Grof en meedogenloos
.
Natte dozen is grof. Behoorlijk grof. Het boek draait om Oscar Van Beuseghehem, en iedereen die op zijn pad komt krijgt ervan langs: van Aziaat tot Afrikaan, van kind tot bejaarde en van lesbische vrouw tot, tja, eigenlijk iedere vrouw. Zijn afkeer voor mensen valt grotendeels te verklaren door het jarenlange seksuele misbruik door zijn moeder, tante, oom én enkele buurvrouwen die ’s nachts over de vloer kwamen voor seksspelletjes met zijn moeder. Kortom; geen lichte kost,
Toch ligt Natte dozen niet zo zwaar op de maag. Peeters shockeert, ontregelt, overschrijdt grenzen en negeert taboes, maar blijft steeds lichtvoetig en humoristisch. Dat het boek geen dubbele bodem heeft, zoals Van Gerrewey beweert, is niet helemaal juist: ondanks Oscars enorme mensenhaat ontwikkelt hij een zekere vorm van affectie voor zijn pleegkindje Fanta uit Zuid-Soedan. Het is een moraal, al is het behoorlijk cliché: het onschuldige kind weet als enige het hart van de verbitterde oude man te raken.
Een eigen manier
Ondanks de zware onderwerpen is het boek vermakelijk. Zo zijn er de hoofdstukken die bestaan uit brieven aan Van Houffelen, directeur van de louche stichting die Oscar het pleegkind Fanta heeft aangesmeerd. Deze brieven beginnen boos en eindigen woedend, maar de humor én de shockelementen van Peeters klinken er steeds in door. Zo begint de eerste brief aan Van Houffelen als volgt:
U heeft mij verkeerdelijk ingeschreven in uw registers. […] Ik heb niets tegen morele en zelfs beperkte materiële steun aan achtergebleven volkeren en stammen. Het is beter dat wij hen op weg helpen naar een zekere welvaart ter plekke, dat wij hun eventueel een ploeg schenken, dan dat zij hier de pot komen verteren en in duistere zaakjes verzanden, om nog te zwijgen van wat zij met het vrouwvolk van zins zijn; daarover hoef ik u zeker niets te verklappen.
In zijn laatste brief is de toon heel anders:
Zij hebben u bij uw kloten! Ik lees het hier zojuist in het dagblad. Ik hoop dat ze uw post doorsturen naar de gevangenis, zodat ge deze afscheidsbrief nog te lezen krijgt. Onderkruiper, haha, ge gaat feestelijke tijden tegemoet, reken daar maar op. Met uw zeepsmoel in de nor, dat gaat niet lang duren voordat een heel brede met een heel dikke donkere fluit zijn oog op u laat vallen, en u zonder verdoving in het diepste van uw poepgat pakt. Gaat gij met véél triestheid terugdenken aan uw lederen fauteuils en de zachte lippen van de zuigorgels uit de Balkan!
Goed, weinig subtiel dus, maar juist het feit dat Peeters niets uit de weg gaat en niemand ontziet, maakt het boek sterk. Nee, het boek is niet maatschappijkritisch – al zou je kunnen zeggen dat het kritiek levert op alles en iedereen – en wie het boek heeft gelezen is wellicht geen wijzer of verlicht mens, maar zijn dat niet de criteria die alleen literatuursnobs hanteren bij het beoordelen van een boek? Zijn er geen andere graadmeters voor goede literatuur? Natte dozen zit vol humor en is bovendien prachtig geschreven. Daarmee is het een waardige opvolger van Peeters succesdebuut – tenminste, voor ieder die zijn meedogenloze stijl weet te waarderen.