‘Alles wat was, blijft.’
Eigenlijk gebeurt er helemaal niet zo veel, in Maarten Inghels’ debuutroman De handel in emotionele goederen. Toch loodst de schrijver de lezer moeiteloos naar een einde dat best wat steviger had mogen zijn.
Alles in Inghels’ debuut draait om de dood. De dood van de vreemde, waar handel in zit. De dood van de geliefde, waar de rouw op volgt. En de sterfelijkheid en dreigende vergetelheid van iedereen zelf, een onvermijdelijkheid waartegen niets bestand is, zelfs niet het bewaren en conserveren van alles wat aan het leven doet denken.
Enigma
De handel in emotionele goederen kent een origineel uitgangspunt: geld maken uit de dood. Niet door het lichaam van de overledene op welke wijze dan ook te behandelen of te lozen in de grond of in de verbrandingsoven, maar juist dat wat overblijft te sorteren en te verpatsen. Een vreemd werk, alsof je de herinnering overdoet aan een vreemde, aan de hoogste bieder. Liever nog bewaart Inghels’ hoofdpersoon Luukas Kolibri die herinneringen zelf, ‘in zuurvrije dozen’.
Dit gesjacher met het restafval van iemands leven maakt Kolibri interessant. Waarom kiest iemand ervoor zijn dagen te slijten te midden van dode spullen van dode mensen? Wat voor soort figuur wil dat? Daar kom je in het vervolg van De handel in emotionele goederen langzaam maar zeker achter, al blijft Luukas een geheimzinnige figuur, een schim die zich niet laat karakteriseren. Hij werkt, goed, maar verder? Verder blijft hij een enigma, een onoplosbaar raadsel, niet in de laatste plaats voor zichzelf.
Enigma
Is dat erg? Niet echt. Het is immers niet Kolibri die de werkelijk protagonist van Inghels’ debuut is, maar de fascinatie van de schrijver voor dat wat overblijft. Want, wat blijkt: ook Kolibri is een emotioneel goed, een overblijfsel van het leven van een ander, zijn ex-vriendin, Robin. In flashbacks krijgen we een idee van hoe hun relatie geweest moet zijn: Luukas als de verlegen, kalme jongen die blijft haken aan de excentrieke dierenhaatster Robin. Het moet een wonderlijke verkering zijn geweest, want in de herinnering van Luukas spat de liefde er nu niet direct af. Interesse, dat wel, in de gedragingen van zijn vreemde vriendin.
Waarom Robin is wie ze is en doet hoe ze doet, wordt langzaam duidelijk in de dagboekfragmenten van een zekere René, die door het boek heen verweven zitten. Ook die fragmenten zijn weer de tastbare herinnering aan iemand die er niet meer is. Meer nog, zij zijn de erfenis van een man die kort voor zijn dood de wereld nog iets moet nalaten. Zijn geheim, namelijk.
Zonder al te veel over het plot te verraden: Luukas komt er steeds meer achter dat in eigenlijk alles een herinnering woont, zelfs in levende dingen, zelfs herinneringen aan mensen van wie hij niet weet wie ze zijn. Het conserveren van die herinneringen wordt zijn levenstaak, zijn bestemming – tot hij nog slechts door herinnering is omringd.
Veel hooi
Maarten Inghels heeft met De handel in emotionele goederen een ambitieuzer boek geschreven dan op het eerste gezicht misschien zichtbaar is. Misschien heeft hij zelfs wel iets te veel hooi op zijn vork genomen, want wie thema’s als dementie, rouwverwerking, dood, herinnering, een verloren geliefde, eenzaamheid en de status van donoren in een enkele roman probeert uit te werken en er daarnaast ook nog een vlot leesbaar geheel van wil maken, moet hier en daar wat inleveren. Niet ieder onderwerp krijgt zo de verdieping die het had kunnen gebruiken, en datzelfde geldt voor sommige personages.
Stilistisch is het allemaal uitstekend verzorgd bij Inghels, zijn zinnen zijn de getuigen van een zich ontwikkelend vakmanschap, al vergaloppeert hij zich hier en daar in zijn al te ver gezochte metaforiek. En zo kan het zomaar gebeuren dat er over tien jaar mensen De handel in emotionele goederen ter hand zullen nemen en zij dan zeggen: wat een hoop ambitie in één boek. Niet helemaal geslaagd, maar de belofte was er toen al.