Boeken / Fictie

De boog van Yates staat niet altijd gespannen

recensie: Richard Yates (vert. Marijke Emeis) - Een goede school

Uitgeverij De Arbeiderspers komt opnieuw met een boek van de herontdekte Amerikaanse schrijver Richard Yates. Zijn grotendeels autobiografische romans worden gekenmerkt door een dramatische psychologische ontwikkeling tussen personages in ontwrichte verhoudingen. In Een goede school doet hij dat minder nadrukkelijk.

Een goede school doet hij dat minder nadrukkelijk.

De vertaling van Revolutionary Road in 2003 zette Richard Yates (1926-1992) definitief op de Nederlandse kaart. De daaropvolgende verfilming met Kate Winslet en Leonardo DiCaprio zorgde voor wereldwijde bekendheid die de schrijver tijdens zijn leven nooit heeft mogen meemaken. Met Cold Spring Harbor en Een geval van ordeverstoring kwamen opnieuw twee prachtige boeken onze kant op, terwijl we met Een goede school duidelijk bij de laatste, en minder interessante kruimels van Yates’ werk zijn aanbeland.

Pispaal
Richard Yates reist af naar zijn eigen verleden als kostschoolleerling aan Dorset Academy in New England. In de persoon van de impopulaire William Grove begint hij zijn opleiding, terwijl de Tweede Wereldoorlog op grote afstand de wereld in haar greep houdt. Grove probeert intensief aansluiting te vinden bij zijn jaargenoten maar verwordt, mede door zijn wat minderwaardige afkomst, al snel tot pispaal in de seksistische pesterijen van de populaire jongens. Als hij later redacteur van de schoolkrant wordt en daarmee wat meer aanzien verwerft, staat hij steviger in zijn schoenen.

En dat is het zo’n beetje. Yates schept een atmosfeer van het internaat door naast William Grove nog een paar andere personen op te voeren in de kleine biotoop achter de kostschoolpoort. Maar hij graaft nergens dieper en dus blijft het een wat oppervlakkige en verhalende beschrijving. Hij fladdert heen en weer tussen de verschillende personages en geeft hun gemeenschappelijke problemen en onderlinge gedoetjes weer, maar laat het daar verder bij.

Zuigend proza
Dat zijn we anders gewend van Richard Yates. De manier waarop hij in Revolutionary Road diep wegkruipt in de ziel van de hoofdpersonen om zodoende de verstoorde verstandhouding haarscherp op papier te krijgen is hier ver te zoeken. Juist in die vorm wordt de lezer volledig meegenomen in de verwikkelingen die door de fraaie schetsen van de schrijver uit de doeken worden gedaan. Het zuigende proza komt tot bloei en draagt het verloop van de geschiedenis op handen. Niets van dat alles in Een goede school, hier wordt een tamelijk richtingloos verhaal verteld dat op diverse golfslagen wegdrijft.

De meelijwekkende toestand van William Grove wordt afgewisseld met de kinderlijke gevoelswereld van leraarsdochter Edith Stone die verliefd is op de knapste student van de Academy. Ook is er aandacht voor de invalide docent Jack Draper die weet dat zijn aantrekkelijke vrouw het bed deelt met docent Franse taal Jean-Paul La Prade. De zwaarmoedigheid van een en ander is het enige stokpaard dat Yates als vanouds weet te berijden.

Bravoure
Toch is duidelijk waar de schrijver heen wil met deze roman: na de deprimerende kostschoolperiode wordt van de leerlingen van de hoogste klassen verwacht dat ze zullen deelnemen aan de oorlog. Hij bouwt een aardig contrast op tussen de afgeschermde schooltijd en de gewelddadige wereld die de jongens te wachten staat. Met de verwachtingsvolle bravoure van het jeugdige testosteron wordt aan het eind van de roman korte metten gemaakt door een nuchtere opsomming van de inmiddels gesneuvelde kameraden.

Dit onderdeel had Een goede school uit het gezapige kostschoolgenre kunnen trekken als Richard Yates het op waarde geschat en voldoende uitgediept had. Dat is niet gebeurd en zo zijn we met deze middelmatige roman bij een vrijwel zeker einde van een heruitgegeven schrijversoeuvre aangekomen.