Hiërarchie als herdenking?
Het Museum Arnhem draagt bij aan de herdenking van de slag om Arnhem (1944) met twee tentoonstellingen over het thema oorlog. De groepstentoonstelling Realms of Memory laat het werk zien van Dieuwke Spaans, Raquel Maulwurf en Anne Wenzel, en de solotentoonstelling Fragment biedt een kijk in het oeuvre van de Poolse kunstenaar Mirosław Bałka.
ław Bałka.
Esthetiek met of zonder mening
De collages van Dieuwke Spaans (1973, Rheden) zijn opgebouwd uit beeldmateriaal van oorlogen. De werken lijken de wereld ten tijde van de Tweede Wereldoorlog te tonen, maar worden hierin belemmerd door esthetische composities en technische interventies, die elke vorm van objectiviteit eruit filteren. Het werk versterkt zo stereotypes en aannames van de oorlog ten gunste van een nostalgische beleving.
Raquel Maulwurf (1975, Madrid, Spanje) heeft dit probleem vermeden door een mening in haar werk aan te brengen. Haar tekeningen van houtskool, waarin stedelijke bombardementen zijn uitgegumd, zijn zowel angstaanjagend als indrukwekkend mooi. De oorlog is hier net als natuurgeweld een sublieme ervaring.
Pleidooi tegen oorlog
Realms of Memory sluit af met een enkele sculptuur van Anne Wenzel (1972, Schüttorf, Duitsland). In haar werk laat Wenzel zien dat (oorlogs)monumenten een verkeerde werking hebben. In veel monumenten zijn trotse strijders afgebeeld of grote zuilen gebruikt. Ze komen zo indrukwekkend over dat ze eerder positief stemmen over een oorlog dan deze te herdenken. Haar zware, droevige monumenten laten verval zien, en vertellen daarmee het juiste verhaal over de oorlog. Het is conclusie tegengesteld aan de werken van Maulwurf.
Het werk van Mirosław Bałka (1958, Otwock, Polen) beslaat zeker de helft van het museum. De videowerken die er van hem te zien zijn duren vaak nog geen halve minuut. In de zalen waar ze muurvullend worden geprojecteerd staan geen bankjes om de toeschouwer afstand nemen onmogelijk te maken. In de video’s laat Bałka met een handcamera de plekken zien waar mensen op gruwelijke wijze aan hun eind zijn gekomen in de Tweede Wereldoorlog.
Arbeid en oorlog gaan samen
In het videowerk Primitive (2008) is een fragment van een interview met een SS-officier te zien. De officier legt uit hoe werktuigelijk en ‘primitief’ het executeren had plaatsgevonden. De handcamera die Bałka gebruikt is snel en licht, en daarmee niet in staat om de zwaarte van het arbeidsintensieve karakter van de oorlog vast te leggen. Zo blijft er een laag mysterie over, een leegte die precies laat zien wat geen andere representatie van de oorlog kan benoemen.
De videowerken verklaren de gebreken van Anne Wenzels werk als in een perfecte kritiek. Het ambachtelijke maakproces van Wenzels beelden heeft veel gemeen met de materiële kijk op oorlog die Bałka bekritiseert. In haar werk blijft een van de kernproblemen van de monumenten onopgelost: Hoe kunnen werken die hun ambachtelijke maakproces benadrukken kritiek leveren op een oorlog die zelf werktuigelijk werd uitgevoerd?
Herdenking in rangen
Daarmee is er een opmerkelijke hiërarchie in het museum. Deze begint met Spaans die in haar werk enige reflectie mist. De reflectie voegt Maulwurf toe in de vorm van esthetiek. Wenzel keurt de verheerlijkende esthetiek ook af en laat het probleem van monumenten in elke vorm zien. Tot slot laat Bałka de hypocrisie van het hele maakproces als arbeid zien, en heeft zo het laatste woord.
Er is een duidelijke volgorde van conclusies die gepaard gaat met een gevoel van kwaliteit. Deze hiërarchie doet veel denken aan instellingen die berusten op macht zoals legers zelf, waardoor de presentatie van de tentoonstellingen vreemd contrasteert met het gehele doel van de tentoonstelling: de vrede vieren zonder de oorlog te vergeten.