Muziek / Album

Oosterse slaapliedjes

recensie: Putumayo Kids Presents - Asian Dreamland

.

~

Asian Dreamland is de meest recente uitgave van de in 2002 gestarte divisie Putumayo Kids, die cd’s uitbrengt met keuzes van wereldmuziek die speciaal voor kinderen zijn bedoeld. In dit geval gaat het om Aziatische slaapliedjes, die door de etnomusicoloog van het label zijn geselecteerd op “children-friendly lyrics and rhythms”. De ouders kunnen dus gerust zijn, maar het blijft de vraag of het erg veel uitmaakt, aangezien een laag percentage van de kopers het Japans of Tibetaans machtig zal zijn. Wat kindvriendelijke ritmes precies zijn legt niemand hier verder uit, ik zou aan kunnen nemen dat hiermee simpele ritmes worden bedoeld.

Westerse klanken

Opvallend is dat zes van de tien nummers uit Japan afkomstig zijn, een weinig gebalanceerde keuze voor een titel als Asian Dreamland. Daarnaast klinkt veel muziek op deze samenstelling nogal westers, maar dat zou met het toegankelijke en kindvriendelijke karakter van de selectie te maken kunnen hebben. Zo zijn Moon Boat van Shang Shang Typhoon en Dokokade Yoruga Naita van Emme (beide uit Japan), rustige, door vrouwen gezongen liedjes met een basis van respectievelijk piano- en gitaarspel. Het Japanse komt vooral tot uitdrukking in de voertaal, en in mindere mate door de melodieën die worden gebruikt. Hetzelfde geldt voor het door Kelsang Chukie Tethong in het Tibetaans gezongen Om Ma Nye Bhe Mae Hum, met begeleiding door pianospel, dat doet denken aan de Franse impressionistische componist Debussy.

Shamisen en sarod

~

Spannender is dan het door synthesizers ondersteunde samenspel van de Yoshida Brothers op de shamisen, een Japanse luit die klinkt als een lyrische variant van de banjo. De shamisen speelt ook een hoofdrol in het rustieke Asadoya Yunta van Takashi Hirayasu en Chuei Yoshikawa, dit keer in combinatie met een gewone akoestische gitaar. Een hoogtepunt is de bijdrage Lullaby van Ali Akbar Khan, waarschijnlijk de Indiase musicus die na Ravi Shankar het meest bekend is in het westen. Zijn door tabla, akoestische gitaar en synthesizers begeleide spel op de sarod (fretloze luit) behoort dankzij zijn subtiele glijtonen en stembuigingen tot de top van de hedendaagse Noord-Indiase muziek. Momenten als deze zijn op Asian Dreamland echter zeldzaam. In theorie is een kalme compilatie als introductie op wereldmuziek een leuk idee, maar in de praktijk had dit album wel wat variatie kunnen gebruiken. Meer zou het de moeite lonen een cd van de Yoshida Brothers of Ali Akbar Khan aan te schaffen.