Alles voor de menselijke waardigheid
Ieder jaar verschijnt er weer een nieuwe boekenkast vol over de Tweede Wereldoorlog. De Italiaanse schrijfster Ben Pastor (Rome, 1950) doet met haar knap geschreven thriller Kaputt Mundi een aardige duit in het zakje.
Kaputt Mundi is de derde misdaadroman van Pastor in een reeks rond hoofdpersoon Martin Bora. Eerder verschenen Lumen (2010), dat zich in Polen afspeelt vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en Luna mendax (2011), waarin het 1943 is en protoganist Bora inmiddels naar Noord-Italië is overgeplaatst. In Kaputt Mundi is het 1944 en zijn de nazi’s duidelijk aan de verliezende hand. Het gebulder van de geallieerde kanonnen kleurt op de achtergrond dit razend spannende boek.
Concentratie
Wederom krijgt Wehrmacht-officier Bora, een personage dat is gebaseerd op kolonel graaf Von Stauffenberg, de opdracht om een reeks moorden op te lossen. En wederom staat de Italiaanse inspecteur Guidi hem hierin bij. Overigens kan de lezer prima bij dit derde deel instappen. Enkele verwijzingen naar eerdere avonturen van Bora daargelaten, is dit boek goed te volgen. Maar dat vereist om andere redenen wel enige concentratie. Doordat Pastor klassieke archeologie studeerde en daarnaast veel weet van geschiedenis en psychologie, zijn haar boeken doorspekt met historisch materiaal en psychologische beschouwingen.
Alleen al de titel van het boek vraagt om uitleg. Als Bora en SS’er Eugen Dollmann de wolvin van het Capitool bekijken hebben ze het over Rome als hoofd van de wereld, caput mundi. Het begrip werd gemunt door Lucanus, een jonge Romeinse dichter, die de verschrikkingen van de burgeroorlog aanklaagde, voordat hij zelf aan keizer Nero ten prooi viel. ‘Rome – dé hoofdstad bij uitstek – was in 1870 en 1944 de meest felbegeerde van alle overwinningstrofeeën. En zo wedijverden ook de Britten en Amerikanen erom, als eersten de stad binnen te trekken’, aldus Pastor.
Historisch accuraat
Historisch gezien is de roman van Pastor sterk. Ze geeft goed de angst van de inwoners van Rome weer, beschrijft accuraat de slag om Rome en de verbitterde gevechten rond Monte Cassino. Ook de haat-liefdeverhouding tussen Bora en inspecteur Guidi, die voortdurend in gewetensnood komt omdat hij de bezetter bij zijn onderzoek helpt, levert fraaie passages op. Verder komt het amateurisme van veel verzetskringen goed naar voren.
Minder sterk is de strijd van Bora om het behoud van zijn eigen menselijke waardigheid, toch het thema waarop de roman drijft. Vergeleken met het moordzuchtige nazituig komt de charmante en belezen dandy Bora weliswaar sympathiek over, geloofwaardig wordt hij nooit. De door hem op touw gezette reddingsactie van Guidi is daar een voorbeeld van. Net als zijn bemiddelingspogingen via het Vaticaan, waardoor hij Joden uit de vernietigingskampen kan redden.
Voor het verhaal maakt dat allemaal niet uit. Bora’s psychologische bespiegelingen maken veel goed. Zo peinst Bora aan de vooravond van een beslissende gebeurtenis in de roman: ‘behalve de eenzaamheid vlak voor je sterft bestaat er alleen echte eenzaamheid als je op het punt staat iemand te doden’. De samenzweringstheorieën, de naargeestige sfeer in Rome en de nauwgezetheid waarmee Bora en Guidi, ondanks alle tegenwerking, de slachtoffers van de moorden recht proberen te doen, zorgen ervoor dat je tot op het laatst geboeid blijft. Hopelijk laat de vertaling van het volgende deel over de avonturen van de eenarmige, rechtschapen Duitser Bora niet al te lang op zich wachten. Want bij Pastor is een ding verzekerd: spanning.