Muziek / Album

Theme Park blijft vooral bij één thema hangen

recensie: Theme Park - Theme Park

De Talking Heads noemen zij als hun grote voorbeeld. Het Britse Theme Park heeft met zijn gelijknamige debuutalbum nog weinig overeenkomsten weten te creeëren. De band biedt nu te weinig afwisseling waardoor de feel-good music vaak het glazuur van je tanden breekt.

ëren. De band biedt nu te weinig afwisseling waardoor de feel-good music vaak het glazuur van je tanden breekt.

Talking Heads dus. Deze band heeft met een aantal klassieke albums en singles een behoorlijk stempel op het geluid van de jaren tachtig weten te drukken. Zanger Byrne zong met flink wat passie, Theme Park-vocalist Miles Haughton klinkt soms wat emotieloos. Talking Heads wisten gedurende hun zestienjarige bestaan genoeg variatie in hun albums te brengen. Iets wat voor Theme Park nog maar moet blijken. De band, bestaande uit de tweelingbroers Miles en Marcus Haughton en vrienden Louis Bhose en Oscar Manthorpe, tekenden eind november bij het Britse Transgressive Records (o.a.: Two Door Cinema Club en Dry the River).

Opgewekte sfeer
Met opener ‘Big Dream’ doet Theme Park wat aan Yeasayer denken: veel elektronische geluidjes en een stabiele melodielijn die je in een bepaalde flow meenemen. De zang leunt op een beat die wordt begeleid door galmende stemmen. Opvallend is de onvaste, maar niet valse stem van Haughton bij het tweede couplet. ‘Jamaica’ doet wat je van een liedje met zo’n titel zou verwachten: je waant je in een ligstoel bij een strandbar. Het nummer bestaat bijna alleen uit refrein en geeft je een opgewekt en zonnig gevoel. Ditzelfde geldt voor ‘Ghosts’, alhoewel met een iets sneller ritme óók meer van hetzelfde.

~

Bij ‘Two Hours’ lijkt Haughton goed naar Brandon Flowers van The Killers te hebben geluisterd. De zangstijl: zelfde uitspraak en naar het extatische neigend, in een iets jongere uitvoering. Dit levert in dit geval weer vrolijke pop op. Ook komt de vergelijking met Yeasayer weer om de hoek kijken bij ‘A Place They’ll Never Know’. Met wat fijne speakertrillende bastonen en een hoge zanglijn. ‘It’s hard to make a friend and try to pretend.’

Weinig spanning
Nieuwste single ‘Tonight’ geeft het idee dat je al langer naar het nummer zit te luisteren. Zoete pop, die al te gemakkelijk in het oor ligt. Hetzelfde gevoel krijg je bij ‘Wax’, waarin uitspraak en ‘mooi’ lijken te prevaleren boven een inhoudelijk interessant liedje. Jammer. Slotnummer ‘Blind’ wordt zelfs zo gezongen dat het lijkt alsof de zanger aan het eind van zijn Latijn is.

Iets meer afwisseling
‘Saccades (Lines We Delay)’ is gelukkig wat experimenteler van aard. Een zwaar vervormde stem begint, wordt later kort overgenomen door een stem in de verte, zingend over keyboardtonen. Op tweederde van het nummer komt er pas een melodie om de hoek kijken (keyboards en gitaren) die het liedje langzaam naar een einde brengt. Ook ‘Los Chikas’ is een positieve uitzondering door zijn lengte (kort), afwijkende ritme en het terugkerende ‘whoohoohoo’.

Een goede cocktail, in dit geval bestaande uit meeslepende ritmes, opgewekte zang en koortjes, is niet verkeerd. Een teveel aan cocktails gaat echter vervelen. Minder koortjes en minder zoet zou in dit geval zeker niet verkeerd zijn. Theme Park biedt nu niet genoeg variatie of sterke songs om de sleur te vermijden. Met het volgende album zien we of de band wat meer variatie weet aan te brengen, net als voorbeelden Talking Heads dat in de vorige eeuw deden.