Smakelijk!

Cultuurfilosoof en culinair specialist Johannes van Dam bundelde een groot aantal beschouwingen, aangevuld met nieuwe overpeinzingen, in een zeer kloek boekwerk waarin het prettig bladeren is. Het gaat over eten, maar is veel meer dan een kookboek.
Het gebaar waarmee Van Dam op Het Journaal een boek van kookschrijver en poseur Jamie Oliver opzijschoof als ‘porno’, was goud waard. Van Dam is dan ook geen kookboekenmaker of receptenverzamelaar; daarvan hebben we al genoeg, ga maar kijken bij de ramsj. Van Dam hoort eerder thuis in het gezelschap van voorgangers als Elizabeth David, Harold McGee en Alan Davidson. De laatste – auteur van standaardwerken over vis en andere zeedieren, grote man achter het standaardwerk The Oxford Companion to Food, uitgever van een diepgravend tijdschrift over eten in ruime zin en nog veel meer – ontving niet voor niets de Erasmusprijs voor cultuurdragers. Aan hem ook droeg Van Dam zijn boek op.
Ontrafelde mythen
~
Van Dam neemt zijn onderwerp zeer serieus, al is zijn benadering weer geheel anders dan die van zijn schrijvende zielsverwanten. Gerangschikt op alfabetische volgorde per onderwerp, komt bij hem zo ongeveer alles aan bod wat je over wat voor voedsel dan ook zou kunnen zeggen of denken. Van enige ordening is verder geen sprake. Dat brengt dan meteen het enige minpuntje in beeld, want doordat het hier gaat om merendeels elders eerder gepubliceerde uiteenzettingen, komen hier en daar wat overbodige herhalingen voor, die met een zorgvuldige redactie vermeden hadden kunnen worden.
Crème brûlée
~
Voor iemand met een dergelijke karakterologische voorbestemming zijn het dan ook nog eens zware tijden. Met enige regelmaat kapittelt Van Dam de verkleutering van het Nederlandse eten, die zich vooral uit in het toevoegen van veel te veel zoet, en dat dan ook nog op de verkeerde plaatsen. Toch is De dikke van Dam geen boek voor somberaars, zelfs niet in deze donkere tijden. Daarvoor is de door Van Dam aangedragen rijkdom eenvoudigweg te groot, en vertelt hij te smakelijk – niet alleen over eten in de ruimste zin van het woord, maar ook over zijn eigen leven. Spannende verhalen uit de Pyreneeën gaan hand in hand met kijkjes in het merkwaardige, van joodse en Duitse elementen voorziene gezin waarin hij opgroeide. Anekdotiek van de bovenste plank. Voeg daarbij de fraaie boekverzorging van Anthon Beeke en de fijne illustraties (allemaal grafiek uit negentiende eeuwse publicaties) en je hebt een standaardwerk dat regelmatig de kast uit gaat komen. Wel even trainen, want het weegt nogal wat.