Boeken / Non-fictie

Weg met de cultuur

recensie: Twee cultuurkritische boeken:Hoe de Duitsers dapper standhielden in Vietnam // Je moet niet doen of alles hetzelfde is: een pamflet

Twee boeken leveren elk op hun eigen wijze kritiek op het verval van de westerse beschaving zoals we die kennen, maar maken daarbij allebei gebruik van zeer doorzichtige retoriek. Vermakelijk zijn de bizarre fouten die geschiedenisdocent Oscar Westers van zijn leerlingen kreeg als antwoord op doodnormale vragen. Het pamflet dat Jacques Kruithof schreef tegen de door hem gesignaleerde ondergang van de hogere cultuur slaat de plank weer op een geheel andere wijze mis.

Het boekje van Westers mikt duidelijk op de ‘nieuwe mens’, met in het achterhoofd de naderende feestdagen, waarin kekke cadeautjes moeten worden gekocht die niet teveel mogen kosten. Lekker dun, weinig tekst, geinig omslag en olijke inhoud. Quoten is makkelijk, maar voor je het weet dan heb je het hele boekje geciteerd, want zoveel staat er nou ook weer niet in, al is het wel lachen. De conclusie dringt zich op dat het geschiedenisonderwijs van hoog tot laag volkomen verloren is en dat de nieuwe generatie helemaal niets weet van wat in voorgaande jaren is gebeurd, of daar in ieder geval zeer merkwaardige opvattingen en denkbeelden over heeft. Zie ook de titel. Of dat werkelijk zo is blijft de vraag. Westers heeft de lolligste antwoorden geselecteerd, maar hoe groot de bron was waar hij uit putte weten we niet. Misschien dat dit een handjevol randdebielen was terwijl hun klasgenoten wel allemaal tienen haalden.

Cultuurmakers

Rot is ook het Nederlandse culturele leven, en dat heeft alles te maken met geld. Cultuurmakers krijgen geld als ze dansen naar het pijpen van hun broodheren, vandaar dat je vroeger zoveel prentjes had met Bijbelse figuren, Courbet een levensechte kut schilderde en we tegenwoordig doodgegooid worden met urban omdat onze jonge medemens met een niet-westerse culturele achtergrond daar volgens de meestentijds zeer arische en elitaire beleidsmakers zo van zou houden. Dat laatste dan weer ten detrimente van echte kunst, iets waar ene Jacques Kruithof zich dan weer hevig tegen verzet. Als we Kruithof moeten geloven heeft hij zelf wat boekjes geschreven die wel deugen en ook zijn vrienden in de moderne serieuze muziek doen het geweldig, maar verder is het rommel troef.

Het betreft een pamflet, dus hij redeneert voortdurend naar zichzelf toe en is lekker selectief in het uitzoeken van zijn vijanden, wat zijn betoog niet sterker maakt: tegen het leeghoofd Van der Ploeg aantrappen kan iedereen en dat de PvdA bestaat uit cultuurloze filistijnen met als enige doel het regeringspluche, ook al moeten ze daar hun hoogsteigen moeder voor verkopen, weten we ook al enige tijd. Zo bezien doet de actie van Kruithof zeer Cervantesk aan. Bovendien legt hij het accent niet helemaal waar het thuishoort.

Kunstzinnig deltaplan

Natuurlijk moet het tuig dat net doet of Ali B echte cultuur is tot het uiterste en met alle inzet van middelen worden bestreden en moet het volk zijn mond houden en luisteren, daar heeft hij wel degelijk een punt, alleen is zijn alternatief niet echt aanlokkelijk. Kruithof wil de kunst belangrijker maken, scholen moeten van hem leiden in het aanleren van kunstbeleving, hij pleit voor een kunstzinnig deltaplan – alleen vergeet hij erbij te zeggen waarom en dat komt weer omdat het allemaal goed klinkt voor iemand die wel eens een boek leest of een schilderij bekijkt, maar bij nadere beschouwing geen hout snijdt.

Pogingen tot onderbouwing doet hij wel, maar omdat kunst in zijn visie geen meetbare functie mag hebben, bijvoorbeeld ter verheffing van de mensheid of iets dergelijks, blijft het bij een zeer subjectieve en particuliere opvatting. Een lijn die hij ver doortrekt. Kruithof wil bijvoorbeeld dat de toekenning van subsidies onder supervisie komt van wat hij de ‘makers’ noemt, de kunstenaars zelf dus als het ware, maar zegt er niet bij wie dat dan zouden moeten zijn en welke selectiecriteria we moeten toepassen – al doet zijn idee dat Harry Mulisch wijsheden debiteert het ergste vrezen. Volkomen willekeur kortom, en vergelijkbaar met de huidige situatie, en hoewel Kruithof de geldigheid betwist van de befaamde Thorbeckiaanse uitspraak dat de kunst geen zaak is van de overheid, mag die natuurlijk wel voor de kosten opdraaien.

Zelfs al krijgt Kruithof zijn zin, wat zeer onwaarschijnlijk is, dan zal het nog niet gaan werken. De grenzeloze arrogantie die de vaderlandse kunst volgens Kruithof uit moet gaan stralen zal de weerzin in de samenleving tegen alles wat naar kunst riekt alleen maar aanwakkeren. Vreemder nog is dat Kruithof juist wil wat hij anderen verwijt: de kunst een maatschappelijke rol opdringen. Au fond maakt het dan niet uit of je kunst wilt gebruiken voor integratiedoeleinden of – zoals Kruithof – de kunst in het centrum van de samenleving wilt plaatsen. Samen met wetenschap, ook al zo’n merkwaardige kronkel, alsof wetenschap en kunst iets met elkaar te maken hebben of – helemaal lachwekkend – van dezelfde orde van grootte zijn.

Kruithof doet wel dappere sprongen, maar zit net zo vast in de oude vertrouwde denkramen als degenen die hij aanvalt. Gewoon afschaffen dus die cultuur, zijn we overal vanaf en kan de kunst eindelijk onbekommerd opbloeien, zonder de druk van types als Kruithof en Van der Ploeg en slechts genoten door een selecte elite die zich nergens voor hoeft te verantwoorden, met hoge toegangsprijzen en een minimumleeftijd van ergens ver in de dertig voor serieuze voorstellingen, kan de rest lekker naar Marco Borsato of een boekje van Mulisch lezen.

Oscar Westers (met een inleiding door Maarten van Rossem) · Hoe de Duitsers dapper standhielden in Vietnam en andere verfrissende visies van de schooljeugd op onze geschiedenis · Uitgeverij: Spectrum · Prijs: € 9,95 · 96 bladzijden · ISBN: 9789027432827

Jacques Kruithof · Je moet niet doen of alles hetzelfde is – een pamflet · Uitgeverij: Atlas · Prijs: € 12,50 · 208 bladzijden · ISBN: 9789045012872