Een klein monumentje voor een zinkend schip
Twintig auteurs schrijven ieder een verhaal over de zeventien steden (Venetië, Milaan en Rome zijn twee keer vertegenwoordigd) van hun voorkeur. Zo simpel kan een goed idee dus zijn.
In een klein dorp aan de Italiaanse kust kocht ik deze zomer het boek I Libri ti cambiano la vita (Boeken die je leven veranderen), een bloemlezing van honderd verhalen en opstellen van ‘alle’ belangrijke Italiaanse auteurs over het boek dat hun leven veranderde. Een boeiende verzameling, waaraan onder meer opviel hoe levend de klassieken nog zijn (Flaubert, Dostojevski, Tolstoj, Dickens) – of hoe goed het tonen van een zekere belezenheid nog altijd is voor je imago. Maar ook op hoeveel verschillende manieren literatuur mensen kan treffen.
En wat voor literatuur geldt, geldt natuurlijk al helemaal voor steden. Er zijn foeilelijke steden waarop je al bij binnenrijden verliefd wordt en er zijn over het algemeen als prachtplaatsen bekendstaande steden waar je liever gisteren dan vandaag zou vertrekken. Waarom? Joost mag het weten. Of een van schrijvers uit Serena Libri’s verzamelbundel De stedenverzamelaar, waarin twintig van de meest vooraanstaande Italiaanse auteurs (nou ja, er ontbreken er ook wel een paar) hun gedachten over hun stad in fictie hebben proberen te vangen.
De vibe vatten
Is dat een goed idee? Een geweldig idee! Werkt het? Uiteindelijk wel, maar het niveau wisselt nogal. Wat vooral opvalt, is de toon die uit de verhalen opstijgt, een toon die moeilijk in woorden te vatten is – als De stedenverzamelaar een hiphopalbum was, zou je van een vibe kunnen spreken. Een toon die eigen lijkt aan contemporaine Italiaanse fictie, waarin licht en luchtigheid hebben plaatsgemaakt voor iets donkers, iets uitgesproken zwartgalligs zelfs. Verhalen lopen zelden of nooit goed af, en als ze dat wel doen, dan is dat happy end een klein vlagje op de stinkende modderschuit die Italië heet. Een schip dat al zo veel decennia onafgebroken water maakt dat zinken vroeg of laat onvermijdelijk lijkt.
De stedenverzamelaar is zowel een weerzien van oude bekenden als een kennismaking met nieuwe gezichten. Enkele van de bijdragende auteurs debuteren in deze bundel zelfs in het Nederlands, onder wie Giulio Mozzi. Zijn verhaal ‘Langs de cafés’ is ook meteen een van de meest opgewekte van de hele bundel, ondanks dat de eerste zin ‘Mijn naam is Giulio en ik ben alcoholist’ misschien anders doet vermoeden. Andere onbekenden verrassen minder, of ze nu bejaard (Elio Pecora) of jong (Rosella Postorino) zijn.
Het duister van Bari
Een goede graadmeter voor de kwaliteit van de verhalen is welke je na lezing nog min of meer kunt reproduceren. Bij De Stedenverzamelaar lukte dat onder meer met Nicola Lagioia’s ‘Tien jaar’. Lagioia debuteerde in 2010 in het Nederlands, en hij slaagt in iets waar de meeste auteurs in deze bundel niet in slagen: hij maakt de schrijnende situatie in zijn stad invoelbaar door er van een afstandje met enig voorbehoud naar te kijken.
Uit zijn schrijven spreekt een eigenheid, een zelfverzekerdheid ook, waar niet alle andere bijdragers uit de bundel vooralsnog op kunnen bogen. Bovendien slaagt Lagioia erin een beeld van Bari op je netvlies te etsen. Ook al ben je er nooit geweest, hij laat je voelen hoe het is om te leven, te wonen of te verblijven in een stad die tegelijk mooi en lelijk, tegelijk ontroerend en uitzichtloos en tegelijk zonovergoten en duister is.
Dat naast elkaar bestaan van het fraaie en het lelijke, zo kenmerkend voor grote steden, ontbreekt opvallend genoeg in de meeste andere verhalen in De stedenverzamelaar. Wie er wel uitstekend in slaagt, is Diego de Silva, die slechts enkele pagina’s nodig heeft om de twee gezichten van Salerno te tonen, of Roberto Ferrucci, die hetzelfde doet voor Venetië.
In andere, soms bijzonder fraaie verhalen (zoals dat van Marta Morazzoni over Milaan, dat van Alessandro Perissinotto over Turijn of dat van Giuseppe Conte over Genua) wordt de stad vooral als decor gebruikt, als achtergrond voor de eigen verzinsels van de auteurs. Dat kan natuurlijk, maar voor wie op zoek is naar een Milaan- of Turijn-gevoel komt in dit geval van een ietwat frisse kermis thuis.
Onvatbare vibe
Wat blijft is een schitterende kennismaking met de Italiaanse letteren van nu. Uitgeverij Serena Libri (kleine prachtuitgever van verschillende auteurs uit de bundel) richt een bescheiden monument op voor hen die bij leven reeds vergeten dreigen te raken, of voor hen voor wie de doorbraak aanstaande is. De vibe van de steden blijft tot nader order nog even onvatbaar, maar het gevoel van het Italië van vandaag nadert De stedenverzamelaar uiteindelijk verrassend dicht.