Boeken / Fictie

Het probleem van het schertsen

recensie: Kazuo Ishiguro (vert. Bartho Kriek) - De rest van de dag

.

De rest van de dag (The remains of the day) valt binnen het kader van culturele representaties van de teloorgang van de Engelse aristocratie na de Tweede Wereldoorlog. Die wordt ook, hoewel veel later, in hitseries als Downton Abbey en Parade’s End geïllustreerd. Kazuo Ishiguro (Nagasaki, 1954) publiceerde de ‘butlermonoloog’ in 1989 en won hiermee de Booker Prize. De Nederlandse vertaling werd eveneens in 1989 gepubliceerd. Omdat het boek inmiddels de status als everseller heeft bereikt – overigens lang niet de enige titel met die status uit Ishiguro’s pen, denk aan de aan horror grenzende kloonroman Never let me go (2005) – gaf Atlas het in juni 2013 opnieuw uit.

On the road
Stevens, een ‘echte ouderwetse Engelse butler’, krijgt van zijn werkgever de heer Farraday toestemming naar Cornwall af te reizen. Daar woont de voormalige huishoudster van Darlington Hall, juffrouw Kenton. Het is twintig jaar geleden dat Stevens haar voor het laatst zag en tijdens zijn reis blikt hij terug op hun samenwerking en groeiende vriendschap.

Hun verstandhouding lijkt bij aanvang van zuiver professionele, maar afstandelijke aard. Tussen de regels door sluimert er echter iets anders, een gevoel dat vooral van juffrouw Kenton lijkt uit te gaan, ook al is het Stevens die haar bijna analytisch oproept en niets van dit alles suggereert. Stevens lijkt ongevoelig te zijn voor juffrouw Kenton: plichtsbesef en loyaliteit weerhouden hem van het ontdekken van wat er eventueel tussen hen zou kunnen zijn. Uiteindelijk trouwt juffrouw Kenton met de heer Benn, om vervolgens Darlington Hall te verlaten. Het weerzien tussen Stevens en juffrouw Kenton zal het prachtige slot van het boek vormen.

Naast zijn mijmeringen stelt de eenzame, ouder wordende butler vragen van gewichtige aard: wat is Grootsheid, wat is Waardigheid, wat is Engeland? En: wat maakt een goede butler? In zijn analytische verteltrant onderzoekt Stevens deze laatste vraag door te kijken naar zijn 35 dienstjaren bij zijn vorige werkgever, Lord Darlington. Volgens Stevens is hij een echte gentleman met een duidelijke erecode, wiens goedaardige inborst is misbruikt in de officieuze besprekingen over een Engels-Duitse samenwerking voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Stevens verdedigt de morele onschuld van zijn veelbeschuldigde voormalige werkgever en daarmee ook zijn eigen indirecte invloed op het verloop van de politiek beladen avonden op Darlington Hall.

Stiff upper lip
Terug in het heden vraagt Stevens zich af hoe hij aan de verwachtingen van zijn huidige werkgever meneer Farraday – een vrijmoedige Amerikaan – tegemoet kan komen. Het schertsen, bijvoorbeeld, is een karaktereigenschap die Stevens bij Lord Darlington nooit hoefde te ontwikkelen. Farraday heeft echter af en toe behoefte aan een grapje.

Met Farradays scherts symboliseert Ishiguro de bedreiging van de Engelse waarden, waarvan het summum natuurlijk de butlercultuur is. Stevens, die precies zijn plek in de wereld kent, definieert zijn gehele identiteit door middel van zijn functie. Dit zware klassenbewustzijn is door het hele boek heen voelbaar. De ‘Amerikaanse’ scherts, die juist licht en relativerend is, dreigt Stevens’ Engelse stiff upper lip te fnuiken. Die tast zowel de Engelse waarden als Stevens’ zelfbeeld aan, en zal beide onvermijdelijk tot verandering nopen.

Taal en vertaling
Het moet een genot zijn geweest het boek te vertalen. Vertaler Bartho Kriek, die op zijn weblog een grote liefde voor het boek uitspreekt (‘Dat bijzondere boek (…) was me op het lijf geschreven. Het kon wel eens mijn mooiste vertaling worden’), lijkt dicht bij de brontekst te zijn gebleven, wat blijkt uit het statige Nederlands. De taal past naadloos op de hoofdpersoon, zijn verhaal, tijd en context. Beleefdheidstermen of zinnen die consequent met ‘meneer Stevens’ of ‘juffrouw Kenton’ beginnen of eindigen, vliegen je om de ogen. Het vormt een welkome afwisseling met het hedendaagse, vaak zo banale gebruik van onze taal.

De rest van de dag is een krachtig gecomponeerd, edel boek. Het vertelt over herinnering, moraal en integriteit, alsook over de rol die een mens speelt in de geschiedenis middels plichtsbesef en opoffering. Het zal een genoegen vormen voor lezers die in staat zijn een heimwee te voelen naar een tijd die ze nooit hebben gekend.