Theater / Achtergrond
special: Een schrijfworkshop van Het Syndicaat

Het geheim van de mono- en dialoog

Op vrijdagmiddag 22 april organiseerde theatergroep Het Syndicaat voor de vierde keer een schrijfworkshop in het kader van hun Schrijversdagen. Tijdens deze schrijversdagen kunnen jonge schrijvers kennismaken met schrijven voor theater, en met elkaar. Het uitgangspunt van de schrijfworkshop was leren schrijven van monologen en dialogen. Net als vorig jaar werd de workshop geleid door Annemarie Slotboom, schrijfster van theaterteksten. Marije Haasjes is dramadocent en hielp mee. 8WEEKLY stuurde twee afgevaardigden: Charissa van der Vlies en Sylvia Boonen. Zij weten nu alles over monologen en dialogen.

~

Voordat ervaren schrijvers aan het werk gaan weten zij (als het goed is) al precies waar ze over gaan schrijven. Dit is het grote verschil met onervaren schrijvers. Niet alleen de inhoud is bij ervaren schrijvers bekend, ook ligt er een plan van aanpak, en er bestaan een aantal pakkende zinnen en wendingen in hun hoofd. Dit geldt voor schrijven in het algemeen maar voor het schrijven van monologen in het bijzonder. Een monoloog is een uitgekiende schrijfvorm die, om te kunnen slagen, aan een aantal stijlregels moet voldoen en een structuur moet hebben.

Monoloog

Een monoloog is een stuk tekst waarbij een personage geen verbale interactie heeft met een ander personage. Het is een tekst die door één persoon in eigen spreektaal wordt verteld. We leren dat het een misverstand is te denken dat monologen redes zijn die ‘uit het niets’ worden voorgedragen. Een personage geeft zichzelf een reflectie op een vraagstuk en maakt hiermee echt iets duidelijk. Monologen komen in toneelstukken voor op het moment dat een personage zijn standpunt moet verduidelijken of een actie moet uitleggen die niet op het podium plaatsvindt.

Voorbereiding

Charissa: “Schrijvers moeten, voordat ze een monoloog schrijven, eerst heel duidelijk hebben wie het personage is. Het karakter moet tot de verbeelding spreken en de aandacht trekken. Vervolgens moet duidelijk zijn wat de persoon wil vertellen, wat de waarde is voor het stuk. Er moet een spanning ontstaan in wat het personage wil ontdekken of uitleggen. De spanning is namelijk de drijvende kracht achter een goede monoloog. Blijf om de spanning op te bouwen daarom in het hier en nu. Iets wat op dit moment met een personage gebeurt is veel spannender dan als er een verhaal dat eerder gebeurd is wordt verteld. Probeer in een monoloog zo helder en beeldend mogelijk te zijn. Ook is het heel belangrijk om te bepalen hóe het personage spreekt, wat haar of zijn taal is. Een geschreven monoloog verandert namelijk onmiddellijk rigoureus op het moment van uitspreken. Schrijvers moeten dus schrijven in de stijl en stem van het personage.” We horen dat beginnende schrijvers vaak hun eigen taal vanuit hun eigen persoon opvoeren, wat niet interessant genoeg is.

En verder

Schrijvers moeten het personage in de monoloog meerdere gevoelens of gedachtes meegeven. Charissa: “Ieder gevoel of gedachte moet het verhaal een stap verder brengen. Er ontstaat dan een ritme dat de monoloog naar een climax toebrengt. Idealiter wordt met een andere emotie afgesloten dan waar mee begonnen is. Een monoloog maakt dus een duidelijke ontwikkeling door, op weg naar een inzicht. De uiteindelijke climax is datgene wat het personage probeert te zeggen. Het einde van een monoloog is van groot belang en geeft een antwoord op de dramatische vraag waar het personage mee worstelt. Niet ieder theaterstuk heeft een fantastische monoloog, maar een goede monoloog kan een toneelstuk wel memorabel maken. Waar zou Hamlet immers zijn zonder zijn To be or no to be?”

