Meer funk dan ooit
Jamie Lidell’s vijfde album, met de originele naam Jamie Lidell, staat muzikaal gezien als een huis. Denk aan Prince, synths en frisse beats. Is dit genoeg om te spreken van een succesvolle nieuwe plaat?
Drie jaar na Compass (2010), een plaat die voornamelijk uit sterke soulnummers bestaat, komt Lidell met het swingende Jamie Lidell. Dat Lidell een excentrieke, vernieuwende en experimentele muzikant is met een eigen sound mag absoluut gezegd worden. Toch lijkt hij bij Jamie Lidell op zoek te zijn naar een nieuwe identiteit. Wil hij zijn eerdere werk overstijgen of is hij echt op zoek naar iets nieuws, iets anders?
Elektronische bliepjes
Van zijn eerdere albums weten we dat Lidell een liefhebber is van elektronische bliepjes. Op zijn nieuwe plaat maakt hij echter meer dan eerder gebruik van zijn voorliefde voor computergeluidjes, zonder dat het te futuristisch klinkt. Openingsnummer ‘I’m Selfish’ klinkt modern en retro tegelijk. Lidell heeft dit nummer met een knipoog naar zijn muzikale voorbeeld Prince gemaakt, wat overduidelijk terug te horen is in het swingende nummer. Het tweede nummer ‘Big Love’ begint met een aangename jaren ’80 sound. Opzwepende drums en goede synths, stil kunnen blijven zitten is hier niet gegarandeerd.
‘What a Shame’ klinkt echter een stuk moderner: er zijn overduidelijk dubstepinvloeden te horen. Met 4:37 minuut lang “what a shame” is dit tekstueel gezien wel een saai nummer en dan ook zeker niet zijn sterkste. De vierde track ‘Do Yourself a Faver’ gaat verder waar ‘Big Love’ gestopt is. Een fijn ritme met experimentele keyboards en synths en wederom een jaren ’80 revival: prettig.
Geen tekstschrijver
Ik weet niet wat erger is: dat ik de tune van de Bacardireclame in de inleiding van ‘You Naked’ hoor of dat Lidell dit echt verwerkt heeft in zijn nummer. Ondanks dat is het een van de meest aanstekelijke nummers van het album. Het refrein blijft lekker in je hoofd hangen. ‘You Naked’ heeft absoluut een hoge hitfactor, iets wat niet per se positief is voor een excentriek nummer, maar bij Lidell kan het. Bij ‘You Know My Name’ is het eind van het album in zicht, maar dat is niet te horen. Het nummer knalt letterlijk bijna van de plaat. Lidell’s naam zullen we hierna zeker niet meer vergeten.
Het instrumentale begin van ‘Don’t You Love Me’ doet enigszins denken aan werk van Gonjasufi. Met een chille beat de perfecte muziek om op te relaxen. De teksten zijn niet te zwaar en vooral ook niet te moeilijk (“World don’t make sense to me. Baby just not there. Got many things to give. Baby just won’t share”). Lidell is dan wel een muziekpurist, maar absoluut geen tekstschrijver, maar dat hoeft ook eigenlijk niet.
Mix van oud en nieuw
Lidell is niet per definitie op zoek naar iets nieuws. Bij zijn debuutplaat, het iets minder populaire, Muddlin Gear (2000) was er reeds sprake van beproevingen met loopstations en stemsensaties. Daarna kwamen Multiply (2005), Jim (2008) en Compass (2010), stuk voor stuk pareltjes van de experimentele soulmuziek met een rauw randje. Lidell heeft in het diverse en vernieuwende Jamie Lidell al zijn muzikale kennis en ervaring van al deze jaren gestopt, vanaf Muddlin Gear tot aan Compass. En dan krijg je Jamie Lidell: een plaat an sich.