Verouderde geluidsbacteriën
Friendly Bacteria opent sterk met de zoomende electronica van ‘Stereo Breath’ en de strakke vocalen van Dennis Jones, die vaker opduiken op de plaat. Helaas is het album iets te verankerd in het verleden.
Tijdens de hoogtijdagen van muzikaal eclecticisme van eind jaren 90 en begin 2000 was mr. Scruff een muzikale omnivoor die van alles aan elkaar mixte en samplede. Het is ook niet verwonderlijk dat hij een thuisbasis had op het label Ninja Tune, dat nog steeds een divers aanbod van dance en electronica levert. Die geest zit er nog sterk in met Friendly Bacteria, maar het klinkt ook een beetje nostalgisch, en op momenten zelfs ouderwets. Zo heeft de moderne street soul van ‘Render Me’ wat weg van de vroege platen van 4Hero, maar het klinkt iets te mellow. Rollende breakbeats en een vervormd blaasinstrument dat klinkt als een neppe trompet vormen de basis voor het melige ‘Deliverance’. Het komt echter over als opvulling. Hetzelfde kan gezegd worden van ‘What’, waarop jazzinstrumenten door de blender gaan. Het relaxte gitaartje en de vocalen à la Fink van ‘Thought to the Meaning’ zijn weer een soort nu-folk gemixt met hipster urbansoul, maar het mist de rauwheid en edge die je normaal gesproken zou verwachten van Ninja Tune. Gladder wordt het met ‘Come Find Me’, wat met de zang van Vanessa Freeman doet denken aan de remixes van Jazzanova. Het is een nummer dat past op oude loungeverzamelaars en mixplaten die nog steeds worden gedraaid op horeca-gelegenheden waar je te veel betaalt voor de wijn. Dat geldt ook voor ‘He Don’t’, met vocalen van Robert Owens, maar het is allemaal helaas even onverrassend.