Een boek om moeite voor te doen
Stevige kost, zo zou je Het land 32 wel kunnen noemen. Daan Heerma van Voss zoekt met zijn vierde roman de grens op tussen tomeloze ambitie en vervreemdend geëxperimenteer.
Het land 32 leest niet lekker weg, maar dat was ongetwijfeld ook niet de bedoeling van Daan Heerma van Voss (1986). Hij was niet van plan om het zoveelste leuke boek te schrijven. ‘Volgens mij is het iets heel bijzonders geworden. Iets wat er echt nog niet is. Als je je eraan committeert, kan het zomaar een belangrijk boek voor je zijn,’ zei Heerma van Voss enkele maanden geleden in Volkskrant Magazine over zijn jongste roman. En je eraan committeren, dat moet wel, want lichte kost is het niet.
Stanleys, Penny’s en Stella’s
Het land 32 kort samenvatten is niet eenvoudig. Het hoofdverhaal gaat over een man die zich Marlon Brando noemt, maar soms ook Stanley. Hij wordt plotseling – zonder enige herinnering – wakker in een verlaten legerbasis, of een psychiatrisch ziekenhuis. Hij wordt daar verzorgd door een oude man, Vrijdag, en ontdekt dat er ook nog een meisje zit opgesloten in hetzelfde gebouw: Penny Lane, ook wel Stella genoemd. Duidelijker dan dat wordt het niet. En dan wordt het hoofdverhaal ook nog eens afgewisseld met allerlei korte verhalen over Stanleys, Penny’s en Stella’s.
Het land 32 staat vol uiteenlopende thema’s, schrijfstijlen en verwijzingen naar films, boeken en muziek. Dat maakt het een ambitieus boek van een ambitieus auteur. In veel recensies wordt dat als hoogdravend afgedaan, als te hoog gegrepen. Maar die ambitie zorgt er wel voor dat de roman onmiddellijk opvalt tussen de vele boeken van leeftijdsgenoten die draaien om een jong personage dat niets anders doet dan rondhangen met vrienden, uitgaan en treuren over een verloren liefde. ‘Raakpunten met zijn generatie zullen hem worst wezen’, schreef De Morgen al over zijn boek De vergeting uit 2013. En dat is nog steeds zo bij Het land 32: de roman staat mijlenver af van de snelle, hippe en vaak oppervlakkige boeken van medetwintigers.
Feit en fictie
In het boek gaat Marlon Brando/Stanley op zoek naar zijn herinneringen. Zijn geheugen is echter opgebouwd uit beelden uit films en personages uit boeken. Dat creëert een ongemakkelijke sfeer: wat heeft Marlon écht meegemaakt, waar ligt de scheidslijn tussen feit en fictie? Bovendien wordt je als lezer continu gedwongen om te graven in je eigen herinneringen. Want welke filmscène ziet Marlon Brando voor zich, naar welk boekpersonage verwijst hij?
Wie het boek na ruim 500 pagina’s dichtslaat, blijft niet achter met een voldaan gevoel. Geen afgerond verhaal of helder plot: het boek is vooral een experiment, bedoeld om vragen op te roepen. Een boek om moeite voor te doen, en niet om snel en moeiteloos te consumeren. Of Het land 32 een geslaagd experiment is? Wel voor iedereen die niet vies is van een flinke dosis ambitie.