Ver weg
.
Om direct uitsluitsel te geven: The Seer of Cosmic Visions is geen toonbeeld van kunde, controle of esthetisch inzicht. Al snel worden de distortion en de overdrive opengegooid, zodat de standaardmelodietjes en -deuntjes overstuurd, en als een stortvloed van lawaai, de boxen uitbulderen, zonder dat er verder interessante dingen gebeuren.
Een abstract in muziek
Er zit genoeg ritme in de muziek, en het kubisme – in zijn kunsthistorische betekenis – is eveneens terug te horen. De muziek wordt ontleed, geabstraheerd en weer in elkaar gezet. Jammer genoeg niet in een vorm die prettig in het oor ligt. En ook niet op een wijze die oproept tot aandachtige beluistering.
Het album doet vooral denken aan free-jazz. Dat Moss door avant-jazz wordt beïnvloed, is dus wel te horen. Het nadeel is dat de free-jazz, zoals die met de elektronica van dit album wordt gespeeld, vooral expressief is. Voor Moss is het waarschijnlijk heerlijk om te doen, maar als luisteraar ben je er niet zo blij mee.
Crackhead
Uiteindelijk blijken de door Moss geprefereerde termen toch te kloppen. Dat geldt voor de kubistische inslag, maar ook voor cosmic bebop. Het is bebop vanwege de jazzinvloeden: speel wat je voelt, dan is het goed. Een lovenswaardig uitgangspunt. Het ontbreekt Moss alleen aan techniek en originaliteit om dat op een interessante manier te doen.
Het cosmic gedeelte ligt in een ander deel van de muziek: de herhaling. Zoals Iron Butterfly en The Doors in ‘Inna-Gadda-Da-Vida’ en in (live-versies van) ‘The End’ hun motieven ruwweg een kwartier lang herhaalden, zo doet Hieroglyphic Being dat ook, maar dan minder geslaagd. Het pandemonium van synthesizers en drumcomputers is in een loop gezet, maar daar wordt verder niets mee gedaan; de luisteraar hoort slechts overtonen en gekraak. ‘Lekker spacen’ zit er dus niet in, tenzij Alien en Predator ook ‘spacey’ zijn.