Muziek / Album

Van alles een beetje leidt tot niets

recensie: Delphic - Collections

.

Aan het Nederlandse publiek ging Acolyte voorbij, maar in Engeland wist men het geluid van deze aan hun thuishaven Manchester schatplichtige plaat wel te waarderen. Alleen die constante vergelijking met New Order zat de band dwars. Op Collections hebben ze korte metten met dat referentiepunt gemaakt. ‘[-W]e’ve tried to pull in influence from everywhere, pulling in as many sources as we could’, aldus de band. Dat is bepaald niet gelogen. In ieder nummer horen we de meest uiteenlopende invloeden terug. 

Tame Impala

~

Met de openers ‘Of the Young’ en ‘Baiya’ zijn de gevolgen van die koerswijziging nog te overzien: de house-invloeden hebben plaats gemaakt voor minder opzwepende elektronica. Zanger James Cook bevindt zich nog steeds in aangenaam hysterische sferen. Bovendien heeft ‘Of the Young’ een aanstekelijk Naked and the Famous-achtig refreintje. Bij track nummer drie beginnen de wenkbrauwen zich te fronsen. Tekst en melodie neigen wel heel erg naar mainstream r&b en pop. De beat is dan weer overstuurd, op een Flaming-Lips-, Tame Impala-achtige manier. Te alternatief voor een veertienjarig bakvisje, te gladjes voor het indie-publiek.

Twee keer nog pakt de nieuwe Delphic-methode goed uit. ‘Atlas’ heeft een pakkende melodie en een lekker gitaartje. ‘Tears Before Bedtime’ is een dromerig rustmoment op de plaat. We horen een vrouwenstem op een antwoordapparaat, een piano, een koortje, een trompet en daaroverheen nog een soort liedje. En het gekke is: het werkt.

Nep-rap
Waarom die andere keren dan niet? Het is een combinatie van twee factoren: de nummers zijn volgepropt met zeer uiteenlopende stijlelementen, een beetje Timbaland-r&b hier, een beetje synthpop daar en dan is er nog dat orkest. Het lijkt allemaal lukraak over elkaar heen geplakt, eigenlijk precies zoals je zou vrezen op basis van het voorgenoemde ‘statement of intent’ van de band. Daar komt bij dat een redelijke melodie soms geheel ontbreekt. Delphic bewaart de dieptepunten voor het laatst: ‘Don’t Let the Dreamers Take You Away’ zit vol met productionele ideetjes, maar beklijft geen moment. In afsluiter ‘Exotic’ worden we op een rap getrakteerd en het lijkt er zowaar op dat zanger Cook hier probeert een Amerikaans accent te imiteren.

Dat Collections qua productie onder de maat is, is zeer verwonderlijk. Het album is namelijk geproduceerd door Tim Goldsworthy, die zich met projecten als UNKLE, LCD Soundsystem en Massive Attack heeft beziggehouden en Ben Allen, die eerder met Bombay Bicycle Club en Animal Collective werkte. Als Delphic de weg eventjes kwijt is, dan zou je verwachten dat dergelijke zwaargewichten het drietal wel weer op het rechte pad zouden krijgen. En waar zijn de goede melodieën gebleven die Delphic eerder zo uit haar mouw leek te schudden? ‘All the weight outside my door. All the weight of the world’, zingt Cook in Atlas. Konden ze de druk niet aan? Het blijft gissen (zie de band-site voor hun eigen uitleg).

Zoveel is duidelijk: Delphic heeft zich los geworsteld van haar Manchester-roots, om vervolgens in een identiteitscrisis te belanden. Niet wetende wat te bereiden, kieperde de band snufje voor snufje haar muzikale kruidenkast leeg. We weten nu hoe dat smaakt.