Tag Archief van: Oudheid

Boeken / Non-fictie

‘Hoe lang nog, Fik Meijer …’

recensie: Fik Meijer – De Sluier van Cicero. Van Catilina tot Baudet

Fik Meijer, de meest onvermoeibare populaire schrijver over de Oudheid van de Lage Landen, slaat weer toe. Zij het ditmaal met een boekje van amper 103 pagina’s, dat draait rond de beroemdste toespraken uit de Romeinse geschiedenis: de Catilinarische redevoeringen.

Bij Fik Meijer is het altijd erop of eronder. Was zijn Gladiatoren een ongemeen entertainende kijk op het bloederige vermaak ten tijde van de Romeinen, dan waren Paulus en Jezus en de Vijfde Evangelist al te suggestieve en miskleunen. De Sluier van Cicero situeert zich wat in het midden: bij momenten boeit het wel, maar het lijkt zo haastig geschreven dat het op geen enkel moment meeslepend is.

Eerst de feiten: op 8 november 63 voor Christus nam Cicero het woord in de senaat van Rome en richtte zich tot Catilina. Met als beroemde openingszin: “Hoe lang nog, Catilina, zul je misbruik maken van ons geduld?’ Cicero zag in hem dé staatsvijand, die bezig was een coup voor te bereiden en die in elk opzicht door en door slecht was. Het uitgangspunt van Meijers boek is dubbel: ten eerste proberen na te gaan of Catilina die slechte reputatie wel verdiende en ten tweede onderzoeken hoe de geschiedenis hem beoordeelde.

Man van het volk

Wat dat eerste betreft, heeft Meijer weinig om mee te werken: de twee belangrijkste bronnen over Catilina zijn geschriften tégen de man. Alles wat hij kan doen, is suggereren. En hoewel hij een verdienstelijke poging doet – Catilina was misschien wel de man van het volk die een opstand wilde om de burgerlijke ongelijkheid aan te pakken – maar overtuigen kan het bij gebrek aan argumenten niet.

Zijn tweede ambitie – de reputatie van Catilina door de geschiedenis heen – geeft hem uiteraard wel het nodige materiaal om mee te werken. Maar het wordt weinig meer dan een opsomming, en bovendien: wat is het nut ervan? Als er louter negatieve berichtgeving over hem bestaat, waarom zou dat dan opeens keren (op een korte periode in Toscane na)?

Jongensachtig

Het enige écht interessante feit in dit boekje? Dat Amerikaanse politici in de 19e eeuw dol waren op de Oudheid (op basis van een grondige opvoeding) en haast al hun geschriften ondertekenden met welbespraakte redenaars van toen. Het geeft hen iets jongensachtig en tegelijkertijd ambitieus.

Slotsom? Door die twee ambities valt het boek tussen twee banken: wie écht wil weten wie Catilina was, komt het niet te weten. En wie de reputatie van de man nader wil bestuderen, moet het met een snelle opsomming doen. Dit is dan ook heel misschien een boekje dat voor de student in een klassieke opleiding als tussendoortje kan gelden, maar het valt te betwijfelen of ze er veel inzichten uit zullen halen.

Boeken / Non-fictie

‘Hoe lang nog, Fik Meijer …’

recensie: Fik Meijer – De Sluier van Cicero. Van Catilina tot Baudet

Fik Meijer, de meest onvermoeibare populaire schrijver over de Oudheid van de Lage Landen, slaat weer toe. Zij het ditmaal met een boekje van amper 103 pagina’s, dat draait rond de beroemdste toespraken uit de Romeinse geschiedenis: de Catilinarische redevoeringen.

Bij Fik Meijer is het altijd erop of eronder. Was zijn Gladiatoren een ongemeen entertainende kijk op het bloederige vermaak ten tijde van de Romeinen, dan waren Paulus en Jezus en de Vijfde Evangelist al te suggestieve en miskleunen. De Sluier van Cicero situeert zich wat in het midden: bij momenten boeit het wel, maar het lijkt zo haastig geschreven dat het op geen enkel moment meeslepend is.

Eerst de feiten: op 8 november 63 voor Christus nam Cicero het woord in de senaat van Rome en richtte zich tot Catilina. Met als beroemde openingszin: “Hoe lang nog, Catilina, zul je misbruik maken van ons geduld?’ Cicero zag in hem dé staatsvijand, die bezig was een coup voor te bereiden en die in elk opzicht door en door slecht was. Het uitgangspunt van Meijers boek is dubbel: ten eerste proberen na te gaan of Catilina die slechte reputatie wel verdiende en ten tweede onderzoeken hoe de geschiedenis hem beoordeelde.

Man van het volk

Wat dat eerste betreft, heeft Meijer weinig om mee te werken: de twee belangrijkste bronnen over Catilina zijn geschriften tégen de man. Alles wat hij kan doen, is suggereren. En hoewel hij een verdienstelijke poging doet – Catilina was misschien wel de man van het volk die een opstand wilde om de burgerlijke ongelijkheid aan te pakken – maar overtuigen kan het bij gebrek aan argumenten niet.

Zijn tweede ambitie – de reputatie van Catilina door de geschiedenis heen – geeft hem uiteraard wel het nodige materiaal om mee te werken. Maar het wordt weinig meer dan een opsomming, en bovendien: wat is het nut ervan? Als er louter negatieve berichtgeving over hem bestaat, waarom zou dat dan opeens keren (op een korte periode in Toscane na)?

Jongensachtig

Het enige écht interessante feit in dit boekje? Dat Amerikaanse politici in de 19e eeuw dol waren op de Oudheid (op basis van een grondige opvoeding) en haast al hun geschriften ondertekenden met welbespraakte redenaars van toen. Het geeft hen iets jongensachtig en tegelijkertijd ambitieus.

Slotsom? Door die twee ambities valt het boek tussen twee banken: wie écht wil weten wie Catilina was, komt het niet te weten. En wie de reputatie van de man nader wil bestuderen, moet het met een snelle opsomming doen. Dit is dan ook heel misschien een boekje dat voor de student in een klassieke opleiding als tussendoortje kan gelden, maar het valt te betwijfelen of ze er veel inzichten uit zullen halen.