Muziek / Achtergrond
special: Distortion

Popmeisje op een metalfestival

De stevigste muziek die bij mij op de spreekwoordelijke draaitafel ligt, is Led Zeppelin. Ooit vond ik een nummer van Metallica leuk, maar dat is precies van die ene cd die metalliefhebbers links laten liggen. Dus wat deed ik, popmeisje, dan afgelopen weekend in het Klokgebouw in Eindhoven, met op zaterdag Speedfest en op zondag Distortion? Sfeer proeven. En misschien wat steviger muziek aan de collectie toevoegen.

Zondag: Distortion
Vandaag is de rij voor de deur wat korter, het volk loopt wat meer verspreid binnen. Ook heeft het een veel helderder dress code dan gisteren: een spijkerbroek met een zwart shirt, liefst met een plaatje van je favoriete band. Popmeisje doet alleen aan de onderkant mee met de voorkeursuitdossing van de dag; met haar kleurrijke trui die vorige winter in de mode was, springt ze er echt uit, samen met een dame in een vintage sixtiesjurkje.

Opnieuw is er overigens niemand die zich eraan stoort, de sfeer op Distortion is zo mogelijk nog wat mellower dan op Speedfest. Het gemiddeld wat jongere publiek wandelt rustig van zaal naar zaal, drinkt een biertje, eet wat en wordt alleen echt wild als de band waar ze voor kwamen op het podium staat.

Die bands zijn vandaag heel wat meer op elkaar afgestemd dan gister, alleen het metalsegment wordt aangeboord, maar wel in de zeer brede zin van het woord. Van oerdomme, onverstaanbare beukdreun via pompende stoner naar intelligente teksten op afwisselende muziek in een lekkere show.

Needless to say dat popmeisje, liefhebber van literatuur en theater, zich het meest thuis voelt bij de laatste categorie. Voor haar liever geen basspelend skelet met bebloede broeder op gitaar (Rompeprop), louter met een microfooneffect gegrunte klanken (Cliteater, Leng Tch’e) of een schreeuwende meneer die echt heel vervelende dingen moet hebben meegemaakt om zo ultraboos te zijn geworden (Decapitated). Ook Meshuggah, de favoriet van haar lief, wil er niet in – te hard, te onverstaanbaar, te op alle fronten. Maar da’s nog beter dan bandjes die niet langer blijven hangen dan een minuut of tien, zoals Miss may I of Spoil Engine. Dystopia, de winnaars van de Metalentenjacht van Dynamo en daarmee opener op het grote podium (Hell Stage), heet black metal te zijn, maar het ziet ernaar uit dat de vier Den Helderse twintigers vooral spelen dat ze black metal zijn, met bijpassend geheadbang, een pootje omhoog op een monitor en gebrul in stoere taal. Het voelt niet authentiek, en da’s toch wel het beste argument om muziek in welke stijl dan ook werkelijk te kunnen waarderen.

Cliteater

Cliteater

Mocht popmeisje de prijs voor originaliteit en authenticiteit uitreiken aan een band op Distortion, dan zou ze moeten kiezen tussen twee gegadigden, eentje aan de jonge kant (gestart: 2006, net een eerste album uit) en eentje aan de ervaren kant (gestart: 1993, inmiddels ruim twintig langspelers verder). De eerste is The Safety Fire, vervanger van het afgelaste C.B Murdoc, als opener op het middenpodium. Een fijne binnenkomer. De Britse band mixt stijlen uit de (Britse) muziekgeschiedenis tot een heel eigen geluid, met spannende sprongetjes, wisselende ritmes en niet te vergeten fantastische instrumentbeheersing. Zanger Sean McWeeney schakelt makkelijk van het schreeuwregister naar een zoetgevooisde stem in een breed bereik. Minpuntje: de nummers gaan al snel een beetje op elkaar lijken. De mannen zouden wat meer hun best kunnen doen hun stevige technische kwaliteiten verder uit te buiten.

The Safety Fire

The Safety Fire

Dat verwijt kun je de Canadees Devin Townsend (Project) totaal niet maken. Het enige wat er op dat punt misschien op hem aan te merken is, is dat hij wel heel erg door het muzikale spectrum fladdert – deze man heeft zichzelf in zijn indrukwekkende carrière voortdurend opnieuw uitgevonden omdat hij er zin in had. Ook wel fijn als iemand die door de goegemeente in het hokje metal wordt geduwd zich daaraan zelfs tijdens zijn show op dit metalfestival voortdurend ontworstelt.

Devin Townsend

Devin Townsend

En wat een show! Townsend is een bekkentrekkende clown die zijn publiek en ook zichzelf moeiteloos voor lul zet met zowel intelligente als heerlijke slappe grappen. En ermee wegkomt. Als een sexy nerd met homotrekjes aait, kietelt en slaat hij zijn publiek zowel in de woorden tussen de nummers als in zijn songs, gezongen met z’n flexibele stem die in vijftig minuten niet een moment onzuiver is. De songs lopen uiteen van de allerstevigste metal via rockopera tot een schattig hippiedeuntje uit z’n recente new age-periode. Wat hij trouwens speelt als afsluiter, met op z’n kale kop een hem toegeworpen muts van het door hem gecreëerde SF-karakter Ziltoid. Heerlijk.

Metal en humor, zo zei Townsend eens, gaan niet samen. Laat die combinatie nou net zijn wat een festival als dit te hebben maakt voor iemand wier collectie qua luidheid tot nog toe niet verder reikte dan Led Zeppelin.