Boeken / Non-fictie

‘Geen Poetin, geen Rusland’

recensie: Steven Lee Myers - De nieuwe tsaar
Kathedraal van de Voorbede van de Moeder Gods in Moskou

Steven Lee Myers wijdt in De nieuwe tsaar ruim 500 pagina’s aan Vladimir Poetin. Samen vormen ze een enorm gedetailleerde uiteenzetting van personen, complotten en details. Het moderne Rusland perfect samengevat. Maar tussen alle rook blijft Poetin zelf onvindbaar.

Myers schetst Poetin als een berekenende en paranoïde man, een pragmatist die loyaliteit boven alles verkiest en verraad meedogenloos afstraft, een dictator die steeds meer in isolement raakt terwijl het land aan zijn voeten ligt. Toch is De nieuwe tsaar slechts met moeite een biografie te noemen, in elk geval niet in de klassieke zin  van het ontrafelen van de mens achter het publieke personage. Maar hoe moet je schrijven over iemand die nooit emotie toont? Wat Myers wél doet is elke stap in Poetins carrière minutieus in kaart brengen, waardoor een geschiedenis is opgetekend die zowel informatief als weerzinwekkend is.

Moge het recht zegevieren

Myers zat als journalist voor The New York Times zeven jaar in Moskou, juist in de periode dat Poetin aan de macht kwam. Wanneer het boek, dat zich voornamelijk richt op Rusland sinds 1990, de momenten van zijn correspondentschap bereikt wordt zijn persoonlijke betrokkenheid pas duidelijk. Bij het uitbreken van het conflict met Oekraïne spreekt hij over ‘sensationele misdaden’. Over de moord op Poetin-criticus Boris Nemtsov schrijft hij in zijn verantwoording: ‘Hij was een Russisch patriot. Moge het recht zegevieren.’

Maar het grootste gedeelte van Myers’ boek blijft de journalist op de achtergrond. Van de situatie in Rusland valt genoeg te vinden, maar Myers onthoudt zich van een sterke analyse, een poging tot duiding van de oneindige stroom informatie die voorbijkomt. Het boek is eigenlijk een zeer goed onderzochte opsomming van de moderne geschiedenis die verdere interpretaties en conclusies aan de lezer overlaat. Dit laatste is lastig voor diegene die De nieuwe tsaar als introductie tot Rusland hopen te omarmen. Alleen al het uit elkaar houden van de vele Russische namen zal een opgave zijn.

Voor altijd Poetin

Na 500 pagina’s recente Russische geschiedenis, en vooral waar die geschiedenis Rusland heeft gebracht, kan de stemming niets anders dan moedeloos worden genoemd. Niet alleen is Poetin naar voren gekomen als een voor niets wijkende dictator, ook is duidelijk dat het land niet zonder hem kan. Zoals Myers zegt: ‘Geen Poetin, geen Rusland.’ Een beeld ontstaat van een land dat geheel in de ijzeren greep van een enkele man ligt en een volk dat tam wordt gehouden door propagandatelevisie. Maar ook een volk dat bereid lijkt te zijn veel vrijheden in te leveren in ruil voor economisch comfort.

Hoe het dagelijkse leven voor de gewone burgers zelf is komt niet naar voren. Myers richt zich vooral op geld en macht en hoe deze dingen voor de lucky few voor het oprapen lagen (en liggen). Maar juist deze afwezigheid van de gewone Rus maakt de afstand tussen politiek en volk pijnlijk duidelijk: de afwezigheid van de burger in het boek staat gelijk aan de afwezigheid van de burger in de Russische ‘democratie’. Myers spreekt dan ook van ‘politiek als performancekunst’. Corrupte politici spelen samen ‘democratie’ en ‘eerlijke verkiezingen’, het liefst met een camera erop zodat heel Rusland deelgenoot kan zijn van hun toneelstuk. Het volk stemt ook op een mens, op een gevoel, niet op ideeën of een partij. En dat is precies wat Poetin zo onvervangbaar maakt.

Op voet van oorlog

Vanuit een westers perspectief is het moeilijk voor te stellen dat Poetin zo populair is onder zijn eigen volk. Maar als Myers iets duidelijk maakt dan is het wel dat in Rusland een eigen werkelijkheid is ontstaan die door middel van de FSB (de opvolger van de KGB) en de media krampachtig wordt afgeschermd van ongewenste invloeden. Het buitenland is een vijand die aan de poorten staat met Poetin als enige redding. Hoe groter de dreiging, des te sterker Poetins positie. Myers had in principe dus nog wel een decennium door kunnen schrijven. Het is namelijk logisch dat de man, die sowieso nog tot 2024 aan de macht kan blijven, het liefst permanent op voet van oorlog staat.