Het bitterzoete leven
.
Luis heeft niet alleen te kampen met zijn eigen hersenspinsels – afkeer van zichzelf en de keuzes die hij heeft gemaakt, hardleerse liefde voor zijn ex-vrouw Carmen – maar ook met Sandra, zijn huidige vrouw die geobsedeerd is door haar gezonde levensstijl, zijn mogelijk in drugs handelende puberkinderen en een zoontje dat gekmakende vragen stelt (‘is het nu vroeger of later?’) en in elkaar wordt geslagen op school. En dan zijn er ook nog Óscar, de neef van Luis en de nieuwe man van Carmen, en Pablo, het vriendje van Luis’ dochter, die in twee verschillende gedaantes in zijn leven verschijnt.
Chaos en ecstasy
De originele, Spaanse titel van Het beste komt nog is Vive como puedas (‘leef zo goed als je kunt’), en is een verwijzing naar de komedie van Frank Capra over een grote, vrolijke, chaotische familie. Luis’ familie is niet altijd vrolijk – en Luis zelf ook niet – maar wel chaotisch, en Berges beschrijft met merkbaar plezier hoe werkelijk elke familiebijeenkomst uit de hand loopt. Als Luis’ dochter haar vriendje komt voorstellen, bijvoorbeeld, raakt zijn moeder Pura per ongeluk onder de invloed van ecstasy en werpt elk gevoel voor decorum van zich af:
‘Mama, ik denk dat er iets verkeerd is gevallen,’ zegt hij terwijl hij probeert naar haar pupillen te kijken. ‘Heb je gedronken?’ ‘We moeten een dokter bellen,’ stelt Carmen voor. ‘Alsjeblieft, maak toch niet zo’n drukte,’ protesteert Pura en bevrijdt handig haar arm. ‘Ik hou mijn mond al. Ik wou alleen maar herinneringen ophalen aan die goeie ouwe tijd, toen wij drieën onder hetzelfde dak woonden en samen Carmens zwangerschap beleefden en voorbereidingen troffen voor de komst van de baby. Wat zonde toch dat jullie gescheiden zijn. Het kwam natuurlijk door jou hè, neef?’ Óscar veert geschrokken op, alsof hij een elektrische schok in zijn achterste heeft gekregen. ‘Tante, wat zeg je nou toch?’ ‘Ze hebben jou betrapt terwijl je overspel pleegde met Carmen. Ontken het maar niet, kwajongen.’
Speelbal en achtbaan
Luis begint de roman als sympathieke, maar gelaten speelbal van zijn lot. Hij heeft een baan waar hij geen plezier aan beleeft, en waar dezelfde Óscar zijn promotiekansen voor zijn neus heeft weggekaapt. Door die grote familie, waar hij wordt geacht het hoofd van te zijn, kan hij het zich niet veroorloven om ontslag te nemen en zijn dromen na te jagen. Luis wordt gedwongen zich actiever op te stellen als zijn zekerheden beginnen weg te vallen en nieuwe kansen zich aandienen, en Berges laat de lezer de hele achtbaan – onder meer door kijkjes in Luis’ dagboek – met hem meebeleven.
Het beste komt nog lijkt een grappig, vernuftig in elkaar gezet tussendoortje, maar wordt gaandeweg serieuzer. De kaft noemt het een ‘hartveroverende feelgood-roman’, en dat is het ook, maar onder zijn lichte toon verbergt Berges een boel wijsheid over wat te doen als het allemaal niet meer zo feelgood is. Luis heeft uiteindelijk veel om blij over te zijn, maar krijgt ook serieuze tegenslagen te verwerken, en het is die combinatie die hem leert hoe hij volwassen moet worden. Het beste komt nog smaakt zoals het leven zelf: bitterzoet.