijwegen van het verhaal, maar wel gedetailleerde zijwegen die soms erg langdradig zijn en daarmee veel afleiden van het levensverhaal van de personages.
Veel prettiger lezen de passages waarin daadwerkelijk ijs wordt gemaakt. Wanneer Giuseppe Talamini, de grondlegger van de familietraditie, hoort van deze voor hem dan nog onbekende delicatesse is hij meteen verkocht. De eerste keer dat hij ijs maakt van kersen is de eerste keer dat hij en zijn familie ijs proeven. Een ware extase:
Hij nam een hap met zijn ogen dicht, alsof hij een meisje kuste. Opnieuw werd hij door zijn smaakpapillen heen en weer geslingerd. Hij klom in één hap in de oude kersenboom en viel er direct weer dronken uit.
Het klinkt aardig cliché en dat wordt het ook steeds meer naarmate de fragmenten waarin personages met hun ogen dicht ijs proeven zich opstapelen. Toch maken dergelijke passages de passie voor het ijsmaken invoelbaar en het belang van de traditie begrijpelijk.
IJs of poëzie
Giovanni Talamini, het hoofdpersonage van het boek, is de eerste die breekt met de familietraditie. Hij wordt niet verliefd op het maken van ijs, maar op de poëzie. Al snel vindt hij een baan bij een uitgeverij en vanaf dat moment staat zijn leven in het teken van poëzie. Opnieuw houdt Van der Kwast zich hier te veel vast aan de werkelijkheid: waar het verhaal over poëzie gaat, staat het vol citaten en verhalen over bestaande dichters. Als Giovanni iets loslaat over zijn gevoelens, citeert hij regelmatig een gedicht. Poëtisch taalgebruik is hierdoor een aparte laag geworden in het verhaal, maar raakt er niet mee verweven: alsof beeldspraak een motief is in het boek, maar geen onderdeel uitmaakt van de vorm.
Sterker neergezet is de strijd tussen het voorzetten van de traditie en het verlangen naar vrijheid, een strijd die in alle generaties van de familie Talamini aanwezig is. Dat Giovanni als enige kiest voor de vrijheid, wordt hem niet in dank afgenomen. Het grote verschil tussen de literaire wereld waar Giovanni zich in begeeft en de kleine wereld van de ijssalon van zijn familie, is een element dat de breuk in de familie op vele momenten mooi weet te verbeelden.
Geen verrassende elementen
De grappenmaker die Van der Kwast kan zijn, denk aan zijn succes met Mama Tandoori (2010), laat zich in dit boek nauwelijks zien. Een enkele keer valt er wat te lachen (zoals een dronken ijsmaker die urineert in zijn ijsmachine en zich dat niet herinnert), maar het is niet genoeg om de roman verrassend te maken. Op een andere manier gebeurt dat ook niet: hierdoor is De ijsmakers wel een boeiend verhaal over familie en traditie, maar vooral ook een roman die originaliteit mist.