Dialogen

Over naar de dialoog. Kun je voor monologen nog enigszins beschrijvend te werk gaan, voor dialogen moet je je meer dan één perspectief voorstellen. Een truc om ons op weg te helpen, zijn ansichtkaarten met afbeeldingen van mensen: onze personages. We worden gevraagd er elk twee uit te kiezen. Van onze personages noteren we vervolgens eigenschappen als leeftijd, beroep, soort gordijnen in huis, kleine karakterschets, woonplaats. Zo ontstaat er langzaam maar zeker een beeld. Het leuke is dat gedurende de dialoog deze beelden veel meer tot leven komen.

Subtekst

Onze dialoog moet een verborgen emotie insinueren. De docenten noemen dit een ‘geheim’; dat wil zeggen een onderliggende emotie als angst, woede, frustratie, verlangen, liefde, jaloezie. Juist door de personages met elkaar in gesprek te laten gaan, krijgen we sterker naar voren welke eigenschappen krachtig zijn, of liever gezegd: welke rol wij denken dat ze moeten spelen. Sylvia: “Ik begrijp nu dat schrijvers zeggen dat personages ‘een eigen leven gaan leiden’. Je hebt ongetwijfeld op voorhand, zonder interactie, een ander beeld dan nadat het personage communiceert.” Uit onze resultaten blijkt dat er verschillende mogelijkheden zijn om met dialoog om te gaan. Je kunt humor of absurde gebeurtenissen de boventoon laten voeren, zoals we in proza gewend zijn van bijvoorbeeld de jonge Grunberg, je kunt ook kiezen voor heel emotionele dialogen, voor gesprekken over relaties, gevoelens of jeugd.

Authentieke personages

In een dialoog geven schrijvers de personages gestalte door hun persoonlijk taalgebruik. Sylvia: “Dit is het hoofdwerk. Schrijvers moeten goed nadenken over hoe personages eruitzien, hoe ze zich door het leven bewegen, wat voor soort mensen ze ontmoeten, en vooral, wat voor verhaal ze met zich meebrengen. Door deze lifestyles consequent met taal te combineren, kunnen schrijvers geloofwaardige personages creëren. Ik bedenk me dat als er verschillende personages zijn, degene die je tot je hoofdpersoon maakt de meeste aandacht krijgt. Hiermee kun je bepalen waar jouw verhaal voor staat.”

Bevindingen

Charissa: “Het blijkt moeilijk om binnen een bepaalde tijdslimiet creatief te zijn en met leuke ideeën te komen. Op de één of andere manier gaat mijn creativiteit haperen onder tijdsdruk. Ik vind het heel interessant om te horen wat voor teksten de andere deelnemers verzinnen. Er zijn zoveel verschillende stijlen. Ik ben behoorlijk onder de indruk. Het werkt goed om je tekst door anderen voorgedragen te horen. Je hoort dan direct hoe belangrijk taal is. Een geschreven tekst is wezenlijk verschillend van een hoorbare tekst. Ik vind de opdrachten behoorlijk lastig en ben toch wel een beetje teleurgesteld in mijn vondsten en invalshoeken. Ik voel me niet bijster geïnspireerd. Ik ben misschien ook wel een beetje geïntimideerd door het talent van sommige medeschrijvers. Wel vind ik het een zeer leerzame ervaring en geloof ook dat oefening kunst baart.”

Sylvia: “Het schrijven binnen tijdslimiet valt inderdaad niet mee, maar het zorgt ook weer voor een beperking die handig is. Je wordt gedwongen gewoon maar te beginnen. Je kunt dan later altijd weer herschrijven. Het hoeft niet ineens goed te zijn. Juist dit proces oefenen we hier: schrijven, oplezen, zinvolle kritiek krijgen. Docenten bedankt! We leveren toch allemaal flink wat werk af. Dat moet ook, want we houden van schrijven. Op de avond van de schrijversdag hebben we gezien hoe de teksten van deelnemers aan de Schrijversdagen van vorig jaar klinken vanaf een podium, door de topacteurs van Het Syndicaat. Met dezelfde richtlijnen als die wij hebben ontvangen, blijken de monologen en dialogen een heel eind te komen. De geloofwaardigheid en de relevantie van de teksten zijn hiermee nog niet gewaarborgd, maar dat is een ander verhaal. Eerst de techniek, dan de rest. Toch? Bij ons wel.”