Kennis en kunde
De Utrechtse singer/songwriter Bart van der Lee had al een flink deel van de wereld gezien voordat hij de muziek ontdekte. Ballads for the Heathens or Dying klinkt ook als een album van een man die het nodige heeft meegemaakt.
Ballads for the Heathens or Dying is het vierde album van Van der Lee, die opgroeide op de Fillippijnen, in Kenia en in Thailand. Als hij dertien jaar is, keert de familie terug naar Nederland. Van der Lee kent dus een roerig verleden, waar muziek altijd een grote rol heeft gespeeld. Dat geldt zeker als zijn huwelijk strandt. Van der Lee is dan 21 jaar. Muziek biedt echter soelaas en zekerheid. Ook als je er naar luistert.
Cohen en Cave
Het vorige album van Van der Lee, Between Tall Pine Trees (Sadness and Thunder), werd lovend ontvangen door de Nederlandse pers die Van der Lee vergeleek met Leonard Cohen en Nick Cave. Vergelijkingen die ook opgaan voor Ballads for the Heathens or Dying; Van der Lee’s krakerige stem en zijn composities doen denken aan Leonard Cohen. Let wel: het oudere werk van Cohen, toen hij nog niet met achtergrondkoortjes werkte, maar gewoon een dichter met een gitaar was. Niet First We Take Manhattan, maar So long, Marianne. Anderzijds is de vergelijking met Nick Cave passender; niet met zijn latere werk maar met Cave’s liedjes uit de tijd van The Firstborn is Dead en The Good Son die woede en verongelijktheid in zich hebben. En gevoelens van verlies. De emotie die uit die nummers spreekt, is sterker aanwezig dan de productie.
Ingetogen en beperkt
Het album is vrij kaal. Er zijn wel momenten van bombast, maar over het geheel genomen zou een kleine band het kunnen opvoeren. Wanneer er grootse arrangementen worden gebruikt, komt dat de nummers ten goede. Het album klinkt intiem en de nummers zitten goed in elkaar. Het begint met donkere (en volle) nummers, zoals ‘In the Woods upon a Hill’, en kalmeert langzaamaan bij ‘Waste of Life’ waar Van der Lee zichzelf begeleidt op gitaar. Qua genre neigt Van der Lee richting folk, dark folk. Dat heeft vooral te maken met de keuze van zijn instrumenten: lang niet alle nummers klinken folky. Het duistere deel van het album (de eerste nummers) doet het meeste aan folk denken. Tegelijkertijd klinkt er ook soul door. Geen Motown-soul, maar Marvin Gay, The Twilight Singers en The Afghan Whigs.
Van der Lee laat horen dat hij een breed scala aan stijlen beluistert en beheerst. De acht liedjes op het album vormen een duidelijk geheel, maar zijn niet inwisselbaar. Het zijn mooie, ingetogen en sprekende nummers. En dat hadden er best nog een paar meer mogen zijn.