Boeken / Non-fictie

God weet waarom

recensie: Yvonne Kroonenberg - God in Amerika
Biblebelt

God in Amerika is een boek dat je dichtslaat met een welgemeend: ‘No shit Sherlock’. Iedereen die in de Amerikaanse Biblebelt op zoek gaat naar God, weet toch dat hij, of in dit geval zij, er met alleen maar godsdienstfanatieke hillbillies in contact zal komen. Maar het ergste van al is nog dat de auteur, zelfverklaard vrijzinnige en atheïst, onder het mom van onderzoek gewoon overal in meegaat. Zo bidt ze bijvoorbeeld voor het eten om haar gastheer ter wille te zijn.

Onlangs werd in het diepe Zuiden van de Verenigde Staten een vrouw gearresteerd die een gehandicapte man in elkaar had geslagen omdat die – als grap! – had beweerd dat hij atheïst was. Dit geeft maar weer eens aan hoe de mensen ginds tegenover religie staan: je maakt er geen grappen over, punt. Wie vervolgens op zoek gaat naar God in (dat deel van) Amerika, trapt gewoon een open deur in.

Pubers

Akkoord, het uitgangspunt van Yvonne Kroonenberg is iets genuanceerder. Ze verbleef in 1968 als uitwisselingsstudent in de Biblebelt, waar ze in contact kwam met heel wat jongeren die de flowerpowerbeweging genegen waren en als hippies door het leven gingen. Haar queeste anno 2015: zoveel mogelijk van die mensen opzoeken om te kijken hoe het met hun overtuigingen van destijds gesteld is. En wat blijkt? Zonder uitzondering zijn ze allemaal diepgelovig geworden.

Dat mag natuurlijk geen verrassing heten: wie beslist om in de Biblebelt te blijven, legt zich hoe dan ook neer bij de conservatieve moraal die daar heerst en sluit zich aan bij een kerk. Want wie dat niet doet, plaatst zich buiten de samenleving. De hippies uit de jaren zestig waren dus wellicht gewoon rebellerende pubers en adolescenten die kort daarna alsnog in de voetsporen van hun ouders traden.

Verzuchting

Een queeste als deze is eigenlijk geen boek waard. Je wéét gewoon wat je ginds zal aantreffen, en je wéét gewoon wat de mensen als antwoord zullen geven op je vraag naar hun geloofsdrift. Maar het ergste is dat Kroonenberg er gewoon in meegaat. Al op de eerste pagina’s gaat ze maar wat graag in op de vraag van haar gastheer om te bidden voor de maaltijd. Wie zichzelf om de haverklap vrijzinnig en atheïstisch noemt, doet zoiets gewoon niet. Zelfs al is dat tegen de zin van je gastheer en –vrouw.

De verzuchting die Kroonenberg op een bepaald moment maakt, is er dan ook des te hypocrieter. Omdat je weet dat als ze er zelf was gebleven, ze wellicht ook zo geworden zou zijn.

‘Afvalligen, wat zou ik graag een afvallige spreken! Maar niemand die we tegenkwamen was ongelovig of zelfs maar een beetje op drift. We zaten vast in een diepe poel van godsvertrouwen. Het begon me steeds meer te beklemmen.’

Waarom is Kroonenberg dan niet, als ze het fenomeen dan toch wil duiden, op zoek gegaan naar antwoorden in het eigen Nederland, waar ook een Biblebelt is? Waar recent nog een gezin een ziek kind liet sterven omdat het geloofde dat God het zou genezen en dus weigerde naar de dokter te gaan? Waar jongeren er rotsvast van overtuigd zijn dat seks voor het huwelijk not done is? Dit fenomeen is toch veel opmerkelijker in een grotendeels geseculariseerde samenleving, dan het is in een land waar one nation under God nog altijd een onwrikbare zekerheid is voor de bewoners?